Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Vervolg Netwerkagenda rondom digitaal burgerschap: 'Wij streven naar inclusieve democratie'

Nieuwsbericht
Vergelijken
18 mei 2022
Digitaal burgerschap wordt een steeds belangrijker thema in onze samenleving. Het afgelopen jaar werd daarom een programmalijn rondom dit thema ingericht, die bibliotheken moet helpen burgers bij dit onderwerp te ondersteunen. Het was tegelijkertijd een oefening voor de netwerksamenwerking die we in het bibliotheekveld de komende jaren nog veel vaker met elkaar zullen aangaan.
Inhoudsblokken
Hildelies Balk

Jeroen de Boer en Hildelies Balk kunnen opgelucht ademhalen. Zij hebben net de laatste reviewsessie achter de rug, waarin zij door een groep onafhankelijke onderzoekers werden ondervraagd over de gang van zaken tijdens het inrichtingsjaar van de programmalijn digitaal burgerschap.

Digitaal burgerschap betekent dat mensen zich actief, vaardig en weerbaar kunnen bewegen in de online informatiesamenleving, legt Hildelies Balk, kwartiermaker van de programmalijn, uit. ‘Wie digitaal vaardig is, verkent nieuwe digitale mogelijkheden, benut de kansen die technologie biedt en ontwikkelt de vaardigheden die nodig zijn om te ontdekken en te experimenteren. Digitaal burgerschap betekent ook: je onderdeel voelen van de publieke zaak, ervaren dat je die mede kunt vormgeven en bereid zijn actief bij te dragen aan het maatschappelijk debat, ook als dit online wordt gevoerd.’

De programmalijn digitaal burgerschap ondersteunt bibliotheken hun rol in dit landschap te verstevigen en uit te breiden. ‘Vanuit hun natuurlijke positie in het informatielandschap kunnen zij samenwerken om digitaal burgerschap te positioneren in het hart van lokale gemeenschappen,’ licht Balk toe. ‘Bibliotheken kunnen burgers – jong en oud – vaardig en weerbaar maken, waardoor zij beter kunnen meedoen in en bijdragen aan de digitaliserende samenleving.’

Bouwstenen

Om bibliotheken zo goed mogelijk te ondersteunen bij hun ontwikkeling op dit gebied, liep van januari 2021 tot eind maart 2022 het inrichtingsjaar van de programmalijn digitaal burgerschap. Wat is in die periode allemaal in gang gezet? ‘De inrichting van het programma wordt vormgegeven in vijf bouwstenen,’ vertelt De Boer. ‘Dat zijn Netwerk & Beleid, Programmering, Expertise, Onderzoek en Communicatie. Binnen elk van die bouwstenen hebben we verschillende zaken opgeleverd. Denk bijvoorbeeld aan het netwerk dat we rond dit thema hebben opgebouwd, het onderzoek dat we in gang hebben gezet en de communicatiemiddelen die we hebben ontwikkeld. Ook belangrijk is het overzicht van programma’s, producten en tools dat we hebben gecreëerd, waarmee we lokale bibliotheken direct aan de slag kunnen om digitaal burgerschap vorm te geven.’

Tijdens het inrichtingsjaar werd nauw samengewerkt met lokale bibliotheken, benadrukt De Boer. ‘Dat hebben we met name gedaan in de vorm van proeftuinen. Vijf bibliotheken – de bblthk, Bibliotheek AanZet, Huis73, dbieb en de Bibliotheken Midden-Groningen – gingen tijdens het inrichtingsjaar aan de slag als proeftuin op het gebied van digitaal burgerschap. Ze richtten zich onder meer op citizen science, digitale wereldburgers en de 21e-eeuwse vaardigheden van jongeren. Hun bevindingen waren voor ons enorm waardevol: we zagen wat zij nodig hadden om verder te komen in hun projecten. Soms ging dat om begrip van collega’s wat digitaal burgerschap nu precies is, soms ging dat om contact met de doelgroep.’

Want de doelgroep staat binnen de programmalijn digitaal burgerschap centraal. ‘In de loop van dit inrichtingsjaar hebben we onder begeleiding van een bureau een impactmissie opgesteld,’ vertelt Balk. ‘Die vertelt ons telkens weer welk effect wij met deze programmalijn willen bereiken.’

Jeroen de Boer

Netwerkagenda

Het thema digitaal burgerschap vormt een belangrijk onderdeel van de Netwerkagenda, merkt Balk op. 'Het zit als het ware overal doorheen geweven. Digitaal burgerschap valt nog het meest onder de tweede opgave, participatie in de informatiesamenleving. Daarin vormt het een duo met digitale inclusie, dat inmiddels een eigen programmastructuur kent. Maar digitaal burgerschap is ook onderdeel van de opgave om een leven lang te blijven leren en je te blijven ontwikkelen. Alleen dan kun je blijven meekomen in de steeds verder digitaliserende samenleving. En natuurlijk kun je alleen deelnemen aan die samenleving wanneer je voldoende geletterd bent.'

Past dit er nog wel bij op het bordje van lokale bibliotheken, is een kritische vraag die tijdens het inrichtingsjaar meermaals werd gesteld: hebben zij niet genoeg aan alle zaken waar zij zich nu al mee bezighouden? Balk nuanceert dit. ‘Veel bibliotheken zijn al bezig met digitaal burgerschap zonder dat ze het een naam geven: ze organiseren debatten over desinformatie en leren jongeren programmeren. Waar digitale basisvaardigheden ophouden, gaat digitaal burgerschap verder. Dat beperkt zich dus zeker niet enkel tot democratische vraagstukken in een digitaal verband. Vrijwel iedere vorm van burgerschap vindt tegenwoordig in een digitale context plaats.’

Balk was dan ook blij verrast door de voortvarendheid waarmee bibliotheken tijdens het inrichtingsjaar met digitaal burgerschap aan de slag gingen. ‘De bibliotheken in de voorhoede weten wat hun omgeving nodig heeft en hebben mooie plannen liggen om dit voor elkaar te krijgen, die ze deels ook al aan het uitvoeren zijn. Een grote groep bibliotheken maakt dankbaar gebruik van alle interventies die op dit vlak worden ontwikkeld. En dan is er nog een klein deel dat nog niet met digitaal burgerschap aan de slag is, maar wel ziet wat er nodig is om dat te gaan doen. Dat vind ik een heel bemoedigend beeld.’

Belangrijker dan ooit

De aandacht voor digitaal burgerschap is nu belangrijker dan ooit. De Boer: ‘Tijdens de coronacrisis hebben we gezien hoe snel desinformatie zich kan verspreiden, Ook de huidige oorlog in Oekraïne legt bloot hoe gevoelig we zijn voor fake news. Een hoogleraar zei onlangs: niet het klimaatprobleem is de grootste uitdaging waarmee we op dit moment te kampen hebben, maar het feit dat we geen overeenstemming kunnen bereiken over wat waar is en wat niet. Alleen met die uitgangspunten in de hand kun je doelen formuleren die je wilt bereiken. Als dat niet lukt, zijn we nergens.’

Wat is de mooiste ontwikkeling die tijdens het inrichtingsjaar heeft plaatsgevonden? ‘We mogen best trots zijn op het feit dat we zo’n sterke beweging op gang hebben gebracht,’ vindt Balk. ‘Onder bibliotheken is kennis en enthousiasme ontstaan. Ook hebben we binnen het netwerk een vorm van samenwerken gevonden die een blauwdruk kan vormen voor hoe we andere sectorbrede vraagstukken moeten aanpakken. Dat ging niet vanzelf: in het begin begrepen we elkaar vaak genoeg verkeerd of hadden we nog te veel het gevoel dat ons kernteam uit verschillende organisaties bestond. Maar in een relatief korte tijd verdween dat gevoel en konden we gezamenlijk onze schouders zetten onder deze immens belangrijke uitdaging. Dat lukte alleen maar omdat we open met elkaar bleven communiceren over wat ons wel en niet beviel aan de samenwerking, en omdat we ons best hebben gedaan om elkaar ook persoonlijk beter te leren kennen. We bleven de band continu verbeteren. Als dat een voorbode is voor hoe de rest van het veld op dit vlak met elkaar zal gaan samenwerken, is dat zeker bemoedigend.’