POI’s bieden provinciale ondersteuning
De lokale bibliotheken, de provinciale ondersteuningsinstellingen (POI’s) en de KB vormen gezamenlijk één netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen. In 2021 telde Nederland 139 bibliotheekorganisaties en 9 POI’s, die de openbare bibliotheken ondersteunen bij hun werkzaamheden. Samen vormen zij een landelijk dekkend netwerk, dat verenigd is in de Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN). SPN organiseert de samenwerking tussen de POI’s en andere organisaties. Vanuit de Wsob zijn de POI’s naast hun netwerktaken ook verantwoordelijk voor het interbibliothecair leenverkeer (IBL) en de ontwikkeling van innovaties ten behoeve van lokale bibliotheken. De meeste POI’s zijn – naast IBL en innovatie – actief op het gebied van digitale dienstverlening en infrastructuur, collectiebeleid, bedrijfsvoering en educatie.
Minder locaties met brede dienstverlening
In 2021 telde Nederland 139 bibliotheekorganisaties met 1.247 fysiek te bezoeken bibliotheeklocaties. Daarnaast zijn er drie openbare bibliotheken gevestigd in Caribisch Nederland. Europees Nederland telde in 2021 744 (hoofd)vestigingen en 162 servicepunten, verdeeld over het hele land. In 2012 waren dit nog 146 organisaties met 843 (hoofd)vestigingen en 220 servicepunten. De jaren daarna werden de locaties waar burgers terecht konden bij gekwalificeerd personeel en voor de brede dienstverlening vanuit de kernfuncties die de wet voorschrijft, steeds schaarser. Naar aanleiding van de evaluatie van de Wsob en het advies van de Raad voor Cultuur is met het Bibliotheekconvenant 2020-2023 ingezet op één toekomstbeeld voor het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen: dat iedere inwoner van Nederland de komende jaren binnen een redelijke afstand toegang heeft tot een volwaardige openbare bibliotheek. Een bibliotheek die alle vijf de bibliotheekfuncties uit de Wsob vervult: kennis en informatie ter beschikking stellen, mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie bieden, leesbevordering en kennismaking met literatuur, ontmoeting en debat organiseren en kennismaking met kunst en cultuur faciliteren. Vanuit die hoedanigheid levert de bibliotheek een relevante bijdrage aan de maatschappelijke opgaven en werkt daarbij intensief samen met partners op lokaal, regionaal en landelijk niveau.
Ruim 700 vestigingen ondergebracht in gezamenlijk gebouw
Veel bibliotheken opereren inmiddels vanuit multifunctionele accommodaties. In totaal zijn 721 vestigingen, 58% van alle bibliotheekvestigingen, in een multifunctionele accommodatie ondergebracht. Negen op de tien bibliotheekorganisaties hebben één of meerdere vestigingen met andere instellingen ondergebracht in een gezamenlijk gebouw. Deze bibliotheekvestigingen delen het gebouw voornamelijk met maatschappelijk dienstverleners en het primair onderwijs, maar ook kinderopvang, zorginstellingen en theaters zijn vaak in hetzelfde pand gevestigd. Met deze instellingen delen bibliotheken met name de publieksruimte, maar ook de programmering wordt relatief vaak gezamenlijk opgepakt. Ook op bestuurlijk niveau wordt samengewerkt met de andere instellingen. Eén op de vijf bibliotheekorganisaties werkte in 2021 op bestuurlijk niveau samen of middels een fusie met andere instellingen; dit zijn met name culturele instellingen.
De bibliotheek gemiddeld op 2 kilometer afstand
De afname van het aantal fysiek te bezoeken bibliotheeklocaties had de afgelopen jaren als gevolg dat de gemiddelde afstand tot de bibliotheek voor Nederlanders is toegenomen. Daarbij gaat het om de gemiddelde afstand van alle inwoners tot de dichtstbijzijnde bibliotheek, een (hoofd)vestiging of servicepunt, berekend over de weg. De gemiddelde afstand die een Nederlander in 2012 moest afleggen naar een bibliotheekvestiging was 1,7 kilometer. In 2015 stabiliseerde de afstand op 1,9 kilometer, maar in de afgelopen jaren is de afstand toegenomen tot 2,0 kilometer. In de meeste provincies is de gemiddelde afstand tot de bibliotheek in 2021 gelijk gebleven, maar in Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland is de afstand licht toegenomen (CBS, 2022b). Uit aanvullend onderzoek van het CBS blijkt dat er in bepaalde provincies en gemeenten grote verschillen zijn tussen de nabijheid van de dichtstbijzijnde (hoofd)vestiging of servicepunt van de bibliotheek en de dichtstbijzijnde bibliotheeklocatie (inclusief locaties als afhaalpunten en bibliobussen). Zo is de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde (hoofd)vestiging of servicepunt in Zeeland ruim 3 kilometer, maar de afstand tot de dichtstbijzijnde bibliotheeklocatie 1,6 km (CBS, 2022c).
Behoud bibliotheken in kleine gemeenten
In 119 gemeenten is de afstand tot de bibliotheek met brede dienstverlening tussen 2014 – voor invoering van de Wsob - en 2021 toegenomen, met de grootste verschillen in Montfoort, Lopik, Zundert en Reimerswaal. In 52 gemeenten is de afstand afgenomen, waarbij de grootste verschillen zichtbaar zijn in Hollands Kroon en Waalre (CBS, 2022c). In 40 gemeenten is de afstand tot de bibliotheek met brede dienstverlening in 2020 toegenomen, met de grootste verschillen in Oostzaan, Reusel-De Mierden, Medemblik en Bladel. In 17 gemeenten is de afstand afgenomen, waarbij de grootste verschillen zichtbaar zijn in Bergeijk, Noardeast-Fryslân en Utrechtse Heuvelrug (CBS, 2021). In de Rijksbegroting van 2019 is opgenomen dat het kabinet in de jaren 2019-2021 jaarlijks 1 miljoen euro reserveerde voor de bereikbaarheid van de openbare bibliotheek in de regio, om te zorgen voor een instandhouding van de voorzieningen (OCW, 2019). In elf van de twaalf gemeenten waren de resultaten van deze investering in 2021 zichtbaar, in de vorm van zeven nieuwe bibliotheekvestigingen, twee afhaalpunten en vijf versterkte bibliotheekvestigingen. In de twaalfde gemeente is de opening van een nieuwe bibliotheekvestiging beoogd in de zomer van 2022. Ondanks de beperkingen waar bibliotheken in 2021 mee te maken kregen vanwege corona, wisten de bewoners van de gemeenten de bibliotheek te vinden. In algemene zin heeft de motie Asscher gezorgd voor een gemiddeld hoger bedrag dat in de twaalf gemeenten per inwoner wordt besteed aan bibliotheekvoorzieningen, al liggen de gemiddelde bedragen per bibliotheek nog wel onder het gemiddelde bedrag per inwoner in Nederland voor de totale bibliotheeksector (Mulder et al., 2022).
Bronvermelding
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2022a). Openbare bibliotheken; leden, collectie, uitleningen vanaf 1900.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2022b). Nabijheid voorzieningen; afstand locatie, regionale cijfers.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2022c). Nabijheid bibliotheekvoorzieningen 2019, 2020 en 2021 vergeleken met 2014.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2021). Nabijheid van bibliotheekvoorzieningen in 2014 en 2020.
- [AvdB1] Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) (2019). Een bieb in de buurt. Geraadpleegd op 25-7-2022.
- Mulder, J., Knoote, B., Gayed, M., Yildiz, F. (2022). Evaluatie uitvoering motie Asscher. Den Haag: KWINK groep, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.