Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Het openbarebibliotheekstelsel: Rijk, provincie, gemeente

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 27 juli 2023
De lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen (POI’s) en de KB vormen samen één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen. Sinds 2015, toen de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking trad, bekleedt de KB binnen dit netwerk een regierol. De negen POI’s vormen samen een landelijk dekkend netwerk (IBL). De collecties van alle lokale bibliotheken zijn met elkaar verbonden middels een gezamenlijk ILS (Integrated Library System).
Afbeelding
Netwerk van gespannen draden
Inhoudsblok

Deelnemers dragen bij aan functioneren netwerk

Op 1 januari 2015 trad de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking. Alle deelnemers aan het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen dienen volgens de wet te voldoen aan de volgende taken, die bijdragen aan het functioneren van het netwerk:

  • Gebruikmaken van een gezamenlijke catalogus van beschikbare werken;
  • Deelnemen aan het interbibliothecaire leenverkeer;
  • Collectiebeleid voeren volgens het gezamenlijk collectieplan;
  • Gebruikmaken van een op de andere deelnemers afgestemde digitale infrastructuur;
  • Ledenadministratie en algemene voorwaarden afstemmen op de andere deelnemers;
  • Ondersteunen van het onderwijs.

KB bekleedt regierol sinds 2015

Naast deze taken zijn in de wet ook eigen taken geformuleerd voor de deelnemers aan het netwerk. Zo is de KB verantwoordelijk voor het:

  • Aansturen van het netwerk
  • In stand houden van de landelijke digitale openbare bibliotheek
  • Verzorgen van een bibliotheekvoorziening van noodzakelijk omgezette werken voor personen met een handicap

Deze regierol binnen het netwerk bekleedt de KB sinds 2015. Met de ingang van de Wsob zijn de taken en activiteiten van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB), Stichting Bibliotheek.nl (BNL) en de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren (DBNL) ondergebracht bij de KB. Vanuit deze regierol werkt de KB nauw samen met andere organisaties, op landelijk, provinciaal en lokaal niveau. Zo stelt de KB in overeenstemming met lokale bibliotheken en POI’s elke vier jaar een gezamenlijk collectieplan vast (KB, 2016). In 2016 werd het eerste collectieplan opgeleverd; in 2019 werd het geëvalueerd en werd het collectieplan 2020-2024 voorbereid, dat in maart 2020 werd opgeleverd (KB, 2019; KB, 2020).

Meer onderlinge samenwerking dankzij Wsob

De invoering van de Wsob op 1 januari 2015 had meer doelen: een breder programma in alle bibliotheken, meer samenhang in de sector en een intensiever gebruik van de digitale collectie. Na vijf jaar evalueerden KWINK groep, Panteia en Rebel Group de wet, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In februari 2020 bracht de Raad voor Cultuur op basis van dit onderzoek advies uit over de wet. Vrijwel alle stakeholders zijn positief over de komst van de Wsob. Zij wijzen echter op het ontbreken van een aantal onderwerpen in de wet, zoals een verplichting voor gemeenten om een bibliotheekvoorziening te financieren en een verbod op het heffen van jeugdcontributie. Daarnaast missen stakeholders kwaliteitsnormen voor het bibliotheekwerk en opleidings- en competentievereisten voor bibliotheekmedewerkers. Volgens KWINK groep is de omgang met deze verbeterpunten van groot belang voor het verdere succes van de Wsob. De Raad voor Cultuur roept op om het tij te keren, onder meer door ervoor te zorgen dat alle Nederlanders toegang hebben tot de vijf bibliotheekfuncties, door een Nationale Bibliotheekagenda te creëren, door in te zetten op leesmotivatie vanaf het eerste levensjaar en door de expertise van bibliotheekmedewerkers te vergroten (Van Mil et al., 2020; Raad voor Cultuur, 2020). 

Een convenant tussen de betrokken partijen, dat op 30 september 2020 werd ondertekend, bracht de gewenste situatie dichterbij. Dit convenant is gericht op een gespreid en toegankelijk lokaal netwerk van bibliotheken, zonder drempels voor de jeugd, als onderdeel van een sterk stelsel (VOB et al., 2020). Het Bibliotheekconvenant kreeg begin 2021 concrete uitwerking in de Netwerkagenda: een samenwerking tussen meer dan honderd professionals uit het bibliotheekveld, verdeeld in twaalf programmateams, gefocust op de thema’s uit het convenant. Deze worden in de periode 2021-2023 uitgevoerd (KB et al., 2021). Ook de onderwerpen die door stakeholders in de Wsob werden gemist, worden aangepakt. In 2022 werd in de wet vastgelegd dat iedereen onder de 18 jaar gratis lid moet kunnen worden van de bibliotheek (Rijksoverheid, 2022). Daarnaast is het voornemen dat per 2025 in de wet wordt vastgelegd dat gemeenten en provincies een zorgplicht krijgen om hun inwoners toegang tot een toekomstbestendige bibliotheek te garanderen (Uslu, 2022).

POI's bekleden verschillende taken

De POI’s vormen samen een landelijk dekkend netwerk en zijn verenigd in de Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN). SPN organiseert de samenwerking tussen de POI’s en andere organisaties. Vanuit de Wsob hebben de POI’s niet alleen bovengenoemde taken, maar zijn ze ook verantwoordelijk voor het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ook zorgen zij voor de ontwikkeling van innovaties ten behoeve van lokale bibliotheken. Daarnaast verlenen zij niet-gesubsidieerde diensten, waarvoor de openbare bibliotheken een vergoeding betalen. Niet elke POI voert precies dezelfde taken uit. De middelen die aan de POI’s beschikbaar worden gesteld, verschillen ook sterk per provincie. De meeste POI’s zijn – naast IBL en innovatie – actief op het gebied van collectiebeleid, basisvaardigheden en onderwijs (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Provinciale subsidies

De POI’s ontvangen subsidies van de provincies voor het uitvoeren van de provinciale ondersteuningstaken die wettelijk zijn vastgelegd (Wsob artikel 16). Dit gaat om de distributie van fysieke werken via het interbibliothecaire leenverkeer en de ontwikkeling van innovaties voor de lokale bibliotheken. De totale subsidies bedroegen in 2022 op provinciaal niveau circa 34,3 miljoen euro (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Totaal van negen POI’s in 2022

In 2022 waren er negen POI’s werkzaam in de branche. Drie van deze instellingen voeren taken uit in twee provincies: Probiblio (Noord- en Zuid-Holland), Rijnbrink (Overijssel en Gelderland) en Cubiss (Noord-Brabant en Limburg). Probiblio en Rijnbrink bedienen beide provincies vanuit een centrale vestiging; Cubiss heeft in beide provincies een vestiging. De andere zes POI’s zijn Biblionet Groningen, BibliotheekNetwerk Flevoland, Fers (Friesland), Biblionet Drenthe, BiSC (Utrecht) en ZB | Planbureau en Bibliotheek van Zeeland. 

Kaart met provinciale ondersteuningsinstellingen in Nederland

Lokale bibliotheken verbonden door gezamenlijk ILS

Binnen de provincie dragen de POI’s bij aan het functioneren van de lokale bibliotheken als netwerk. Door het beheren van een gezamenlijk ILS (Integrated Library System) kunnen collecties eenvoudiger op elkaar worden afgestemd. Ook kunnen klanten van deelnemende bibliotheken makkelijker materialen aanvragen. In elke provincie wordt een provinciaal ILS beheerd, maar de participatie van bibliotheekorganisaties verschilt sterk per provincie. In 2022 namen alle bibliotheekorganisaties in Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Overijssel en Zeeland deel aan het provinciale ILS. Binnen Noord-Brabant gebruikt bijna elke bibliotheekorganisatie een eigen bibliotheeksysteem, en zijn bibliotheken vooral van het interbibliothecair leenverkeer afhankelijk voor het uitlenen van boeken van een andere bibliotheek (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Wat is een ILS?

ILS staat voor Integrated Library System. In dit systeem staan de klanten van de bibliotheek geregistreerd en wordt het uitleenproces beheerd. Bibliotheken kunnen gebruikmaken van verschillende systemen, zoals Wise, Vubis, Concerto of Brocade.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Afstemming aanbod en dienstverlening

Volgens de wet moeten deelnemers aan het netwerk hun collectiebeleid voeren volgens het gezamenlijk collectieplan. Dit plan heeft als doel collecties op elkaar af te stemmen. Binnen de provincies ondersteunen de POI’s bibliotheken in deze taak. Ook is in het gezamenlijk collectieplan (KB, 2020) opgenomen dat POI’s het provinciaal collectioneren stimuleren en coördineren. De wijze waarop POI’s dit doen, verschilt. In 2022 werd in zeven provincies gewerkt met een gezamenlijk provinciaal collectieplan. In vijf provincies werd centraal gecollectioneerd, en in vier provincies werd voor het collectioneren een provinciale strategiegroep ingezet (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Provincie

Gewerkt met een gezamenlijk

 provinciaal collectieplan

Centraal 

gecollectioneerd

Provinciale strategiegroep 

collectioneren

Anders
Drenthe Ja Nee Nee Nee
Flevoland Nee Nee Ja Nee
Friesland Ja Ja Nee Ja
Gelderland Ja Ja Ja Nee
Groningen Ja Ja Nee Nee
Limburg Nee Nee Nee Ja
Noord-Brabant Nee Nee Nee Ja
Noord-Holland Ja Nee Nee Ja
Overijssel Ja Ja Ja Nee
Utrecht Nee Nee Nee Ja
Zeeland Nee Ja Nee Ja
Zuid-Holland Ja Nee Ja Nee

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Alle POI’s bieden ondersteuning rondom het onderwijs

Bibliotheken konden in 2022 in alle provincies rekenen op ondersteuning gericht op het onderwijs. Zo werden bibliotheken in vrijwel alle provincies ondersteund en geadviseerd rondom BoekStart voor baby’s, BoekStart in de kinderopvang, de gezinsaanpak, de Bibliotheek op school, bij de organisatie van voorleeswedstrijden, landelijke campagnes, deskundigheidsbevordering en kennisdeling rondom leesbevordering voor het primair onderwijs en het stimuleren van deelname aan en gebruik van onderzoeksresultaten. Vrijwel alle bibliotheekorganisaties (98%) maakten in 2022 gebruik van één of meerdere vormen van ondersteuning gericht op het onderwijs (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Alle POI’s bieden ondersteuning rondom basisvaardigheden voor volwassenen

Ook rondom basisvaardigheden voor volwassenen konden bibliotheken in 2022 in alle provincies rekenen op ondersteuning rondom het staand beleid. In alle provincies werden bibliotheken ondersteund en geadviseerd rondom het uitvoeren van het projectplan/opleidingstraject rondom het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) en subsidieaanvragen en implementatie van Digitale Inclusie. In elf van de twaalf provincies konden bibliotheken daarnaast ondersteuning en advies krijgen rondom de inzet van G!DS als intermediair voor het sociaal domein, de verbinding en kennisdeling rondom het project Belastingdienst en e-overheid, het aanbod voor de NT1 doelgroep, het aanbod op het gebied van Gezondheid, Zorg & Welzijn, het aanbod op het gebied van Digitale vaardigheden en deelname aan de landelijke monitors en/of het invullen van vragenlijsten. Het overgrote deel van de bibliotheekorganisaties (93%) maakte in 2022 gebruik van één of meerdere vormen van ondersteuning rondom basisvaardigheden voor volwassenen (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

POI's en de Netwerkagenda

In de Netwerkagenda hebben lokale bibliotheken, de POI’s en de KB uitgewerkt hoe ze in de periode 2021-2023 gezamenlijk bijdragen aan drie maatschappelijke opgaven en acht stelseluitdagingen. In 2022 hebben alle POI’s bijgedragen aan de drie maatschappelijke opgaven: het bevorderen van lezen, het stimuleren van participatie in de informatiesamenleving en het aanmoedigen van een leven lang ontwikkelen. In tien van de twaalf provincies hebben de POI’s daarnaast bijgedragen aan de stelseluitdagingen ‘robuuste lokale bibliotheek’, ‘medewerkers en vrijwilligers’, ‘kwaliteit en kennis’ en ‘innovatie’. In iets mindere mate droegen POI's bij aan de stelseluitdagingen ‘gezamenlijke klantbenadering’ (negen provincies), ‘digitale (netwerk)infrastructuur’ (acht provincies), ‘digitale openbare bibliotheek’ (zes provincies) en ‘collectie’ (vijf provincies) (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Ontwikkeling innovaties

In de Netwerkagenda speelt innovatie een belangrijke rol. Onderdeel hiervan zijn de ambities om in de vorm van landelijke en regionale fieldlabs innovatieprojecten uit te voeren. Ook wordt gewerkt aan acht uitvoeringstaken, zoals het inrichten van een proces voor het verzamelen van kansrijke ideeën uit het veld, het aanboren van nieuwe financieringsvormen voor innovatie en het opzetten van een expertisepool met innovatiespecialisten (KB et al., 2021; KB et al., 2022; KB et al., 2023)

De POI’s besteden ook binnen de provincie aandacht aan innovaties die bijdragen aan de opgaven en uitdagingen van de Netwerkagenda. In tien provincies hebben de POI’s in 2022 gewerkt aan innovaties of projecten op het gebied van een leven lang ontwikkelen, en in negen provincies op het gebied van leesbevordering en participatie in de informatiesamenleving. In zeven provincies werkten de POI’s daarnaast aan innovaties die bijdroegen aan één van de acht stelseluitdagingen (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bronnen