Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Georges Elissen en Mirjam Zweers over vervolg Netwerkagenda: ‘Programmering voor zelfredzamen is de sleutel tot acht miljoen burgers’

Nieuwsbericht
Vergelijken
4 maart 2022
Welke plek krijgt persoonlijke ontwikkeling in het programma van de bibliotheek? Volgens Georges Elissen en Mirjam Zweers, werkzaam bij respectievelijk Rijnbrink en Probiblio, is het de manier om de ambitie om acht miljoen burgers te bereiken waar te maken.
Inhoudsblokken
Georges Elissen

Tot een jaar geleden maakte persoonlijke ontwikkeling nog geen onderdeel uit van de plannen van SPN, weet Georges Elissen, projectleider bij Rijnbrink. ‘Afzonderlijke POI’s gaven afzonderlijk invulling aan het programma. Met name de POI`s met een groter werkgebied gaven er op soortgelijke schaal invulling aan. Wat nu als we die plannen samenvoegen, dachten we, want er is al zoveel.’

En zo geschiedde. Samen met onder anderen Mirjam Zweers, manager Collectie en Programmering bij Probiblio, stak hij zijn handen uit de mouwen en schreef een plan. ‘Met de komst van de Wsob in 2015 kreeg programmering een vliegende start in de bibliotheeksector,’ analyseert Zweers. ‘Toch is het altijd een ondergeschoven kindje gebleven: niet elke bibliotheek heeft er even veel tijd, geld, expertise en ruimte voor.’

Elke bibliotheek vult de programmering rondom persoonlijke ontwikkeling weer anders in, ziet Elissen. ‘De ene bibliotheek vindt dat digitaal burgerschap bij persoonlijke ontwikkeling hoort, de ander weer niet. De een focust alleen op volwassenen, de ander betrekt er ook kinderen bij. Daardoor ontstaat ook ruis op de lijn over de vraag welke doelgroepen je er precies wilt aanspreken en welke expertise je daarvoor nodig hebt.’

Want persoonlijke ontwikkeling is geen programmalijn die je er als medewerker bij doet. ‘Het is een vak,’ stelt Elissen. ‘Je moet niet alleen kennis hebben van het opzetten van een evenement, maar ook van de collectie, marketing en beleid. Wat heb je nodig om een debat op te zetten? Hoe zorg je ervoor dat de communicatie op orde is? En hoe bed je dat alles in in het bredere verhaal van de bibliotheek?’

Mirjam Zweers

Oog voor zelfredzamen

Dat persoonlijke ontwikkeling bij veel bibliotheken nog niet de focus heeft, heeft volgens Elissen ook te maken met de nadruk op niet-zelfredzamen in de programmering. ‘We willen als bibliotheeksector ons bereik uitbreiden van vier naar acht miljoen burgers. Dat kunnen we alleen als we ons ook op de zelfredzamen in de samenleving richten. We zetten daarin nu de eerste voorzichtige stappen, bijvoorbeeld door samen te werken met VPRO Tegenlicht voor het organiseren van meet-ups en door de handen ineen te slaan met literaire programma’s als Brommer op zee.’

Op dit gebied zijn landelijk gezien veel interessante samenwerkingspartners, ziet Elissen. ‘Toen we die in het kader van het opzetten van de programmalijn persoonlijke ontwikkeling spraken ter inspiratie, gaven deze partijen interessant genoeg aan dat ze de bibliotheek als heel vanzelfsprekende locatie zien voor publieke debatten. We omarmen die functie zelf alleen nog niet helemaal.’

Elissen begrijpt hoe dat komt. ‘Als bibliotheken moeten bezuinigen, zijn die lezingen en debatten het eerste programmaonderdeel dat het onderspit moet delven. Je hebt er bovendien een hoop expertise voor nodig: je moet goed kunnen samenwerken, je voelsprieten op scherp hebben staan voor signalen uit de lokale omgeving en ondernemend van geest zijn. Dat doe je er niet zomaar even bij.’

Dat kun je als programmamaker dan ook niet alleen, ziet Zweers. ‘De programmeur is vaak een lone ranger binnen de bibliotheekorganisatie, die niet alleen de organisatie op zich neemt, maar zelf de rijen stoelen neerzet en de deur opendoet voor het publiek. Terwijl een centrale positie in de bibliotheekorganisatie voor zo’n functie juist zo belangrijk is. Misschien zou de programmering zelfs het primaire proces van de bibliotheek moeten zijn, waarop alle andere processen zijn afgestemd. Daarmee wordt de activiteitenkalender of programmastrategie het uitgangspunt, dat bepaalt welke andere strategische keuzes worden gemaakt.’

Leergang

Om bibliotheken daarin te ondersteunen, is door Rijnbrink een leergang Programmeren in de Bibliotheek opgezet. ‘We bespreken daarin bijvoorbeeld hoe belangrijk het is niet te denken vanuit budget, maar vanuit strategie,’ vertelt Elissen. ‘Programmeurs zijn geneigd aan het MT te vragen hoeveel budget ze voor jaar x hebben en het te doen met wat ze krijgen. Terwijl: als je eerst een plan opstelt en vervolgens het budget bij elkaar haalt, bijvoorbeeld met subsidies, kom je veel verder.’

Nog niet alle bibliotheken zijn zover om zich met zulke zaken bezig te houden, weet Zweers. ‘Voor sommige bibliotheken zit de uitdaging ‘m al in het organiseren van bijvoorbeeld een debat. De fasen waarin organisaties zich bevinden, lopen op dit vlak nog sterk uiteen.’

Om bibliotheken daarin dichter bij elkaar te laten komen, is kennisuitwisseling belangrijk. ‘We willen voor iedereen iets passends bieden,’ aldus Elissen. ‘We willen kennisuitwisseling tussen programmeurs faciliteren met landelijke intervisiebijeenkomsten en andere vormen van kennisdeling. Ook spelen wij als SPN een belangrijke rol: wij kunnen de verbinding leggen met landelijke samenwerkingspartners. De KB ontfermt zich over digitale zaken, zoals e-content om je verder te ontwikkelen.’

Ook monitoring van de programma’s is belangrijk, aldus Zweers. ‘We hebben over programmering relatief weinig cijfers beschikbaar. We weten niet goed hoeveel programma’s bibliotheken uitvoeren en hoeveel mensen daarop afkomen. Dat komt ook door diffuusheid in definities: voor de een is een gesprek met een taalmaatje een programma, voor de ander niet. Het zou mooi zijn als we meer inzichten zouden kunnen vergaren in de positie van programmering in de lokale bibliotheek.’

Programmeur als begeleider

Veel bibliotheken zien niet wat ze al aan persoonlijke ontwikkeling doen, ziet Elissen. ‘Van debatten over duurzaamheid tot bijeenkomsten rondom rouwverwerking – in ons werkgebied gebeurt al heel veel. Laten we in de nabije toekomst goed nadenken over wie we met al die programma’s willen bereiken en best practices met elkaar delen.’

De POI’s helpen daar bijvoorbeeld bij door publicaties beschikbaar te stellen over fondsenwerving en andere vormen van financiering. Ook worden stappenplannen opgesteld en staat er een landelijke dag op 10 mei 2022 op de planning om zaken als strategie en doelgroepen met elkaar te bespreken en bestaande initiatieven bij elkaar te brengen.

‘Het zou mooi zijn als we communities kunnen creëren waarin de programmeur ook een coach en facilitator is,’ aldus Zweers. ‘Laten we vooral de burger aan het woord laten. Dat past goed bij deze tijd en het gedachtengoed OF/BY/FOR ALL: mensen worden steeds mondiger en vertellen ook online wat ze vinden. Het zou mooi zijn als we dat naar het fysieke kunnen trekken. Dan wordt de programmeur meer een facilitator van het maatschappelijk debat.’

Dat debat kan over van alles gaan, vindt Elissen. ‘Er zijn zoveel thema’s die voor het oprapen liggen – van lokaal tot wereldwijd. Denk bijvoorbeeld aan duurzaamheid, democratie of huisvesting voor studenten in de eigen stad.’

De bibliotheek is de uitgelezen plek om zulke gesprekken te laten plaatsvinden, vindt Elissen. Immers: niet elke stad heeft een Pakhuis de Zwijger of debatcentrum. ‘We zijn een vrij toegankelijke plek in het hart van de samenleving. Het wordt tijd dat we alle doelgroepen aan ons binden en die verbinding borgen in onze strategieën.’