Context
Er lopen al veel (langjarige) trajecten rond leesbevordering en laaggeletterdheid die als basis gelden voor het aanpakken van deze opgave. De bibliotheekorganisaties hebben afgesproken samen te werken met Stichting Lezen (voorzitter Leescoalitie, penvoerder Kunst van Lezen).
De maatschappelijke opgave is om het (voor)leesplezier, de leescultuur en daarmee de leesvaardigheid van kinderen tot 18 jaar (met name van taalzwakke doelgroepen de komende jaren te laten stijgen zodat het leesniveau verbetert. Dit zorgt voor meer geletterde mensen die door een betere leesvaardigheid een grotere kans hebben op een succesvolle (school) carrière. Daarmee wordt de positie van Nederland als toonaangevende kenniseconomie versterkt.
De geletterde samenleving sluit aan bij het door de ministers van OCW gestarte Leesoffensief gericht op leesontwikkeling van kinderen en jongeren, begeleid door ouders en professionals. De rol van de bibliotheek is een substantiële bijdrage te leveren aan dit Leesoffensief, mede vanuit de Leescoalitie. Op landelijk, provinciaal en vooral lokaal niveau zorgt de bibliotheek voor borging van leesbevordering in het eigen beleid en draagt de bibliotheek het Leesoffensief actief uit bij de samenwerkingspartners. Leesplezier is het vertrekpunt om de leescultuur en het ‘diep lezen’ thuis en op school te stimuleren en zo preventief bij te dragen aan een geletterde samenleving.
De Leescoalitie heeft begin maart 2020 aangedrongen om het Leesoffensief een prominente plek te geven in het Nationaal Programma Onderwijs dat februari 2021 door de ministers van OCW is aangekondigd om de achterstanden in het onderwijs vanwege corona een halt toe te roepen. Sinds ruim tien jaar zijn de meeste bibliotheken vanuit lokale vestigingen aan het bouwen aan een consistente leesbevorderingsaanpak (met aandacht voor digitale geletterdheid) via BoekStart en de Bibliotheek op school. Bibliotheken die niet specifiek met (een van) deze programma’s werken hebben nagenoeg allemaal een leesbevorderingsaanpak voor de jeugd, vaak ook binnen (basis)scholen. De bibliotheek is daarom dé partner om deze maatschappelijke opgave met scholen, gemeenten en andere instellingen (jeugdgezondheidszorg, kinderopvang) vorm te geven, waarbij het stelsel van de KB, POI’s, lokale bibliotheekvestigingen en schoolbibliotheken wordt ingezet.
Gezamenlijke ambitie
De focus ligt op het invoeren van een kwalitatief goede fysieke en digitale schoolbibliotheek onder verantwoordelijkheid
van de lokale bibliotheek (voorkeurmodel de Bibliotheek op school). Ook is er aandacht voor uitvoering van de gezinsaanpak en andere onderdelen van de doorgaande leeslijn:
- BoekStart. Noodzakelijk voor een goede leescultuur thuis (via het koffertje), op het consultatiebureau en in de kinderopvang is dat er iedere dag aandacht en tijd voor (voor)lezen is. De aanwezigheid en het gebruik van een goede collectie (digitale) prentenboeken, beheerd door de lokale bibliotheek, zijn binnen de kinderopvang een voorwaarde om tot een goede (voor)leescultuur te komen.
- De Bibliotheek op school mbo, pabo en lerarenopleiding. We gaan de samenwerking met onderwijsinstellingen versterken door de Bibliotheek op school te introduceren in het beroepsonderwijs. Het gaat om het creëren van aandacht en tijd voor lezen, leesplezier en het vergroten van de kennis van boeken in opleidingen zoals voor de opleiding Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent (PWO).
- Professionals om het kind heen (met name leerkrachten en leesconsulenten) hebben de kennis en middelen om kinderen te adviseren, activiteiten (fysiek en digitaal) te ontwikkelen en hun leesmotivatie te stimuleren Er is speciaal aandacht voor taalarme gezinnen (gezinsaanpak).
- Elk kind van 0 tot 18 jaar heeft gratis laagdrempelig toegang tot een fysieke (op school of in de dichtstbijzijnde vestiging) en digitale collectie en kan daar zowel op school als thuis gebruik van maken om vrij lezen te stimuleren. De collectie bevat zowel fictie als non-fictie voor taalontwikkeling en ondersteuning in zaakvakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer.
- In de bibliotheekvestigingen (maar ook via onderwijs, kinderopvang en jeugdgezondheidszorg) is aandacht voor ontwikkeling van basisvaardigheden van laagtaalvaardige volwassenen met (jonge) kinderen in het kader van de gezinsaanpak (via onder andere taalhuis). Naast (voor)lezen zijn ook digitale vaardigheden van belang (zie ook opgave 2).
- Er is expertise op hbo-niveau bij zowel bibliotheekpersoneel als leerkrachten po en vo over het belang van leesbevordering en leesmotivatie als basis voor goed leesonderwijs en digitale geletterdheid. Dit geldt ook breder voor personeel in jeugdgezondheidszorg en kinderopvang.
Bijdrage van partners
- Partijen (KB, VOB, Stichting Lezen, SPN en lokale bibliotheken) zetten zich actief in om de opgaven samen aan te pakken richting stakeholders op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Stakeholders in het onderwijs zijn bijvoorbeeld de PO-Raad en VO-raad.
- POI’s dragen, samen met de KB en Stichting Lezen, zorg voor een regionale aanpak om verbinding tussen bibliotheekactiviteiten te organiseren en experimenten te begeleiden (geldt met name voor vo/mbo/pabo/ lerarenopleiding).
- Lokale bibliotheken verzorgen enerzijds voorlichtings- en informatiebijeenkomsten voor lokale stakeholders, in samenwerking met bovenstaande landelijke en provinciale partners. Anderzijds zorgen lokale bibliotheken voor de educatieve dienstverlening aan jeugdgezondheidszorg, kinderopvang en onderwijs. Ze ondersteunen actief scholen en andere instellingen en verzorgen, in afstemming met landelijke en regionale partijen, bijscholing aan professionals zoals leerkrachten. Gezamenlijk zorgen lokale bibliotheken met landelijke, provinciale en vooral lokale stakeholders voor financiële borging van educatieve dienstverlening op de lange termijn.
Financiële bijdrage
De constatering is dat jaarlijks een gezamenlijk gefinancierd structureel bedrag nodig is van 90 miljoen euro om op alle po- en vo-scholen een goede fysieke en digitale schoolbibliotheek in de ruime zin van het woord te realiseren.
De wens is dat deze financiering komt vanuit het Rijk (vanuit onderwijs én cultuur), provincies en gemeenten (vanuit onderwijs, sociaal domein én cultuur). Zonder deze financiering kan lokaal slechts beperkte voortgang plaatsvinden en kunnen vaak niet alle basisscholen in een gemeente participeren. Binnen het voortgezet onderwijs en met name het vmbo zal maar beperkt samenhangende educatieve dienstverlening op de diverse bouwstenen plaatsvinden.
Jaarprogramma 2021
- Alle lokale bibliotheken bieden educatieve dienstverlening aan voor het primair onderwijs. De dienstverlening is van een hoger en professioneler niveau geworden doordat medewerkers hebben deelgenomen aan trainingen en kennisbijeenkomsten. Ook is het aanbod van de schoolbibliotheek op digitaal gebied uitgebreid. Dit wordt jaarlijks gemeten via bestaande Monitorinstrumenten zoals de Monitor de Bibliotheek op school en de Bibliotheekmonitor (zie ook kwaliteit en kennis). Ook is educatieve dienstverlening sinds 2019 onderdeel van de certificering van bibliotheken.
- Meer dan de helft van de lokale bibliotheken biedt educatieve dienstverlening richting het voortgezet onderwijs aan waardoor het aantal participerende bibliotheken en scholen eind 2021 gegroeid is. De focus ligt met name op het dBos online vmbo vanwege de opdracht binnen Tel mee met Taal en het Leesoffensief. Specifiek is aandacht voor het inzetten van een goed toegankelijke digitale collectie uit de Jeugdbibliotheek/online Bibliotheek bijvoorbeeld via dBos online. De digitale collectie wordt op een innovatieve manier onder de aandacht gebracht, bijvoorbeeld met behulp van QR-codes.
- De expertise van zowel personeel in kinderopvang en onderwijs ((voor)leescoördinatoren) als in bibliotheken ((voor)leesconsulenten) binnen po en vo is eind 2021 verbeterd door grotere deelname aan ontwikkelde trainingen en kennisbijeenkomsten. Voor aankomend personeel in kinderopvang en onderwijs worden in 2021 leesbevorderingstrainingen en kennisbijeenkomsten uitgewerkt voor mbo (pedagogisch werk en onderwijs), pabo en lerarenopleidingen.
- Er is meer en gerichtere aandacht voor de dienstverlening aan taalarme gezinnen, waarbij enerzijds aandacht is voor praten en voorlezen via bijvoorbeeld De VoorleesExpress en de BoekStartcoach. Anderzijds leggen bibliotheekvestigingen de focus op laagtaalvaardige ouders via bijvoorbeeld het Taalhuis. De gemeente wordt voorbereid op de lokale coördinatie en regie van deze gezinsaanpak waar preventie en curatie laaggeletterdheid bij elkaar komen.
We gaan de volgende activiteiten uitvoeren
- Strategische allianties: Het ontstaan van allianties tussen overheden, onderwijs, leesbevorderingsorganisaties en bibliotheken om middelen te verkrijgen én aan de slag te gaan met een integrale aanpak om lezen te bevorderen.
- Grotere deelname aan opleidingen: Stichting Lezen en het kernteam jeugd en onderwijs van SPN zetten in op kwalitatief goede ondersteunende websites en een hogere deelname aan opleidingen voor leesconsulenten en leerkrachten.
- Fysieke en digitale collectie intensief onder de aandacht brengen: POI’s, de KB, Stichting Lezen en NBD Biblion gaan de lokale volwaardige bibliotheekvestigingen en schoolbibliotheken toerusten om de collectie intensief onder de aandacht te brengen bij leerkrachten en leerlingen. Denk aan dBos online of de leesleenapp voor het po.