Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Leesoffensief in Schiedam: ‘Ook in praktijkklas zitten kinderen die van lezen houden’

Nieuwsbericht
Vergelijken
13 december 2021
Eerder dit jaar ontvingen bibliotheken door het hele land subsidie in het kader van het Leesoffensief. Met dit geld kunnen zij aan de slag om kinderen en jongeren aan het lezen te krijgen. In Schiedam wordt de subsidie ingezet voor het opzetten van een structurele samenwerking met het praktijkonderwijs in de stad.
Inhoudsblokken
Monique Verweijmeren

Als Monique Verweijmeren de directeur van de praktijkschool de afgelopen jaren tegenkwam, was die niet altijd vrolijk: in het onderwijs loopt niet altijd alles van een leien dakje. In die gezichtsuitdrukking is de afgelopen maanden verandering gekomen en dat zou weleens kunnen komen door de schoolbibliotheek die daar dit schooljaar is opgezet. De Schiedamse bibliotheek zette haar Leesoffensief-gelden in op de samenwerking met deze praktijkschool, met een mooie schoolbibliotheek als eerste doel.

‘We kregen het verrassend snel voor elkaar,’ herinnert Verweijmeren zich. ‘De boeken hebben we aangeschaft via de boekhandel. Jeugdboeken hebben vaak al een harde kaft en hoeven dus niet zo nodig te worden verstevigd. Omdat op de school nog geen uitleensysteem wordt gebruikt, was oormerken ook nog niet nodig.’

De school investeerde zelf ook flink in de schoolbibliotheek: er werd een ruimte vrijgemaakt, geschilderd en van gloednieuwe kasten voorzien. Een enthousiasmerende programmering is de volgende stap. ‘Met activiteiten willen we ervoor zorgen dat de leerlingen de boekenkast in duiken. Met name bij deze doelgroep is het belangrijk dat lezen zo laagdrempelig mogelijk is.’

Groot effect

In Schiedam zetten ze hun tijd en energie in op de plekken waar het het hardst nodig is. ‘We hadden ook een subsidie kunnen aanvragen om jongens op het gymnasium aan het lezen te krijgen, maar die komen er wel,’ aldus Verweijmeren. ‘Schiedam is een arme stad met een hoog percentage laaggeletterden. Er zijn hier dus veel doelgroepen die onze hulp harder nodig hebben. We willen een zo groot mogelijk effect sorteren, in alles wat we doen.’

De praktijkschool waarmee de bibliotheek nu de samenwerking aangaat, is de enige in Schiedam. Verder kent de stad twee reguliere scholengemeenschappen, een categoraal gymnasium en een school voor kinderen die in het reguliere onderwijs hun draai niet kunnen vinden. Op sommige van die scholen is de hulp van de bibliotheek harder nodig dan bij anderen, ziet Verweijmeren. ‘We noemen scholen vaak de grote gelijkmaker, maar dat is lang niet altijd het geval. De bibliotheek kan een belangrijke rol vervullen om dat wél voor elkaar te krijgen. De doorlopende leerlijn die we nog verder aan het uitwerken zijn, draagt daaraan bij, evenals de gezinsaanpak die we bij alle leeftijden toepassen. We moeten met zijn allen optrekken: de bibliotheek, de kinderopvang, de school en de ouders, anders komen we er niet.’

Kansengelijkheid creëren

Kansengelijkheid is voor Verweijmeren een belangrijk thema. ‘Veel kinderen in Schiedam staan op voorhand 1-0 achter, bijvoorbeeld omdat ze een andere religieuze achtergrond of laaggeschoolde ouders hebben. Ik weet uit eigen ervaring welk effect dat kan hebben: op de basisschool was ik de slimste van de klas, maar ik kreeg toch het advies om naar de huishoudschool te gaan, omdat mijn ouders allebei uit een arbeidersgezin kwamen. Nog steeds trappen leerkrachten in die val: ze adviseren slimme kinderen om naar het vmbo in plaats van naar de havo, omdat ze bang zijn dat ze zich in hun thuissituatie niet goed ondersteund voelen. Inmiddels weten we: die kinderen moet je juist een uitdaging geven – ze trekken zich op aan een hoger advies.’

Praktijkscholen zijn een aparte tak van sport, weet Verweijmeren inmiddels. ‘De kinderen zijn niet zwakbegaafd, maar ze komen wel van de basisschool met gemiddeld drie jaar leerachterstand. Het is de bedoeling dat ze aan het einde van hun schoolcarrière redelijk voor zichzelf kunnen zorgen. Ze worden opgeleid om te leven in de praktijk.’

Daar hoort ook leren lezen bij. ‘We willen deze jongeren graag helpen om een plek te kunnen innemen in de maatschappij. Daar kan de bibliotheek aan bijdragen door ze taalvaardiger te maken. Als we ervoor kunnen zorgen dat ze geen afkeur meer hebben van boeken en lezen, zijn we al heel blij.’

Stripboek

Toch is het een fabel dat alle jongeren op dit niveau een hekel hebben aan lezen. ‘Veel van hen hebben dyslexie of leesproblemen, maar sommigen lezen juist heel graag,’ ziet Verweijmeren. ‘Bijna alle leerkrachten die we spreken weten wel te vertellen over die paar fanatieke kinderen in de klas die boeken verslinden. Je moet ze aan het juiste boek helpen, dan wordt alles anders.’

Dat betekent ook dat kinderen meer mogen lezen dan alleen fictie. ‘Als ze liever een stripboek willen lezen, mogen ze van mij hun gang gaan,’ vindt Verweijmeren. ‘Uit onderzoek is gebleken dat die boeken heel taalrijk zijn. Ook non-fictie is wat mij betreft dik in orde – als ze maar lezen.’

Een voordeel van het praktijkonderwijs: de band tussen leerkracht en leerling is vaak hecht, waardoor een docent goed weet wat een kind leuk vindt. ‘Dat is een ander verhaal bij grote vmbo-scholen, waar leerlingen binnenkomen met een capuchon over hun hoofd en een zak chips in hun hand. Die wachten simpelweg tot het leesuurtje weer voorbij is. Maar wanneer we bij een praktijkschool binnenstappen, zijn de kinderen vaak heel enthousiast.’

Ze komen nog steeds tot nieuwe inzichten. ‘Aan het begin van een activiteit vragen we bijvoorbeeld vaak aan leerlingen: wat zijn jullie hobby’s? Wat doe je in je vrije tijd? Een beetje hangen en gamen, krijgen we bij deze jongeren vaak als antwoord. We moeten het dus over een andere boeg gooien.’

Zelfvertrouwen

Het raakt Verweijmeren dat veel van de leerlingen op de praktijkschool zichzelf niet slim genoeg lijken te vinden voor lezen. ‘Ik hoor ze zeggen: juf, ik zit niet voor niets op deze school, ik ben hier te dom voor. Ze hebben een beeld van zichzelf waarin lezen niet goed past. Dat beeld willen we bij de bibliotheek veranderen. Daar kunnen boeken ook heel goed bij helpen: door kinderen te laten lezen over iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, voelen ze zich beter.’

Verweijmeren en haar team willen het bestaande aanbod voor de praktijkschool graag verder uitbouwen. ‘Dit jaar kunnen we dankzij de subsidie alles gratis aanbieden. Zo kunnen we laten zien wat we als bibliotheek allemaal te bieden hebben. We hopen dat ze volgend jaar ook onze betaalde diensten willen aannemen, en dat ze naar de bibliotheek blijven komen. Op die manier hopen we uiteindelijk alle middelbare scholen in Schiedam in onze portefeuille te hebben. Maar nu zorgen we er alvast voor dat alle leerlingen een bibliotheekpas hebben, zodat ze ook e-books en luisterboeken kunnen lenen. Hoe dat werkt, hoef je ze nauwelijks uit te leggen: ze zetten het zo op hun telefoon of tablet. Dat maakt de kans dat ze het lezen verleren weer een stukje kleiner.’