Informatie voor het bibliotheeknetwerk

MAKERLAB in Nijverdal: ‘We hebben de wind mee’

Nieuwsbericht
Vergelijken
24 november 2022
Bij ZINiN in Nijverdal is de kersverse maakplaats een plek waar de behoeften van de burger centraal staan. Daarop komen niet alleen veel bezoekers, maar ook enthousiaste vrijwilligers af. Projectleider Janneke Meijer vertelt.
Inhoudsblokken

Voor Janneke Meijer, cultuurcoach en projectleider van de maakplaats van ZINiN in Nijverdal, is de bibliotheek een ontmoetingsplek pur sang. ‘Dit is een ruimte waar je elkaar kunt inspireren en kennis kunt delen – niet alleen door te lezen, maar ook door te doen.’

Het was voor haar de aanleiding om een aanvraag te doen voor een provinciale stimuleringsregeling, gericht op de ontwikkeling van culturele broedplaatsen. Die aanvraag werd helaas niet gehonoreerd, maar Meijer besloot niet bij de pakken neer te gaan zitten. ‘In dit project kwamen zoveel van onze wensen samen,’ herinnert ze zich. ‘Van de herinrichting van de bibliotheek zoals we die voor ogen hadden tot het aanbod rondom mediawijsheid en digitaal burgerschap zoals we dat al hadden opgezet.’

Mobiel lab

Bij de ontwikkeling van dat aanbod werkte de bibliotheek al samen met Tetem, specialist in digitale cultuur. Zij verzorgden al technische workshops in de bibliotheek voor zowel kinderen als volwassenen, bijvoorbeeld in het programmeren en besturen van drones. Toen Tetem bezig was met de ontwikkeling van een nieuw mobiel lab, stond ZINiN vooraan in de rij.

‘Normaal gesproken zetten ze die labs bij scholen neer,’ weet Meijer. ‘Wij zeiden: zet ‘m maar in de bibliotheek, dan nodigen wij alle scholen uit. En het werkte: in een paar weken tijd kregen we zeshonderd leerlingen op bezoek. We zagen hoe de bibliotheek voor hen meer werd dan een plek waar je alleen boeken kunt uitzoeken.’

Het MAKERLAB-traject gaf de bibliotheek vervolgens de kans ook een permanente plek voor de maakplaatsactiviteiten in te richten, met lasersnijders, 3D-printers en meer. De doelgroep is nog niet bepaald: alles ligt nog open. ‘De afgelopen tijd hebben we met verschillende doelgroepen geëxperimenteerd: van statushouders tot kinderen die onderdeel zijn van de zogeheten gouden leerroute. Dat zijn kinderen uit groep 7 en 8 die graag met hun handen werken, en die op deze manier worden voorbereid op hun vervolgopleiding.’

De bibliotheek organiseert ook kennismakingsavonden, waarop iedereen vrij mag binnenlopen. ‘We zien dan vaak mensen die veel kennis hebben van een specifiek apparaat, maar de andere apparaten nog niet goed kennen. Zo leren zij ook veel bij. Op die manier melden zich bij ons ook veel vrijwilligers: van een architect die in onze maakplaats graag in zijn vrije tijd zijn kennis over maquettes wil doorgeven aan jongeren tot een man uit Jemen die als vrijwilliger in ZINiN MaakLab zijn Nederlandse taalvaardigheid kan blijven bijspijkeren. Onze vrijwilligers worden door Tetem getraind. Zij kunnen ook bijspringen wanneer wij krap in onze mensen zitten.’

Enthousiaste collega’s

Ook onder de medewerkers van de bibliotheek leeft veel enthousiasme. ‘Van de onderhoudsmonteur tot de educatiespecialist: iedereen voelt zich betrokken,’ weet Meijer. ‘Zelfs de theatertechnicus heeft zich aan het lab verbonden. Ze zien allemaal wat voor fantastische mogelijkheden deze plek biedt. Geïnteresseerde collega’s en vrijwilligers kunnen al dan niet onder begeleiding van een docent van Tetem hun gang gaan in de maakplaats. Ze knutselen driftig aan hun eigen maaksels. Daarmee vormen ze ook een voorbeeld voor bezoekers van de bibliotheek die terloops ontdekken wat je allemaal in een maakplaats kunt doen en zich daardoor aanmelden voor kennismakingsmomenten en workshops.

Zelf heeft Meijer weinig kennis van de apparaten. Dat biedt juist voordelen, denkt ze: ‘Als je één kenner hebt, leunt de rest sneller achterover. Wij zijn allemaal met elkaar op zoek. We ontdekken ook talenten die medewerkers soms verborgen houden. Een van de collega’s bleek en grote fan van de lasercutter. Dat had ik nooit achter haar gezocht.’

Meijer is erg blij met de hulp die ze de afgelopen maanden van verschillende partijen uit het MAKERLAB-project heeft gekregen. ‘De TU Delft heeft een prachtig podium voor ons ontworpen. Daardoor zijn we nu extra trots op de ruimte. We organiseren er ook andere workshops, bijvoorbeeld fotografie. Het is een heel inspirerende plek geworden. Dat zien we ook aan de reacties van onze bezoekers: men steekt graag even de neus om de hoek. Als ik in de buurt ben, vertel ik graag over wat we aan het doen zijn.’

Controle uit handen

Het zijn die mensen die hun stempel mogen drukken op wat er allemaal in de maakplaats gebeurt. ‘We geven de controle uit handen: wat heeft de omgeving nodig? Daar ligt mijn taak als projectleider: de behoeftes ophalen uit ons werkgebied. In Nijverdal is dat minder ingewikkeld dan in een grote stad: we kennen veel van de mensen die bij ons langskomen. Als we met hen het gesprek over de maakplaats aangaan, worden ze vanzelf enthousiast.’

Enthousiasme is ook opgewekt door de uitgebreide communicatie rondom het lab. In het magazine dat ZiNIN een aantal keer per jaar uitbrengt en dat huis aan huis wordt bezorgd, is  speciale aandacht aan de maakplaats geschonken. Ook op sociale media krijgt de ruimte aandacht. Daardoor komen niet alleen bezoekers, maar ook vrijwilligers op de maakplaats af.

Meijer heeft het gevoel dat ze bij de ontwikkeling van de maakplaats de wind mee had. ‘We hadden een idee dat samenviel met de toekomst van de sector. Daardoor konden we met veel partners aan de slag om onze dromen te verwezenlijken. Ook bezoekers lijken zich steeds meer bewust te worden van het belang van techniek en wat de bibliotheek hen daar allemaal over kan leren. We inspireren elkaar.’

Over MAKERLAB

MAKERLAB is een proeftuin voor vernieuwing rondom makerplaatsen in bibliotheken. Binnen dit tweejarige project wordt ontwerpend onderzoek gedaan naar de programmering en inrichting van makerplaatsen in hun specifieke lokale context, en worden nieuwe methodes ontwikkeld voor het monitoren van de impact van makerplaatsen. Het project is een samenwerking van TU Delft, Hogeschool Rotterdam, Fers en de KB. In het eerste jaar waren Bibliotheek Hoeksche Waard, Bibliotheek Oldenzaal, Bibliotheek Rivierenland en Bibliotheek Zuidoost Fryslân de pilotbibliotheken. Inmiddels is ook een tweede lichting gestart: Bibliotheek Hilversum, ZINiN (Nijverdal), Bibliotheek Westland en Bibliotheek Rijn en Venen. Het onderzoek loopt van 1 januari 2021 tot 31 december 2022.