Informatie voor het bibliotheeknetwerk

'Het digiTaalhuis? Plavei het pad en laat samenwerking ontstaan!'

Interview
Laatst bijgewerkt: 4 augustus 2017
'Voor mij is het digiTaalhuis vooral een netwerk van samenwerkingspartners. In het ideale geval heeft de gemeente de regie en maken de partijen samen de plannen en verdelen zij de taken. In ons werkgebied is in 2015 het Bondgenootschap voor Geletterdheid Rivierenland opgericht. Het netwerk groeit gestaag en mét resultaat.' Aan het woord is Lisanne van Iterson, programmaleider Sociaal Domein van Bibliotheek Rivierenland.
Inhoudsblok
Afbeelding
Lisanne van Iterson

'Het Bondgenootschap komt als kennisplatform tweemaal per jaar bij elkaar, vooral om ervaringen uit te wisselen', vertelt Lisanne. 'En we bespreken hoe we de doelgroep kunnen bereiken. Dit jaar loopt het Bondgenootschap na de afgesproken drie jaar af en willen we het omvormen naar een Taalakkoord. Dat krijgt een andere organisatie en wordt iets steviger: iedere partner committeert zich aan de gestelde doelen en beschrijft eigen acties om hieraan bij te dragen. Met het afsluiten van een Taalakkoord willen we ook aanspraak maken op de landelijke subsidie Tel mee met Taal voor regionale samenwerkingsverbanden. Met deze middelen willen we regionale projecten financieren, bijvoorbeeld een regionaal taalpunt bij het UWV dat mensen lokaal kan doorverwijzen. De echte aanpak van laaggeletterdheid gebeurt met name lokaal. Er zijn drie koplopergemeenten, West Maas en Waal, Geldermalsen en Culemborg; de meeste andere gemeenten zitten nu in de opstartfase.'

Vuilophaaldienst

Het Bondgenootschap startte in 2015 met ROC Rivor, Bibliotheek Rivierenland en Stichting Lezen & Schrijven als de initiatiefnemers. Lisanne fungeerde voor acht uur per week als regiomanager. Sinds 2016 is zij gedetacheerd bij Stichting Lezen & Schrijven voor twintig uur per week, nu als projectleider voor de arbeidsmarktregio.

'Bij het eerste begin was ik nog niet betrokken, dat heeft Mark Deckers van Rijnbrink gedaan vanuit het belang om laaggeletterdheid aan te pakken. De partijen die het meeste met basisvaardigheden te maken hebben, benaderde hij eerst, zoals gemeenten, ROC en welzijnsinstellingen. En vervolgens andere partijen met nieuwe inbreng en belangen. Zo plaatste de Rabobank al een paar keer een artikel over het onderwerp in haar ledenmagazine, nodigt mij uit om een presentatie te geven op een personeelsbijeenkomst en verleende een financiële bijdrage aan het digiTaalhuis Geldermalsen.

Er zijn grote verschillen tussen de organisaties. Ik richt me op de actieve partijen, zoals vuilophaaldienst AVRI. Vorig jaar boden zij alle medewerkers de kans om hun startkwalificatie te halen, maar een aantal durfde dat niet aan. Hier zijn laaggeletterden bij. Daarom wil AVRI via de subsidieregeling Tel mee met Taal voor werkgevers deze groep volgend jaar intern en op maat scholen.'

Toiletjuffrouw

'Collega's weten vaak van elkaar niet dat zij moeite hebben met lezen en schrijven. Dat taboe willen we doorbreken. Zeker door het onderwerp veel aandacht te geven, elke organisatie op haar eigen manier. Daarnaast zoeken we ambassadeurs: iemand die laaggeletterd is (geweest) en hierover wil vertellen. Het werkt heel positief als je laat zien hoe je kunt groeien. Neem Addy. Zij is toiletjuffrouw, was laaggeletterd en heeft haar schrijven enorm aangepakt. Ze brengt nu haar eigen magazine uit. De meeste verhalen, over haar belevenissen tijdens haar werk heeft ze zelf geschreven. Ook heeft ze Frans Duijts geïnterviewd. De Addy verschijnt in de Week van de Alfabetisering.'

Grote DigiTaalStrijd Rivierenland

'In de Week van de Alfabetisering organiseren wij de Grote DigiTaalStrijd Rivierenland. We houden voorronden in tien gemeenten met een dictee, geschreven door Ronald Giphart. De strijd bestaat verder uit online vragen over laaggeletterdheid, taal en de digitale wereld. De winnaars van de voorronden gaan in oktober naar de grote finale in ons nieuwe gebouw Zinder (in Tiel) dat na de zomer wordt geopend. Er is veel aandacht in de krant en op de lokale tv. De inschrijfgelden zetten we in voor leerwerkplekken in onze vestigingen. We willen er vooral de aandacht op vestigen dat niet iedereen aan zo'n strijd kan deelnemen en dat laaggeletterdheid nog steeds een groot maatschappelijk probleem vormt in Rivierenland.'

Herkennen en signaleren

'In West Maas en Waal is de gemeente volledig in regie. De wethouder zit bij alle stuurgroepoverleggen en zet zwaar in op het vinden van laaggeletterden. Het sociaal wijkteam komt bij allerlei mensen over de vloer, want het gaat om hulpvragen bij schulden, huishouding, zorg enzovoort. Voorheen vulde de medewerker tijdens het gesprek het formulier in. Nu laten ze mensen dit zelf doen: een manier om sneller te signaleren wie moeite heeft met taal. De medewerkers zijn getraind om laaggeletterden te herkennen en het onderwerp bespreekbaar te maken. Ze verwijzen door naar het digiTaalhuis.

De Werkcoöperatie West Maas en Waal heeft contact met mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt binnen de gemeente. Deze circa zeventig mensen krijgen begeleiding van de Werkcoöperatie. Tijdens workshops die de Werkcoöperatie organiseert om iemands talenten in kaart te brengen, is er ook aandacht voor basisvaardigheden. Mocht iemand iets met deze vaardigheden willen doen, dan gaat de medewerker van de Werkcoöperatie mee naar het eerste gesprek in het digiTaalhuis.'

Ruim aanbod

'De Gemeente Culemborg zet meer in op het aanbod en heeft dit jaar, samen met andere partijen, het Leerhuis Culemborg geopend. De nadruk ligt niet alleen op basisvaardigheden zoals taal, digitale vaardigheden en rekenen, maar ook op onderwerpen zoals gezondheidsvaardigheden, opvoeden, budgetteren en solliciteren. Er zijn veel activiteiten: de hele week 's morgens, 's middags en soms 's avonds. Het Leerhuis was met name bedoeld voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, bijna alleen NT2'ers - die verplicht zijn om dit aanbod te volgen. Inmiddels is iedereen welkom.

Met deze twee voorbeelden zie je duidelijk een lokaal accentverschil. Culemborg zet in op een ruim aanbod dat de hele week toegankelijk is. Zij gaan nu onderzoeken hoe ze de NT1’er beter kunnen bereiken. En de gemeente West Maas en Waal zet vanaf het begin zwaar in op het vinden van laaggeletterden en geeft het aanbod vorm naar gelang de vraag.'

De koek delen

'In Geldermalsen is ons eerste digiTaalhuis geopend. Dat had beter gekund: wij zijn als bibliotheek te veel in de lead geweest, met het ROC. Pas later zijn andere organisaties aangehaakt, maar nog steeds worden vooral ROC en bibliotheek als eigenaar gezien. Hierdoor is het moeilijker om via andere organisaties mensen uit de doelgroep te bereiken. Het is beter als de gemeente de regie heeft. Zij heeft bovendien verbinding met andere beleidsterreinen waarmee de aanpak beter verankerd is. Wij hebben hiervan geleerd: zorg dat je samen de rollen en taken verdeelt. Voorkom dat één partij het hardste rent.

Begin ook niet meteen met de uitvoering: de inrichting, materialen en de uren voor de coördinator, die dingen komen wel. Start vooral met de randvoorwaarden. Bedenk eerst een plan, plavei het pad en laat samenwerking ontstaan. Bibliotheken zijn goed in faciliteren. Neem die rol, schud anderen wakker. Maar laat zaken als didactische ondersteuning, lesgeven en vrijwilligers begeleiden over aan bijvoorbeeld het ROC. Dat is belangrijk, zeker nu de regeling rond de WEB-gelden openligt. Het ROC is een grote partner met haar eigen ervaring en expertise. Door de grenzen af te bakenen, blijf je weg van de concurrentiestrijd. Mijn ervaring is dat het ROC de koek best wil delen, als je maar samen optrekt en elkaar dingen gunt.'

Beperkt budget

'Onze gemeenten zijn klein en het budget is beperkt. Je moet dus steeds kiezen. Wel hebben twee gemeenten de digiTaalhuizen uit andere budgetten gefinancierd, waarmee de WEB-gelden voor formele educatie overeind konden blijven. Zo is er een stevige constructie ontstaan voor educatie en digiTaalhuizen, in het ene geval uit de Wmo en het andere geval een reservebudget. Andere partijen moeten ook tijd willen investeren, en niet elk uurtje willen factureren.'

Reuring in de bibliotheek

'Vijf jaar geleden zag onze bibliotheek er heel anders uit. Toen waren we meer intern gericht en met de uitleen bezig, al ontvingen we ook taalgroepjes. Nu organiseren we veel activiteiten rond geletterdheid. We geven Klik & Tik en Digisterker, faciliteren groepen van het ROC en andere organisaties voor taallessen. We stralen meer uit dat iedereen welkom is. We zoeken de verbinding met lokale partijen. Er zit een Leerhuis in een wijkcentrum, twee digiTaalhuizen onder ons dak, mét drie taalhuismedewerkers die op locatie werken. Het geeft extra reuring: naast de activiteiten komen er veel mensen met hun taalmaatje in de bibliotheek.

Deze manier van werken geeft me ontzettend veel voldoening. Ik kom niet uit de branche en merk dat het thema me enorm aangrijpt. Ik heb mijn roeping gevonden. Dat zit vooral in de mooie contacten met organisaties en mensen uit de doelgroep. Ik vind het fijn om contacten met veel verschillende mensen te hebben. Zo voer ik gesprekken met cursisten en hoor hun verhalen, zie mensen groeien.'

Interview door Karin Ottenhoff
augustus 2017