Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Dossier Bibliotheekstatistiek 2021

  1. Leden, collectie en uitleningen

Analyse van leden, fysieke collectie en uitleningen
Hoeveel burgers zijn lid van de openbare bibliotheek? Door hoeveel burgers werden de openbare bibliotheken in 2021 bezocht? Hoe groot is de totale fysieke collectie waarvan bibliotheekleden gebruik kunnen maken? En hoeveel jeugdboeken, boeken voor volwassenen en audiovisuele materialen leenden zij? Hier vind je de belangrijkste uitkomsten van de Gegevenslevering Wsob over leden, collectie en uitleningen terug.

3,4 miljoen bibliotheekleden in 2021

Tot halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw nam het aantal leden van de openbare bibliotheken in Nederland vrijwel continu toe. In de periode 1996-1998 vond een omslag plaats en daalde het aantal leden. Tussen 2006 en 2012 leek het totaal aantal bibliotheekleden zich te stabiliseren, maar daarna zette een afname in. Het aantal leden is sinds 2011 niet meer boven de 4 miljoen gekomen. Van 2014 tot 2018 lag het aantal bibliotheekleden rond de 3,7 miljoen, waarbij jaarlijks een lichte afname van 1 à 2% zichtbaar was. In 2020 en 2021 daalde het aantal leden meer dan voorgaande jaren: met circa 3%. Deze daling hangt nauw samen met het dalende aantal bibliotheekbezoeken als gevolg van de coronamaatregelen. De 139 Nederlandse openbare bibliotheekinstellingen telden samen circa 3,4 miljoen leden. Eén op de vijf Nederlanders was in 2021 lid van de openbare bibliotheek.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022.

Meer jeugdleden dan volwassen leden

In 2005 waren voor het laatst meer volwassenen dan kinderen en jongeren lid van de bibliotheek. Daarna nam het aantal jeugdleden (tot 18 jaar) gestaag toe, maar tussen 2015 en 2019 stabiliseerde het rond de 2,3 miljoen. In 2021 bestond 64% van het totale ledenbestand uit jeugdleden. Zowel het aantal volwassen leden als het aantal jeugdleden daalde in 2021, tot ruim 1,2 miljoen volwassen leden en 2,2 miljoen jeugdleden. Waar de daling voorgaande jaren met name zichtbaar was in het volwassen ledenbestand, is de daling nu bijna even groot voor volwassenen en jeugd (beide 3%). Alleen in de groep jeugdleden van 10 tot 12 jaar was de afgelopen twee jaar een lichte groei zichtbaar (+2%). Zeven op de tien kinderen in Nederland waren in 2021 lid van de openbare bibliotheek, tegenover één op de tien volwassenen.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022.

Circa 31 miljoen bezoeken in 2021

Volgens opgave van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) nam het aantal bezoeken aan de bibliotheek tussen 2005 en 2013 vrijwel elk jaar af. In de loop der jaren zijn bij steeds meer bibliotheekvestigingen telpoortjes te vinden die het aantal bezoeken registreren. Sinds 2015 is met deze cijfers en met schattingen voor vestigingen zonder telpoortjes een plausibel cijfer vast te stellen over het landelijke aantal bezoeken. Het aantal bezoekers fluctueerde tussen 2013 en 2015 enigszins, maar klom sindsdien weer langzaamaan op. In de Gegevenslevering Wsob over 2019 werd het totaal aantal bezoeken op circa 63 miljoen geschat. In de bibliotheekbezoeken over 2020 en 2021 is vanwege de gedeeltelijke sluiting van de bibliotheken en de corona-maatregelen een sterke daling te zien: tot 31,3 miljoen bezoeken in 2021.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022.

*Tot 2015 zijn de bezoekersaantallen door de VOB geregistreerd en geanalyseerd; daarna zijn deze aantallen verzameld door de KB als onderdeel van de Gegevenslevering Wsob. In 2017 is de wijze waarop de bezoekersaantallen worden gevalideerd en geïmputeerd voor bibliotheken zonder telpoortjes aangescherpt. Deze aanpak is door de KB doorgevoerd voor de bezoekersaantallen vanaf 2015. Dat veroorzaakt een trendbreuk tussen de gegevens tot en met 2014 en de gegevens van 2015 en later. 

Verdere krimp audiovisuele collectie

De gezamenlijke collectie van (fysieke) boeken (23,3 miljoen), muziekcd’s (127 duizend), dvd’s (652 duizend) en bladmuziek (231 duizend) van alle openbare bibliotheken is in 2021 nagenoeg gelijk gebleven aan 2020, met circa 24,5 miljoen exemplaren. De omvang van de boekencollectie ligt sinds 2018 rond de 23 miljoen exemplaren. Tot 2015 bestond deze collectie uit meer boeken voor volwassenen dan voor jeugd, maar de laatste jaren is het aandeel jeugdboeken groter (55% in 2021). De omvang van de collectie audiovisuele materialen slinkt sinds 2004 ieder jaar. Sinds 2014 is jaarlijks een sterkere daling te zien, mede door de opkomst van nieuwe technologieën en video on demand-diensten van Netflix, Disney+ en tv- en internetproviders. In 2021 is de audiovisuele collectie met 12% gekrompen, tot 990 duizend exemplaren.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022.
SVG Image
Icoon maatschappelijke functies
3,4 miljoen
Statistiekbeschrijving
bibliotheekleden
SVG Image
Icon Overheid
31,3 miljoen
Statistiekbeschrijving
bezoeken
SVG Image
Icon fysieke collectie
24,5 miljoen
Statistiekbeschrijving
materialen in de collectie
SVG Image
Icon gedrag
40,6 miljoen
Statistiekbeschrijving
uitleningen

Dalend aantal uitleningen

Het aantal uitleningen van fysieke materialen loopt sinds 1999 vrij constant terug. Dat geldt voor boeken en audiovisuele materialen en zowel voor boeken voor volwassenen als boeken voor jeugd, fictie en non-fictieboeken. De afgelopen 15 jaar daalde het aantal uitleningen jaarlijks gemiddeld met 5%, maar in coronajaren 2020 en 2021 zien we veel grotere dalingen. In totaal werd in 2021 36% minder uitgeleend dan in 2019, voor de coronamaatregelen. Ondanks de sluitingen en maatregelen leenden bibliotheken in 2021 nog 40,6 miljoen materialen uit, waarvan 39,6 miljoen fysieke boeken. Bijna alle bibliotheken (96%) zetten tijdens de sluitingen een afhaalservice op, waarbij leden vooraf gereserveerde materialen in de bibliotheek op konden halen. Bijna driekwart van de bibliotheken bezorgde boeken of andere materialen (ook) aan huis.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022.

Daling groter voor boeken voor volwassenen

De daling in het aantal uitleningen was de afgelopen jaren groter voor boeken voor volwassenen dan voor jeugdboeken, maar in 2020 was dit precies andersom. De tijdelijke sluiting van bibliotheken en de coronamaatregelen leken daarmee van grotere invloed op de uitleningen – en het bezoek van de bibliotheek – door jeugdleden dan door volwassen leden. In 2021 is het aantal uitleningen verder gedaald, maar is de daling voor jeugdboeken weer beduidend kleiner dan voor volwassenen. Het aantal uitgeleende boeken voor volwassenen nam met 13% af tot 17,0 miljoen, het aantal uitgeleende jeugdboeken nam met 5% af tot 22,6 miljoen. Net als voorgaande jaren is de daling het grootste voor de uitleningen van audiovisuele materialen. Deze zijn in 2021 teruggelopen tot 943 duizend uitleningen; dat is 37% minder dan het jaar daarvoor. De daling van het aantal uitleningen van cd’s werd al voor 2005 ingezet; voor dvd’s geldt dat pas sinds 2014. In de afname van dvd-uitleningen is de opkomst van video on demand-diensten van tv- en internetproviders en bedrijven als Netflix, HBO, Disney+ en Videoland duidelijk zichtbaar.

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2022.

Meeste interbibliothecair leenverkeer binnen de provincie

Materialen die niet aanwezig zijn bij een lokale bibliotheek, maar wel elders in Nederland in de collectie, kunnen worden aangevraagd door bibliotheekleden. Deze materialen worden dan geleverd door een bibliotheek binnen de provincie, of als het daar niet is door een bibliotheek elders in het land, of door Muziekweb (met name voor cd’s en een kleiner aantal dvd’s). Dit wordt aangeduid als interbibliothecair leenverkeer (IBL). In 2021 leverden de bibliotheken bijna 2,0 miljoen materialen aan andere bibliotheken binnen de provincie en verzorgde Muziekweb 85 duizend IBL-leveringen. Het IBL betreft slechts een klein deel van het totaal aantal uitleningen van openbare bibliotheken. Van alle 40,6 miljoen uitleningen werd 95% uit de collectie van de eigen bibliotheekorganisatie afgehandeld en 99,9% werd binnen de provincie en met de collectie van Muziekweb afgehandeld. Voor slechts 0,1% van het totaal aantal uitleningen werd gebruikgemaakt van collecties van bibliotheken buiten de provincie. Dit is in lijn met de normen uit het Gezamenlijk Collectieplan (KB, 2020).

Bronvermelding