Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Leesoffensief in Venlo: 'Je kunt ook klein beginnen'

Nieuwsbericht
Vergelijken
15 oktober 2021
Eerder dit jaar ontvingen bibliotheken door het hele land subsidie in het kader van het Leesoffensief. Met dit geld kunnen zij aan de slag om kinderen en jongeren aan het lezen te krijgen. In deze nieuwe interviewserie komen bibliotheken aan het woord over de mooie projecten die ze met deze subsidie aan het opzetten zijn. In Venlo wordt de subsidie ingezet voor een levendige leescultuur in het voortgezet onderwijs.
Inhoudsblokken

De alarmerende PISA-cijfers over het hoge percentage laaggeletterde middelbareschoolleerlingen hebben ook Tess Holtermans, teamleider onderwijs bij de bibliotheek in Venlo, bereikt. ‘Zulke onderzoeken maken het des te belangrijker de doorgaande leeslijn die we proberen te creëren ook voort te zetten op de middelbare school, en dan met name op het vmbo. Vorig jaar hebben de laatste basisscholen in Venlo zich aangesloten bij de Bibliotheek op school; nu willen we hetzelfde effect bereiken in het voortgezet onderwijs.’

Tess Holtermans

Een flinke ambitie, waarvoor de Limburgse bibliotheek Leesoffensief-gelden te besteden kreeg. ‘Het is nog best even zoeken,’ geeft Holtermans toe. ‘We kunnen onze methode voor de samenwerking met het primair onderwijs niet naadloos toepassen op middelbare scholen. Vestigingen zijn bijvoorbeeld veel groter, waardoor het lastiger is alle docenten te bereiken.’ Terwijl dat is wat ze bij de Venlose bibliotheek het liefst willen. ‘Ook bij middelbare scholen sluiten we zoveel mogelijk aan bij het model van de Bibliotheek op school, met een eigen invulling van de verschillende bouwstenen. Met kleinere interventies proberen we nu alvast een begin te maken.’

Overal een leescultuur

‘Onze uiteindelijke wens is op elke school in Venlo een leescultuur te bewerkstelligen,’ legt Holtermans uit. ‘Via onze leesconsulenten hopen we leerkrachten te laten kennismaken met simpele manieren waarop je in de klas met leesbevordering aan de slag kunt. Daarbij gaat het ons nadrukkelijk niet alleen om de docenten Nederlands, maar ook om andere leraren. We hopen dat de biologiedocent vertelt welk boek hij of zij op het nachtkastje heeft liggen; de natuurkundeleraar er een boek van Stephen Hawking bij pakt; de leerkracht maatschappijleer vertelt door welke non-fictietitel hij of zij onlangs gegrepen was.

Het zorgt ervoor dat leesbevordering een doel van de hele school wordt en niet alleen van de vakgroep Nederlands.’ Op papier zijn de eerste afspraken om dat te bereiken inmiddels gemaakt. ‘Venlo kent een grote onderwijsstichting met drie campussen. Met twee daarvan hadden we al een samenwerkingsovereenkomst, met de derde nog niet. Daarnaast werken we samen met een middelbare school voor speciaal onderwijs, die sinds vorig jaar zelfs een eigen schoolbibliotheek heeft. We zijn druk bezig hen te verleiden tot een duurzame samenwerking. Daarnaast hebben we de bestaande samenwerkingen verbreed. Voor de zomervakantie hebben we bij die campussen onze nieuwe aanpak aangekondigd, waarbij we ons richten op specifieke teams, die het Leesoffensief als basis heeft. Dat betekent niet alleen dat we beginnen met laagdrempelige activiteiten, maar ook dat we ons in eerste instantie vooral richten op het vmbo, en dan specifiek de onderbouw.’

Coronaherstel

Holtermans en haar team ontdekten toen: in het herstel van de coronacrisis heeft lezen bij scholen nu eenmaal niet de hoogste prioriteit. ‘Inmiddels hebben we met drie teams goed contact: clusters van een leraar of twintig, die gemotiveerd zijn om met ons aan de slag te gaan. Als een docent ons vraagt: ik wil graag iets aan leesbevordering doen, maar ik weet niet goed wat, zijn wij al heel gelukkig.’

Het liefst zouden ze bij de bibliotheek in Venlo zo snel mogelijk uitbreiden. Maar ze weten: niet iedere docent leest. ‘Onderzoeken naar het leesgedrag van pabo-studenten laten dat ook zien. Terwijl het toch echt díe mensen zijn die kinderen aan het lezen moeten brengen. Niet alleen op de basisschool, maar ook in het voortgezet onderwijs. Wie nu in Venlo naar school gaat, ervaart met de overgang van groep acht naar de brugklas op leesgebied nu in sommige gevallen een achteruitgang.’

Zo persoonlijk mogelijk

Wat heeft de bibliotheek te bieden om dat schrikbeeld tegen te gaan? ‘We maken bijvoorbeeld gebruik van de Vliegensvlugge Verteller: een korte introductie van veel verschillende boeken. Op die manier enthousiasmeer je kinderen en laat je ze kennismaken met verschillende genres, zodat ze erachter komen welk boek het beste bij hen past. Ook dat hoeft niet per se tijdens de lessen Nederlands, maar kan ook tijdens ieder ander vak.’

Zo’n activiteit kan docenten helpen die niet goed weten waar ze moeten beginnen, ziet Holtermans. ‘We proberen de aanpak zo persoonlijk mogelijk te maken door de verbinding tussen de leesconsulent en het schoolteam te vergroten. Daardoor wordt het hopelijk makkelijker ons meer vragen te stellen en onze hulp in te schakelen.’

Of men dat ook daadwerkelijk doet, hangt vaak sterk af van de bevlogenheid van de docent, maar ook van de ervaringen die de leerkracht zelf met de bibliotheek heeft. ‘We hebben niet de illusie dat iedere docent een lezer of zelfs een leesbevorderaar zal worden, maar als we de helft kunnen verleiden tot gedragsverandering, is dat al enorme winst,’ aldus Holtermans.

Daarbij helpt het om docenten die zelden een boek aanraken, zich ervan bewust te maken dat ook zij veel lezen. ‘Kranten, tijdschriften of onderwijsliteratuur helpen ook om je leesniveau op pijl te houden,’ weet Holtermans. ‘Door daarover te vertellen in de klas, straal je net zo goed uit dat je lezen belangrijk vindt. Dieper lezen, daar gaat het volgens het Leesoffensief ook om. Dat kan je leren met een boek in de hand, maar ook op je laptop met een opiniestuk voor je neus.’

Concrete resultaten

Holtermans kijkt uit naar het moment dat de aanpak concrete resultaten gaat opleveren. ‘Als we ook de samenwerkingsovereenkomst met de derde schoolcampus hebben ondertekend, willen we een grootse aftrap organiseren,’ blikt ze vooruit. ‘We hopen natuurlijk op een structurele samenwerking, waarbij als vanzelfsprekend aan ons wordt gedacht. De subsidie van het Leesoffensief is weliswaar eenmalig, maar we proberen toch een blijvend effect te bewerkstelligen.’

Volgens de visie van Holtermans krijgt dat effect de vorm van een goed doortimmerd plan per school, waarin genoemd staat welke activiteiten ze op jaarbasis willen doen en hoe ze die voor het voetlicht gaan brengen. ‘Het liefst zouden we zien dat scholen concrete doelen opstellen: dat elke docent minimaal één keer per maand in de klas vertelt wat hij of zij aan het lezen is, bijvoorbeeld. We dagen de teams waarmee we contact hebben nu alvast uit om daarover na te denken. Alleen zo worden we niet alleen ingeroepen bij losse vragen, maar krijgen we een plek in het beleid en wordt lezen een prioriteit bij elke school.’