Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Dossier De bibliotheek in coronatijd

  1. Wat te bewaren voor de toekomst in coronatijden?

Kees Teszelszky over de vraag welke informatie behouden moet blijven
Wat te bewaren voor de toekomst in coronatijden? Conservatoren in bibliotheken verzamelen bronnen die relevant kunnen zijn voor historici van de toekomst. Helaas is het lastig te voorspellen wat al morgen, straks over vijftig jaar of pas zelfs over honderd jaar als bron kan dienen of een historisch moment is geweest. Sommige zaken lijken nu heel belangrijk en relevant, maar hoeven dat op de langere termijn niet te zijn, omdat de huidige coronacrisis vanuit een andere blik of gezien de ontwikkelingen op de langere termijn een nieuwe betekenis en een ander belang zal krijgen. Kees Teszelszky, conservator Digitale Collecties bij de KB, over de vraag wat te bewaren voor de toekomst in coronatijden.
Russische tanks

Foto van mensen op straat bij buitgemaakte Russische tanks om de hoek bij de geschiedenisfaculteit van de ELTE-universiteit in Boedapest, 1956. Foto: Fortepan.

Tijdens het schrijven van mijn proefschrift over de ‘sacra corona’, ofwel de heilige kroon van Hongarije, rond 2001, sprak ik vaak over dergelijke historische processen met mijn Hongaarse promotor Ágnes Várkonyi (1928-2014). Zij was een beroemd historica en studeerde geschiedenis in Boedapest vlak na de oorlog en tijdens de communistische machtsovername (1945-1949). Ik krijg nog kippenvel van haar levendige beschrijvingen van het verwoestte Boedapest na de Tweede Wereldoorlog, dat ze zag op weg naar de hoorcolleges aan de universiteit. Tijdens de Hongaarse Revolutie van 1956 was ze inmiddels docent aan de geschiedenisfaculteit. Met de studenten van haar werkcollege trok ze door de stad en als de gevechten tussen de Russische soldaten en de Hongaarse vrijheidsstrijders even waren stilgevallen, raapten ze de pamfletten op die waren achtergelaten of maakten ze foto’s van de opschriften op de buitgemaakte tanks of andere in hun ogen belangrijke zaken.

Haar les was: observeer, registreer en analyseer, maar doe dat vooral samen. Let op de blik van de ander en leer daarvan zonder meteen te oordelen. Spreek met mensen die midden in de gebeurtenissen zitten en daar invloed op uitoefenen, maar geef ook aandacht aan gewone mensen die worden meegezogen in de maalstroom van de geschiedenis, niet goed begrijpen wat er aan de hand is en de grip op hun dagelijks leven lijken te zijn kwijtgeraakt.

De historische context waarin bronnen worden verzameld, is van belang om een collectie te kunnen begrijpen en te gebruiken in de toekomst. Daarom zal ik iets vertellen over de persoonlijke omstandigheden waarin ik bij de KB een coronacollectie opbouw met mijn collega’s. Met de quarantaine begon voor mij een periode van ‘innerlijke emigratie’, waarbij ik veel aandacht aan het welzijn van mijn gezin heb gegeven en voor rust en stabiliteit thuis wilde zorgen in een woelige wereld. Daarnaast ging mijn werk als conservator digitale collecties natuurlijk gewoon door, maar dan online. Wat mij opviel was hoe soepel de overgang in mijn gezin verliep tussen de analoge lessen op school en het online-onderwijs thuis. Mijn drie kinderen pasten zich razendsnel aan: vanaf de eerste dag leek het alsof zij nooit anders les hadden gehad dan online. Mijn dochter van twaalf had al snel door hoe je het internetfilter van school kon omzeilen door gebruik te maken van duckduckgo. Ik heb heel veel foto’s van die thuissituatie gemaakt: de kinderen verkleedt in carnavalskostuum voor de webcam, het huiswerk maken op het balkon en de online-dictees die werden afgenomen door de kinderen al schrijvend op een whiteboard voor de webcam.

Tekeningen van Onfim

Tekeningen van Onfim, via Wikipedia.

In de eerste week van de quarantaine heb ik het initiatief genomen voor een landelijke actie om bronnen te verzamelen over het coronatijdperk in samenwerking met het Netwerk Digitaal Erfgoed. Daarnaast heb ik ook voor mijn eigen privécollectie tientallen memes bewaard, screenshots gemaakt van social media posts en daarnaast websites aangedragen voor de nationale coronacollectie van de KB en de internationale coronacollectie van de International Internet Preservation Coalition. Ook probeer ik Julia Noordergraaf (hoogleraar digitaal erfgoed) en Tobias Blanke (hoogleraar Humanities and AI) van de Universiteit van Amsterdam te helpen bronnen te verzamelen over de coronacrisis. Ook hier gaat het erom vluchtige bronnen te bewaren en in kaart te brengen op welke wijze individuen en gemeenschappen hun ervaringen met de coronacrisis in het dagelijks leven vastleggen in woord en beeld.

Verder heb ik voor de KB veel XS4ALL-homepages geselecteerd en gearchiveerd voor ons project internetarcheologie, dat wordt gesteund door het SIDN-fonds en Stichting Internet4ALL. Bij de selectie let ik specifiek op de digitale sporen die gewone mensen achterlaten op het web en die een uiting kunnen zijn van ontwikkeling van de digitale cultuur. Het viel mij hier op hoe belangrijk de rol van soms zeer jonge kinderen in de vroege Nederlandse internetcultuur was. Primaire bronnen in de geschiedenis die gemaakt zijn door kinderen en die iets laten zien van hun belevingswereld zijn uitermate zeldzaam: een prachtig voorbeeld is de collectie van dertien kindertekeningen en andere schrijfsels op berkenbast die gemaakt zijn door het zes- of zevenjarige jongetje Onfim uit het dertiende-eeuwse Novgorod in Rusland. Uiteraard waren die tekeningen en teksten nooit bedoeld om in de openbaarheid te komen of uiteindelijk in een museum of wetenschappelijke publicatie te belanden.

Net als in de Russische bodem van Novgorod herbergt de KB-webcollectie ‘XS4ALL-homepages’ vergelijkbare webarcheologische schatten. Dankzij de internetprovider XS4ALL kregen ook kinderen vanaf 1993 voor het eerst de mogelijkheid om zonder tussenkomst van volwassenen professionele homepages te publiceren op het web. Ik noem dergelijke vroege sites webincunabelen of webwiegedrukken, omdat die online homepages al echte digitale publicaties zijn, maar ook nog de kenmerken hebben van de traditionele analoge drukken op papier als opmaak, uiterlijk en inhoud. Zo lijken veel oude homepages nog erg op een traditioneel papieren boek met inhoudsopgave en hebben sommige zelfs de kenmerken van een fysieke publicatie als een ringband.

Afbeelding
De oudste homepage van Nederland, gemaakt door Kees Huyser (1994).

Juist de kinderen van de vroege jaren negentig namen de vrijheid om te experimenteren met vormgeving, inhoud en tekst. Ook reflecteerden zij op een onbevangen manier op het dagelijks leven en kenden zij nog niet de schroom van het naar buiten brengen van een persoonlijke boodschap voor een wereldwijd publiek en waren zij trots op het enorme en voordien ongekende bereik dat hun werk zo kreeg (bijvoorbeeld de Hampsterdance, een van de oudste memes ter wereld). Precies dit soort bronnen, die vergelijkbaar zijn met deze webincunabelen, zou ik ook willen bewaren uit deze coronaperiode. Zelf vind ik de krijttekeningen van kinderen die worden gedeeld op Instagram wat dit betreft het meest interessant. Omdat kinderen vrijwel niet konden buitenspelen met andere kinderen in de speeltuin, maar toch hun ervaringen en emoties wilden verwerken, zag je een aantal weken geleden, toen het mooie weer begon, een golf van krijtkunst op straat en social media verschijnen met corona of de coronacrisis als onderwerp. Echt fascinerend en buitengewoon kwetsbaar materiaal, maar ook iets dat een prachtige momentopname kan zijn voor de toekomst, net als de berkenbasttekeningen van het Russische jongetje uit de Middeleeuwen.

Meer lezen?

  • Deze blogpost is een bewerkte versie van mijn bijdrage aan de podcast van Onder Mediadoctoren. Hij verscheen eerder op Historici.nl.
  • Meer over de coronacollectie van het Netwerk Digitaal Erfgoed is hier te lezen.
  • Historici.nl houdt een coronacluster bij van de vele initiatieven die her en der zijn ontstaan om verhalen, beelden en ervaringen gerelateerd aan COVID-19, corona of de pandemie vast te leggen voor de ‘historici van de toekomst’. Lees hier meer.