Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Leden van de openbare bibliotheek

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 28 juli 2022
Zo’n 3,4 miljoen Nederlanders – een op de vijf – zijn lid van de bibliotheek. De meerderheid is jeugdlid. Dit aantal daalt al jaren licht, onder meer door de teruglopende hoeveelheid tijd die mensen aan lezen besteden.
Afbeelding
Jonge vrouw leest boek
Inhoudsblok

Instroom jeugdleden door Wet bibliotheekwerk

Het aantal leden van openbare bibliotheken in Nederland wordt bijgehouden sinds 1950, met een korte onderbreking van 1996 tot en met 1998. In de periode 1950 tot en met 1994 is een langzame start van de ledenaantallen te zien, gevolgd door een versnelling en afremming. In diezelfde tijd stegen ook het aantal inwoners van Nederland en het aantal bibliotheekvestigingen. De invoering van de Wet op het openbare bibliotheekwerk in 1975 zorgde voor een extra instroom van jeugdleden tot 18 jaar, omdat zij vanaf dat moment gratis lid konden worden (Schneiders, 1997). Het merendeel van de abonnementen van de bibliotheek is dan ook van jeugdleden: 60% van alle bibliotheekleden maken gebruik van deze speciale abonnementsvorm voor 18-minners. Van de overige abonnementen zijn 34% van volwassenen. De overige 6% zijn onder meer proef-, gast- en instellingsabonnementen (KB, 2022a). Vanaf 1 juli 2022 kan iedereen onder de 18 jaar in heel Nederland – dus ook op de BES-eilanden – gratis lid worden van de bibliotheek (Rijksoverheid, 2022). 

Openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden

Vanuit de Nederlandse wetgeving is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) ook op de BES-eilanden – Bonaire, Sint Eustatius en Saba – van toepassing. Vanuit het project Caribisch Nederland werkt de KB samen met de bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden: op Bonaire, Sint Eustatius, Saba (BES-eilanden), Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS-eilanden). Het doel is de samenwerking te verbeteren en uit te breiden, zodat de bibliotheken de inwoners van de eilanden steeds beter van dienst kunnen zijn. Zo kregen inwoners van de eilanden vanuit het project toegang tot meer boeken, via de online Bibliotheek en door het aanvullen van de fysieke collectie, toegang tot BoekStart en het Leesoffensief en wordt er gesproken over de Bibliotheek op school.

In 2018 vroeg de KB als onderdeel van de jaarlijkse Gegevenslevering Wsob voor het eerst ook de 3 openbare bibliotheken op de BES-eilanden om gegevens over het kalenderjaar 2017. In 2022 zijn de bibliotheken op Curaçao, Aruba en Sint Maarten voor het eerst benaderd om - vrijwillig - deel te nemen aan de gegevenslevering over 2021. De resultaten voor de bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zijn echter beperkter en niet direct te vergelijken met de resultaten voor Europees Nederland. Daarom zijn bibliotheekorganisaties op de BES- en CAS-eilanden niet in dit artikel verwerkt, maar zijn alle resultaten rondom deze bibliotheken gebundeld in een artikel over openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Aantal fysieke leden daalt, aantal online gebruikers neemt toe

Tot halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw nam het aantal leden van de openbare bibliotheken in Nederland vrijwel continu toe. In de periode 1996-1998 vond een omslag plaats en daalde het aantal leden. Tussen 2006 en 2012 leek het totaal aantal bibliotheekleden zich te stabiliseren en schommelde het rond de 4 miljoen. Daarna zette een afname in: sinds 2011 is het aantal leden niet meer boven de 4 miljoen gekomen. Van 2014 tot 2018 lag het aantal bibliotheekleden rond de 3,7 miljoen, waarbij jaarlijks een lichte afname van 1 à 2% zichtbaar was. In 2020 en 2021 daalde het aantal leden meer dan voorgaande jaren: met circa 3%. In 2021 telden alle 139 Nederlandse openbarebibliotheekinstellingen samen circa 3,4 miljoen leden. Deze daling komt voort uit een sterke daling in het aantal nieuwe leden (-15% ten opzichte van 2019) en hangt nauw samen met het beperkte aantal bibliotheekbezoeken in 2020 en 2021 als gevolg van de coronamaatregelen (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022a). Tegenover deze daling van het aantal fysieke leden staat een stijging van het aantal gebruikers van de online Bibliotheek van 234 duizend gebruikers in 2015 tot bijna 418 duizend eind 2021 (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022b).

      Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022a.
      Leden van de digitale bibliotheek

      Sinds de start in 2014 heeft de online Bibliotheek een forse groei doorgemaakt. Destijds werden via Bibliotheek.nl ruim 80 duizend nieuwe e-bookaccounts aangemaakt. Eind 2016 hadden 346 duizend bibliotheekleden een e-bookaccount, eind 2020 waren dat er ruim 427 duizend. Bijna alle leden van de digitale bibliotheek zijn tevens lid van een lokale bibliotheek (97%) (Van de Burgt & Van de Hoek, 2021a).

      Een op de vijf Nederlanders is lid van de bibliotheek

      Ten tijde van de lidmaatschapsgroei was de stijging van het aantal bibliotheekleden veel groter dan de toename van het aantal inwoners. In de periode 1950-1994 steeg het lidmaatschapspercentage fors, van 2% tot 30%. Toen eind jaren negentig een omslag plaatsvond, groeide de bevolking harder dan het ledenaantal en begon het lidmaatschapspercentage weer te dalen. In 2015 was 25% van de Nederlandse bevolking nog lid van de bibliotheek, in 2020 was circa een op de vijf Nederlanders lid van de openbare bibliotheek. Het lidmaatschapspercentage per provincie loopt uiteen van 15% in Limburg tot 27% in Flevoland (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022a; CBS, 2022c). Het aandeel Nederlanders dat gebruikmaakt van een bibliotheekabonnement is vermoedelijk groter: de helft van de actieve bibliotheekleden leent weleens materialen op zijn of haar pas voor anderen – vaak partner of kinderen (Nagelhout et al., 2022).

      Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022.

      Meer jeugdleden dan volwassen leden

      In 2005 waren voor het laatst meer volwassenen dan kinderen en jongeren lid van de bibliotheek. Vanaf 2005 nam het aantal jeugdleden (tot 18 jaar) gestaag toe, tot het zich in 2015 leek te stabiliseren rond de 2,3 miljoen. In 2021 bestond circa 64% van het totale ledenbestand uit jeugdleden. Zeven op de tien kinderen en één op de tien volwassenen waren in 2021 lid van de bibliotheek. Waar de daling van het ledenbestand voorgaande jaren met name voortkwam uit de daling van de volwassen leden, is in 2020 en 2021 ook een daling in het aantal jeugdleden zichtbaar (-3%). Alleen in de groep jeugdleden van 10 tot 12 jaar was de afgelopen twee jaar een lichte groei zichtbaar (+2%) (Van de Burgt & Klaren, 2022). Ten opzichte van schooljaar 2020-2021 nam in 2021-2022 het aantal beschikbare en uitgedeelde boekstartkoffertjes toe. De bibliotheken tellen in het schooljaar 2021-2022 circa 169 duizend leden van 0 tot 4 jaar. Het aantal leden is daarmee met 14% toegenomen ten opzichte van het vorig schooljaar. (Klaren en van de Burgt, 2023) Ook in de verdeling naar leeftijd is te zien dat het aandeel jeugdleden groot is.  

      Een tiende van de leden in de leeftijdscategorie van het voortgezet onderwijs is lid geworden in het schooljaar 2021-2022 (10%). In de meeste bibliotheken was het lidmaatschap voor kinderen en jongeren gratis (Van de Burgt & Klaren, 2022). Sinds 1 juli 2022 kan iedereen onder de 18 jaar in heel Nederland gratis lid worden van de bibliotheek. (Klaren en van de Burgt, 2023) In de leeftijdsgroepen van 18 tot 40 jaar is het aandeel leden het kleinst; hier is de overgang van het - gratis – jeugdlidmaatschap naar een volwassen lidmaatschap duidelijk zichtbaar (KB, 2022a). Het krijgen van kinderen markeert een tweede overgang: onder ouders ligt het lidmaatschapspercentage beduidend hoger (45%) dan onder mensen zonder kinderen (25%) (Nagelhout, 2020).  

      Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022a.

      Bron: KB, 2022.
      Contributievrijstelling voor jeugd

      In artikel 13 van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) is vastgesteld dat aan personen jonger dan 18 jaar geen contributie of andere geldelijke bijdrage mag worden geheven voor het uitlenen van gedrukte of overige werken, tenzij het college van burgemeester en wethouders of het bestuurscollege hiertoe heeft besloten. In de praktijk komt dit erop neer dat jongeren tot 18 jaar in 2021 bij 94% van de bibliotheekorganisaties gratis mochten lenen. De overige bibliotheekorganisaties boden geen gratis lidmaatschap aan of hanteerden een andere leeftijdsgrens – tot 13 of 16 jaar (Van de Burgt & Klaren, 2022).

      Kwart van de huishoudens is lid van de bibliotheek

      Om meer inzicht te kunnen bieden in de achtergrond van (potentiële) bibliotheekleden, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2021 in opdracht van de KB en in samenwerking met 106 bibliotheekorganisaties gegevens verzameld en gekoppeld aan de Basisregistratie Personen. De resultaten van deze analyse op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau zijn terug te vinden in het Dashboard Bibliotheekleden. Het dashboard biedt niet alleen inzicht in de persoonskenmerken van bibliotheekleden, maar ook in een aantal huishoudkenmerken. Zo blijkt uit de analyse van het CBS dat één op de vier huishoudens in Nederland minimaal één bibliotheeklidmaatschap heeft. Het aandeel bibliotheekleden ligt het hoogst onder gezinnen met kinderen en huishoudens in de middelste en hoge inkomensklassen. Hoewel de bibliotheken zich met een breed maatschappelijk aanbod op alle type Nederlanders richten, weten zij in bepaalde groepen slechts een klein deel te bereiken. Met name onder gezinnen met lage inkomens, Nederlanders met een Westerse migratieachtergrond en inwoners die een uitkering ontvangen, bevinden zich relatief weinig bibliotheekleden (KB, 2022b).

      Stimulans jeugdleden door BoekStart en de Bibliotheek op school

      Voor een toe- of afname van het aantal leden zijn over het algemeen geen concrete oorzaken aan te wijzen. De toename van het aantal jeugdleden vanaf 2011 vormt hierop een uitzondering. In 2011 werden in het kader van het programma BoekStart 30 duizend kinderen van 0 tot 4 jaar lid van de bibliotheek. Dat verklaart grotendeels de stijging van het aantal jeugdleden in deze periode. Stijgingen tussen 2011 en 2017 zijn mogelijk te danken aan de aanpak de Bibliotheek op school, waarbij kinderen via de school gratis lid van de bibliotheek worden. In het schooljaar 2020-2021 konden bijna 126 duizend kinderen in de kinderopvang, circa 484 duizend basisschoolleerlingen en zo’n 138 duizend leerlingen in het voortgezet onderwijs gebruikmaken van de collectie via BoekStart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school (Van de Burgt & Van de Hoek, 2022a-c).

      Minder leestijd per week

      De afname van het aantal volwassen leden is een mogelijk gevolg van een maatschappelijke trend: er wordt steeds minder gelezen. Eén op de vijf Nederlanders leest nooit een boek, een percentage dat jaarlijks licht stijgt (Nagelhout et al., 2022). Al sinds 1975 loopt de leestijd van Nederlanders terug. Destijds besteedden Nederlanders van 12 jaar en ouder in hun vrije tijd nog 6,1 uur per week aan lezen, in 2016 was dit nog maar 3,4 uur per week. Verder daalde het aantal lezers van traditionele tekstmedia, zoals boeken, kranten en tijdschriften, tussen 2006 en 2011 sterk (van 90% naar 79%). Tussen 2011 en 2016 zette deze daling in een lager tempo voort (van 79% naar 72%) en stabiliseerde de daling onder boekenlezers. Hoewel het leesaanbod de afgelopen jaren is veranderd en het digitale aanbod groeit, lezen volwassenen nog steeds veel van papier. Digitale en online tekstmedia vervangen papier niet, maar vormen een aanvulling (Wennekers et al., 2018).

      Bronnen