Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Samenwerking bibliotheken met voortgezet onderwijs neemt toe

Nieuwsbericht
Vergelijken
19 maart 2019
Het merendeel van de openbare bibliotheken (84%) werkt samen met het voortgezet onderwijs. Zij bedienen hiermee samen 695 schoolvestigingen: 48% van de schoolvestigingen in het werkgebied van de bibliotheken. De dienstverlening richt zich meestal op leesbevordering en in mindere mate ook op informatievaardigheden en mediawijsheid.
Inhoudsblokken

Op 109 schoolvestigingen wordt samengewerkt volgens de aanpak van de Bibliotheek op school (vorige meting 86) en met nog eens 74 scholen worden verkennende gesprekken gevoerd (vorige keer 64). Dit blijkt uit het rapport Dienstverlening openbare bibliotheken aan het voortgezet onderwijs.

Met dit onderzoek, dat jaarlijks via het Bibliotheekonderzoeksplatform (BOP) wordt uitgevoerd, is in kaart gebracht hoe de dienstverlening van openbare bibliotheken eruitziet voor het voortgezet onderwijs.

Knelpunten en aanbevelingen

Er worden echter ook knelpunten gesignaleerd. Als belangrijkste knelpunten worden genoemd onvoldoende financiering en onvoldoende personele bezetting. Ook het collectie-aanbod, fysiek of digitaal, laat te wensen over. Tot slot lijkt de samenwerking nog vaak te bestaan uit losse activiteiten zonder beleidsmatige inbedding.

Hier liggen dan ook kansen om de dienstverlening te verbeteren. Het kernteam de Bibliotheek op school– voortgezet onderwijs doet daarom de volgende aanbevelingen:

  1. Financiering - Veel bibliotheken denken dat de dienstverlening aan het voortgezet onderwijs kostendekkend moet zijn. Maar deze doelgroep is niet anders dan andere doelgroepen van de bibliotheek. Het bereiken van jongeren is onderdeel van het bibliotheekbeleid en hoort een plaats te krijgen op de begroting. Wanneer bij de partners de urgentie van leesbevordering duidelijk is en de rol die bibliotheken kunnen spelen bij het vergroten van de taalvaardigheid van leerlingen en daarmee bij preventie van laaggeletterdheid, krijgt het gesprek over financiering vaak een andere invalshoek.

     
  2. Formatie - Het is belangrijk dat er voldoende geoormerkte uren beschikbaar zijn en dat deze uren ook echt aan structurele samenwerking met het voortgezet onderwijs worden besteed. Het rekenmodel vo kan helpen om de benodigde formatie binnen de samenwerking te bepalen.

     
  3. Collectie - Een aantrekkelijke collectie is onmisbaar voor het vergroten van leesplezier onder jongeren. Toegang tot een collectie kan op verschillende manieren, fysiek of digitaal, worden vormgegeven, waarbij het belangrijk is dat de bibliotheek in de lead is en haar deskundigheid laat zien.

     
  4. Inbedding in beleid - Er zijn veel activiteiten voor het voortgezet onderwijs op het gebied van leesbevordering en digitale geletterdheid, maar het lijken vaak losse activiteiten, gedragen door één enthousiaste docent en bibliotheekmedewerker. Dat maakt deze dienstverlening kwetsbaar. Gebruik deze activiteiten en het enthousiasme om het gesprek met de schooldirectie aan te gaan over de bijdrage aan onderwijsresultaten en de beleidsmatig borging.

Landelijke en individuele rapportages

In totaal hebben dit jaar 128 (basis)bibliotheken deelgenomen aan het onderzoek ‘Samenwerking voortgezet onderwijs’. De KB heeft voor alle betrokkenen in het veld een landelijke rapportage opgesteld waarin duiding wordt gegeven aan de resultaten voor het totaal aan bibliotheken.

In aanvulling op de landelijke rapportage zullen alle deelnemende bibliotheken in maart een individueel rapport ontvangen, waarin de resultaten van de bibliotheek worden afgezet tegen de landelijke cijfers, de resultaten van de provincie en bibliotheken van vergelijkbare grootte.

Bibliotheekinzicht

Meer informatie over onderzoek naar dit thema is te vinden op Bibliotheekinzicht. Op deze website worden onderzoeksresultaten in de bredere context van het openbare-bibliotheekveld geplaatst. In de artikelen op Bibliotheekinzicht wordt onderzoeksinformatie uit diverse bronnen gebundeld.

Afbeelding