Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Dossier Impact

  1. Hilde Stigter, Bibliotheek Aan de Vliet

‘We laten het hele netwerk op een nieuwe manier denken’
Steeds meer bibliotheekorganisaties gaan aan de slag met impactgericht denken. Hoe werkt dat precies wanneer je nauw samenwerkt met het onderwijs? Welke winst valt hier te behalen en welke uitdagingen kom je tegen? Hilde Stigter, programmaontwikkelaar educatie bij Bibliotheek Aan de Vliet, vertelt.

Als programmaontwikkelaar educatie houdt Hilde Stigter zich vooral bezig met de doelgroep nul- tot achttienjarigen. Toen zij de leergang Impactmanagement volgde, klikten een hoop puzzelstukjes voor haar in elkaar.

‘De leergang liet me zien hoe we het impactdenken ook zouden kunnen toepassen op onze samenwerking met het onderwijs,’ vertelt Stigter. ‘Het bibliotheekaanbod voor jeugd en jongeren is sterk gestoeld op het contact met kinderopvanglocaties, scholen en andere partners. Wanneer je als bibliotheek besluit meer impactgericht te willen gaan werken, moet je hen daar dus ook goed in meenemen.’

Inmiddels zijn bij de Bibliotheek aan de Vliet al flinke stappen gezet. ‘Bij projecten zit de structuur nu beter in elkaar,’ vertelt Stigter. ‘Bij langlopende projecten maken we een canvas met uitgangspunten. Welke doelen willen we bereiken? Aan welke randvoorwaarden moeten we voldoen? Hoeveel geld is er beschikbaar?’

Projectcanvas

Neem peutervoorlezen. Die activiteit wordt wekelijks uitgevoerd en geeft collega’s veel energie, weet Stigter, maar het gesprek over de achterliggende redenen om deze activiteit aan te bieden, wordt niet vaak gevoerd. ‘Voortaan evalueren we activiteiten als deze eens per kwartaal. We bekijken met elkaar of het project nog in de pas loopt, maar ook of het nog wel bijdraagt aan ons hogere impactdoel: het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid. We leggen ook vast welke data we opgeleverd willen hebben. Op die manier kunnen we het gesprek aangaan over waarom we het project doen, ook met de directe uitvoerders.’

Stigter ziet dat door deze aanpak collega’s op een heel andere manier naar hun projecten gaan kijken. Ze meten hun successen nu anders. Dat zorgt soms ook voor confronterende conclusies. Verder ziet Stigtervaak dat het impactdenken juist mooie inzichten oplevert. ‘Bij de gezinsaanpak werkt het bijvoorbeeld heel goed. Daarin proberen we veel projecten aan elkaar te knopen, zoals de BoekStartcoach en het peutervoorlezen. Dankzij het impactdenken kunnen we die projecten makkelijker met elkaar in verbinding brengen, bijvoorbeeld doordat de impactdoelstellingen op elkaar lijken. Collega’s werken daardoor meer met elkaar samen en zijn minder gefocust op hun eigen project an sich.’

Netwerk ondersteunen

Stigter helpt ook samenwerkingspartners met haar kennis van het impactdenken. Met name in haar netwerken rondom voor- en vroegschoolse educatie komt die kennis van pas. ‘Eens in het kwartaal overleggen we als netwerk met de gemeenteambtenaar. Lange tijd was niet zo duidelijk met welk doel we dat precies deden. Toen heb ik voorgesteld te gaan werken met een verandertheorie. We hebben samen een impactdoel opgesteld, dat niet alleen gericht is op taalbevordering, maar ook op de omgeving van het kind die de kans moet bieden om te lezen. Dat is een stuk breder dan het doel waarvoor de gemeente ons geld geeft. Ook hebben we goed gekeken naar onze stakeholders: wie willen we allemaal bereiken? Dat blijken niet alleen kinderen, maar net zo goed hun ouders.’

Op basis van die bevindingen heeft het netwerk de werkwijze op sommige punten bijgesteld. ‘Wij hebben bijvoorbeeld groepen met VVE-kinderen waar alleen maar laagtaalvaardige kinderen in zitten – terwijl we weten hoe belangrijk een taalrijke omgeving is. Gemengde groepen dragen dus veel beter bij aan onze doelstelling.’

Dat Stigter als impactkenner zo’n belangrijke rol kan spelen in het netwerk, maakt de bibliotheek nog meer tot een spil in het lokale weefsel. ‘We hebben zelfs uurtjes ingepland waarin we samen bouwen aan een verandertheorie voor het netwerk. Voor mij is zo’n sessie een relatief kleine moeite, maar ik help er heel veel instellingen mee. Ik laat het hele netwerk op een andere manier denken. Tijdens die overleggen haal ik bovendien veel op over wat zij van de bibliotheek nodig hebben en waarop wij kunnen inspelen.’

Micro en macro

Je kunt impactmanagement zowel inzetten op micro- als macroniveau, ziet Stigter. ‘Je kunt het gebruiken om een specifiek project te analyseren, maar ook om lange lijnen uit te zetten. Ik zit meer op dat laatste. Daarbij is het altijd zoeken: hoe inclusief maak je je verandertheorie? Wil je dat die toepasbaar is voor alle onderwijsinstellingen in je werkgebied of doorloop je zo’n traject met elke school apart? We merken namelijk wel dat elke school een andere focus heeft, bijvoorbeeld op het gebied van leesmotivatie of juist Nederlands als tweede taal. Wanneer een school die focus verandert, is het niet de bedoeling dat ons werk ook de prullenbak in kan. Daarom zoeken we continu naar overlap tussen de verschillende instellingen waarmee we samenwerken.’

Een volgende stap is om het impactdenken nog meer bij collega’s bibliotheek te laten leven. ‘Ik wil dat impactmanagement niet alleen een rol speelt als ik er een sessie over organiseer, maar dat het ingebakken zit in de werkwijze. Daarnaast willen we op termijn nog betere data ophalen over de effecten die we hiermee bereiken. Dat kan veel tijd kosten, maar het levert ook veel op. Ook daarin kiezen we het liefst voor effectiviteit.’