Informatie voor het bibliotheeknetwerk

MAKERLAB in Hilversum: ‘Wij maken de koppeling tussen generaties’

Nieuwsbericht
Vergelijken
17 juni 2022
Kinderen naar een maakplaats lokken, dat is niet zo’n probleem – maar zie senioren maar eens te verleiden tot een bezoek. Die uitdagingen gaan ze bij de Bibliotheek Hilversum maar al te graag aan – op een testlocatie midden in het centrum, op de toekomstige plek van de bibliotheek. Projectleider Dorine Witsel vertelt.
Inhoudsblokken
Boekenkast

De Hilversumse bibliotheek heeft een flinke verhuizing voor de boeg. Over een paar jaar verhuist de bieb van de rand van de stad naar het centrum – meer in de buurt van de winkels, maar ook van de burger. In aanloop naar dat spannende moment mag de bibliotheek alvast proefdraaien op de nieuwe locatie. En wat past daar beter dan een maakplaats?

Het eerste idee voor een lab om in te experimenteren, kwam een jaar of zeven geleden, herinnert hoofd dienstverlening Dorinde Witsel zich. ‘Het was meteen een succes, zowel voor individuele klanten als voor scholen. Maar in de loop van de jaren raakte het maakonderwijs op de achtergrond. Het ging steeds meer over programmeren en coderen en steeds minder over 3D-printers en lasersnijders.’

Bovendien zijn er andere doelgroepen waar nog veel meer winst te behalen valt. ‘De meest gebruikelijke doelgroepen van makerlabs zijn leerlingen van de hoogste groepen van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school,’ weet zij. ‘Dat is laaghangend fruit, dat haal je zo binnen, ook omdat ze gratis lid zijn van de bibliotheek. Bij deze nieuwe maakplaatslocatie wilden we onszelf een uitdaging geven: wat als we ook met senioren aan de slag gaan?’

Kruisbestuivingen

Ouderen komen graag bij de bibliotheek – om een grootletterboek te lenen, een lezing bij te wonen of een cursus Klik & Tik te volgen. Die losse groepen vermengen zich alleen maar matig met elkaar. ‘We willen meer kruisbestuivingen laten plaatsvinden,’ legt Witsel uit. ‘Je zou kunnen denken: is al die techniek niet veel te ingewikkeld voor ouderen? Maar Hilversum heeft een technische achtergrond: veel senioren werkten vroeger bij de radio of de seintoestellenfabriek. Ze hebben vaak technische opleidingen genoten en vinden dat nog steeds interessant. En door de vergrijzing blijft deze doelgroep alleen maar groeien.’

Hoe lok je die groep een maakplaats in? ‘We werken al samen met verschillende seniorenverenigingen,’ vertelt Witsel. ‘Bovendien willen we ze samen met hun kleinkinderen binnenhalen. Daardoor wordt het veel minder eng. Op die manier willen we ze laten ontdekken dat al die hedendaagse technologie niet zo moeilijk is als het lijkt.’

Van de gemeente, die de testlocatie financiert, kreeg de bibliotheek nog een opdracht mee: verbind de activiteiten in de maakplaats aan media en aan de stad Hilversum. ‘Dat is niet zo ingewikkeld,’ vindt Witsel. ‘We plaatsen bijvoorbeeld greenscreens waar grootouders en hun kleinkinderen samen filmpjes kunnen opnemen. Op de achtergrond kun je bijvoorbeeld een foto van de omgeving projecteren. We willen verschillende generaties in gesprek laten gaan over de plekken in de stad die voor hen bijzonder zijn. Vrijwel alle basisschoolgebouwen in Hilversum zijn bijvoorbeeld ontworpen door Dudok. Daar hebben de grootouders op gezeten en lopen hun kleinkinderen ook nog steeds rond. Dat is een mooi onderwerp om mee aan de slag te gaan.’

Badges verzamelen

De bibliotheek mag tot eind van dit jaar gebruikmaken van het pand. Dan loopt ook het MAKERLAB-project van de KB, waarvan de maakplaats onderdeel uitmaakt, op zijn einde. ‘We hopen mensen in die tijd te kunnen verleiden om nog eens terug te komen,’ droomt Witsel. ‘Alleen zo kun je een verdiepingsslag maken. We zullen nooit een professionele roboticaopleiding  gaan verzorgen, maar we willen wel meer zijn dan een leuke activiteit op zaterdagmiddag. Daar passen we ook onze programmering op aan: we zorgen ervoor dat mensen een bepaalde ontwikkeling bij ons kunnen doormaken. We willen bijvoorbeeld ook badges gaan geven, die aangeven welk niveau je hebt bereikt. Als je genoeg badges hebt, mag je zelf met de apparaten aan de slag.’

Op de testlocatie is al een afgebakende plek voor de makerplaats beschikbaar. Het plan voor het meubilair en de inrichting ligt er. ‘Nu start de zoektocht naar de materialen en de mensen die het interieur voor ons willen maken. Over een paar weken hopen we onze lijst met apparatuur compleet te hebben. In de zomer willen we vervolgens gaan proefdraaien – eerst met medewerkers en hun kinderen, later ook met bezoekers. In september willen we echt productie gaan draaien, zodat we voor het einde van het jaar resultaten kunnen ophalen. Dat is ook belangrijk richting de gemeente: die betaalt tenslotte de huur.’

Apparaten en menskracht

Ondanks al die ambitieuze plannen is Witsel ook waakzaam. ‘Een maakplaats kan ontzettend ontsporen. Het is een heel kostbaar verhaal, qua apparaten en qua menskracht. Je moet je medewerkers continu blijven bijscholen. Hoe meer bijzondere apparaten je hebt, hoe meer tijd en energie dat in beslag neemt. Terwijl de meerwaarde van een maakplaats niet per se in de hoeveelheid zit: al die verschillende robotjes lijken in zekere zin ook op elkaar.’

Bovendien gaan niet alle medewerkers zomaar mee in deze nieuwe ontwikkeling van de bibliotheek. ‘Ik betrek collega’s op het gebied van hun eigen expertise, zoals huisvesting of programmering’ legt Witsel uit. ‘Dan kunnen ze actief meedenken. Dat is toch anders dan te horen krijgen tijdens een personeelsvergadering dat we met een maakplaats aan de slag gaan.’

Vervolgens is het blijven onderhouden van de maakplaats de grootste uitdaging. ‘Dat vraagt een veel grotere investering dan het bijhouden van je boekenkennis,’ weet Witsel. ‘Dat geldt ook voor het vervangen van de materialen: een apparaat gaat niet zeven jaar mee, zoals een gemiddeld boek. Dat vraagt een flinke investering. En die maak je niet goed door vrijwilligers aan te nemen, zoals vaak wordt gedacht. Daarvoor vragen we te veel kennis en expertise. Bovendien is ook op dat vlak nu een enorme krapte op de arbeidsmarkt.’

Witsel hoopt dat bibliotheken in de nabije toekomst hun kennis over maakplaatsen nog meer met elkaar gaan delen. ‘Er wordt al zoveel moois ontwikkeld. Dat wordt alleen nog niet altijd vrijblijvend verspreid. Het zou goed zijn als op landelijk niveau meer licenties worden ingekocht. Zo bedien je grote en kleine bibliotheken die met dit onderwerp aan de slag kunnen op een gelijkwaardige manier.’

Over MAKERLAB

MAKERLAB is een proeftuin voor vernieuwing rondom makerplaatsen in bibliotheken. Binnen dit tweejarige project wordt ontwerpend onderzoek gedaan naar de programmering en inrichting van makerplaatsen in hun specifieke lokale context, en worden nieuwe methodes ontwikkeld voor het monitoren van de impact van makerplaatsen. Het project is een samenwerking van TU Delft, Hogeschool Rotterdam, Fers en de KB. In het eerste jaar waren Bibliotheek Hoeksche Waard, Bibliotheek Oldenzaal, Bibliotheek Rivierenland en Bibliotheek Zuidoost Fryslân de pilotbibliotheken. Inmiddels is ook een tweede lichting gestart: Bibliotheek Hilversum, ZINiN (Nijverdal), Bibliotheek Westland en Bibliotheek Rijn en Venen. Het onderzoek loopt van 1 januari 2021 tot 31 december 2022.