Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Scholing en competenties

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 12 april 2024
Het aantal personeelsleden in dienst van de bibliotheek nam een tijdlang af, maar is de laatste jaren weer stabiel. In 2021 was zelfs een lichte groei in het totale personeelsbestand zichtbaar en in 2022 is deze groei fors doorgezet. De hoeveelheid vrijwilligers stijgt sterk. Met de veranderende rol van de bibliotheek ontstaat ook de behoefte aan andere functies en competenties. Er worden meer specialisten dan generalisten gewenst, die zich proactief en resultaatgericht opstellen. Daarom wordt door bibliotheken geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering. Zo wordt het - vooralsnog - ontbreken van een branchespecifieke bibliotheekopleiding deels gecompenseerd.
Afbeelding
Twee vrouwen met tablet in bibliotheek
Inhoudsblok

Groei in het personeelsbestand

De economische recessie, die vanaf 2010 invloed kreeg op de overheidsinkomsten, heeft tot gevolg gehad dat de subsidiebaten van bibliotheken zijn gekrompen. Deze teruggang heeft vooral invloed gehad op het personeelsbestand. Dat werd, uitgedrukt in personen, tussen 2010 en 2013 zo’n 25% kleiner. In fte’s ging het om een teruggang van 23%. Daarna fluctueerde de omvang van het personeelsbestand nog enigszins, maar sinds 2014 is zowel het aantal personen als het aantal fte’s relatief stabiel. In 2021 was een lichte groei in het totale personeelsbestand zichtbaar (+3%) en in 2022 is deze groei fors doorgezet (+7%). De bibliotheken telden 7.535 medewerkers in loondienst ten opzichte van 7.030 in 2021. Deze groei komt met name voort uit een stijging van het aantal personeelsleden met een tijdelijk dienstverband (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023).

Grotere inzet vrijwilligers 

Dat veel vestigingen tijdens de recessie, ondanks de krimp in het personeelsbestand, open konden blijven, is mede gerealiseerd door de inzet van vrijwilligers. Sinds 2010 steeg het aantal vrijwilligers in de bibliotheken flink, van 7 duizend tot circa 25,1 duizend in 2022. Het merendeel van deze vrijwilligers wordt ingezet voor activiteiten rondom spreekvaardigheid (door 93% van de bibliotheekorganisaties), activiteiten rondom voorlezen (90%), digitale vaardigheden (90%), het logistieke proces (78%, bijvoorbeeld voor boeken aan huis bezorgen, vervoer tussen vestigingen) en/of als gastheer of gastvrouw (78%) (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023). 

De mate waarin vrijwilligers taken uitvoeren die eerder door betaald personeel werden uitgevoerd en wat de consequenties daarvan zijn, is in de sector onderwerp van discussie geweest. Onderzoek in opdracht van Stichting BibliotheekWerk in 2014 en 2017 liet zien dat ruim een kwart van de bibliotheken vrijwilligers werk uit laat voeren dat eerder door betaalde medewerkers werd gedaan. Vrijwilligers vangen steeds vaker de algemene functies op om het betaalde personeel vrij te spelen voor aanvullende of vernieuwende taken (Van den Berg, 2014; Von der Fuhr et al., 2018). Dit heeft gevolgen voor het deskundigheidsniveau waarmee de meer algemene functies worden ingevuld. Zo stelde hoogleraar Bibliotheekwetenschap Frank Huysmans dat dit de indruk wekt dat voor het werk geen specifieke deskundigheid is vereist en dit ook niet beloond hoeft te worden (Huysmans, 2017). Anno 2023 is de maatschappelijke bijdrage als organisatie de meest genoemde reden om vrijwilligers in te zetten. Op de tweede en derde plaats komen de ambassadeursfunctie voor vrijwilligers en het beperken van de werkdruk voor vaste medewerkers (Van Hassel & Cornel, 2023).

Meer informatie over personeel en vrijwilligers in de bibliotheek

Een uitgebreidere analyse van personeelsleden en vrijwilligers in de bibliotheek is opgenomen in het artikel ‘Personeel en vrijwilligers’.

Opleiding van bibliotheekmedewerkers

De meeste medewerkers in de openbare bibliotheken hebben een opleiding op mbo- (47%) of hbo-niveau (42%) (Van de Burgt & Klaren, 2023). Een bibliotheekspecifieke opleiding voor nieuw bibliotheekpersoneel bestaat niet meer, maar hier wordt wel aan gewerkt (zie de paragraaf ‘Eerste stappen richting nieuwe bibliotheekopleiding’). De aanwas van nieuwe bibliothecarissen en andere medewerkers komt met name vanuit bredere opleidingen. Dat zijn bijvoorbeeld Informatiedienstverlening (mbo-niveau 4, tot 2018 aangeboden), hbo-ict met de differentiatie Business Information & Media Studies, de bachelor Cultureel erfgoed of de master Archival and Information Studies (Huysmans, 2018). Over de aansluiting van deze opleidingen op de praktijk zijn de meningen verdeeld. In 2021 vond ongeveer de helft van de bibliotheekdirecteuren dat de relevante opleidingen niet goed aansluiten op de arbeidsmarkt (Van Hassel & Kools, 2021). In 2023 lag dit percentage lager. Grofweg een kwart van de directeuren vond toen dat de relevante hbo- en wo-opleidingen niet goed aansluiten, voor de mbo-opleidingen gold dit voor 40% van de directeuren (Van Hassel & Cornel, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Meer behoefte aan specialisten

Met de veranderende rol van de bibliotheek zijn er in de loop van de jaren nieuwe functies ontstaan. Door de invoering van selfserviceconcepten is bijvoorbeeld de behoefte aan medewerkers klanten- en leenservice afgenomen, maar blijft de medewerker informatie en advies van groot belang om klanten proactief van informatie en advies te voorzien (Stamet & Scheeren, 2013). Ongeveer een op de vijf bibliotheekdirecteuren verwacht dat er in de toekomst minder behoefte is aan bibliotheek-, secretariaats- en klantenservicemedewerkers. Daarentegen verwacht circa twee derde tot drie kwart van de directeuren dat er meer behoefte zal zijn aan mediacoaches, community librarians, projectleiders en -medewerkers en (lees)consulenten en -begeleiders (Van Hassel & Cornel, 2023). Deze behoefte aan specialisten is nu al zichtbaar bij de huidige dienstverlening rondom basisvaardigheden voor volwassen, voorschoolse educatie en de samenwerking met het onderwijs. Educatief specialisten, domeincoördinatoren en (voor)lees- en mediaconsulenten worden veel voor deze domeinen ingezet (Klaren & Van Geest, 2023; Klaren & Schrijen, 2024a-c).

Bron: Van Hassel & Cornel, 2023.

Andere bibliotheek vraagt om andere competenties

Dat de veranderende rollen en taken van bibliotheken ook om andere competenties van medewerkers vragen, is al jaren een belangrijk punt van gesprek. In de meest recente arbeidsmarktanalyse van Stichting BibliotheekWerk uit 2023 is aan bibliotheekdirecteuren en -personeel gevraagd wat zij als belangrijke competenties voor de toekomst zien. Directeuren noemen hierbij het vaakst samenwerken, kennis van de lokale gemeenschap, resultaatgerichtheid, ondernemerschap en klantgerichtheid. Voor medewerkers zijn plannen en organiseren, samenwerken, kennis van digitale systemen, communicatieve vaardigheden en kennis van de lokale gemeenschap de belangrijkste competenties voor de toekomst (Van Hassel & Cornel, 2023).

Klassieke bibliotheekkennis blijft belangrijk

Hoewel de laatste jaren steeds meer de nadruk komt te liggen op andere kwaliteiten, blijft ook klassieke bibliotheekkennis belangrijk. Dat concludeert Cubiss in het rapport Inventarisatie klassieke bibliotheekkennis, een kwalitatief onderzoek onder een brede groep medewerkers uit de sector. Hiervoor werden 12 personen geïnterviewd en werden 3 focusgroepen met in totaal 25 mensen samengesteld. De fysieke en digitale collectie blijven belangrijke pijlers van het bibliotheekwerk. Veel traditionele competenties rondom collectioneren en informatieverwerking en -ontsluiting blijven daarmee ook voor de toekomst relevant. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende competenties: 

  • Geschiedenis van de bibliotheek;
  • Kennis van de sector, inclusief de uitgeverij- en boekenbranche;
  • Kennis van bronnen en digitale databanken;
  • Vaardigheden rondom mediawijsheid op hoog niveau;
  • Parate algemene kennis;
  • Basale kennis van belangrijkste catalogi (PIM en SISO);
  • Kennis van het bibliotheeksysteem en interbibliothecair leenverkeer (IBL);
  • Interviewtechnieken (Frenk, 2020).

Bibliotheken investeren in deskundigheidsbevordering

De gewenste competenties zijn steeds vaker gerelateerd aan de ontwikkelingen in het digitale domein, maar ook aan klantgerichtheid en uitstraling in de dienstverlening. Dit heeft effect op het werven van nieuw personeel, de inrichting van opleidingen en de bijscholing van het zittende personeel (Huysmans & Hillebrink, 2008). Pensionerende werknemers stromen uit en nieuwe werknemers stromen in. Die instroom is een mooie gelegenheid om de vereiste competenties verder in- en aan te vullen. Daarnaast wordt ook sterk ingezet op deskundigheidsbevordering van het huidige personeel. Vrijwel alle bibliotheken boden in 2023 een of meer mogelijkheden aan medewerkers om zich te ontwikkelen, zoals cursussen, trainingen, kortlopende opleidingen en workshops. Ongeveer driekwart (72%) van de medewerkers maakte in het afgelopen jaar ook gebruik van een van deze ontwikkelmogelijkheden (Van Hassel & Cornel, 2023). In 2022 investeerden bibliotheken 4,0 miljoen euro in studie en deskundigheidsbevordering, binnen een totaal van 288,9 miljoen euro bestaande kosten voor personeel in loondienst. In vergelijking met voorgaande jaren zijn de personeelskosten in 2022 gestegen. Na een grote bezuiniging op de kosten voor studie en deskundigheidsbevordering in coronajaar 2020 (-29%), werd hier in 2021 weer meer aan uitgegeven (+24%). Deze stijging zet in 2022 nog verder door (+40%) (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Informeel leren via landelijke kennisdeling

Naast deze vormen van formeel leren stimuleren bibliotheken ook informeel leren, in de vorm van kennisdeling op provinciaal en landelijk niveau. Zo kan bibliotheekpersoneel deelnemen aan projectgroepen en kenniskringen of themagroepen met medewerkers uit verschillende bibliotheekorganisaties. Deze worden georganiseerd door provinciale ondersteuningsinstellingen (POI's), landelijke programma’s of de KB (Cubiss, 2015). Daarnaast vormt het landelijke Bibliotheekcongres een bron van kennis en inspiratie, met workshops, presentaties en debatten. Digitaal bieden platforms als Biebtobieb en MetdeKB medewerkers de mogelijkheid kennis te delen, nieuwe ideeën te creëren en samen te werken. Ook worden nieuwe initiatieven gestart, zoals Bieb-a-palooza – de talkshow voor bibliotheekprofessionals – en webinars, om een impuls te geven aan kennisdeling in de openbare bibliotheeksector. In coronajaren 2020 en 2021 bood driekwart van de bibliotheekorganisaties medewerkers de mogelijkheid om online cursussen te volgen, bijvoorbeeld via de Bibliotheek Campus of cursusaanbieders Soofos en GoodHabitz (Van de Burgt & Klaren, 2022). Hier zijn ook cursussen te vinden die specifiek bedoeld zijn voor bibliotheekmedewerkers, zoals Blik op het nieuwe bibliotheekwerk, ontwikkeld door SPN.

Eerste stappen richting nieuwe bibliotheekopleiding

Sinds het wegvallen van de klassieke bibliotheekopleiding groeit de noodzaak om bibliotheekprofessionals op een nieuwe manier klaar te stomen voor hun rollen en taken – zeker nu de moderne bibliotheek om een steeds breder palet aan competenties vraagt. In januari 2021 verscheen daarom de notitie Domeinbeschrijvingen voor het opleiden van bibliotheekprofessional. Aanzet tot een toekomstbestendige brancheopleiding. In dit document, opgesteld door Stichting BibliotheekWerk, de KB, Stichting Samenwerkende POI's Nederland (SPN) en de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB), worden de werkterreinen, doelgroepen, rollen en benodigde competenties van bibliotheekprofessionals inzichtelijk gemaakt. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijk-educatieve bibliothecaris, de informatie-dienstverlenende bibliothecaris en de community librarian. Na het opleveren van deze generieke domeinbeschrijvingen staat het ontwikkelen van opleidingsprofielen en leerpaden op de agenda. Hiervoor gaat de branche aan de slag met het beschrijven van leerresultaten en het inventariseren van de opleidingsactiviteiten die nodig zijn en nog ontwikkeld moeten worden. De verschillende leerpaden kunnen bestaan uit losse modules die leiden tot branche-erkende certificaten, en uiteindelijk tot een branche-erkend diploma (Van Zaalen & Dierdorp, 2021). Een van die leerpaden betreft de collectie, waarvoor NBD Biblion momenteel een aantal modules ontwikkelt, gericht op de praktische en strategische kant van het collectioneren. In 2022 is door de VOB een project gestart om stappen te zetten richting de nieuwe brancheopleiding. In dit project wordt gezocht naar een nieuwe vorm voor de scholingsbehoefte van bibliotheekmedewerkers (Van den Dool, 2023). Eind 2023 kreeg het raamwerk van de brancheopleiding gestalte, en werd gewerkt aan een overzicht van leerroutes die de relatie zichtbaar maken tussen functies, de daarvoor benodigde competenties, individuele leerdoelen en het beschikbare scholingsaanbod (VOB, 2023).

Personeel op de agenda

De kwesties die op het gebied van personeel spelen in bibliotheekland, staan hoog op de agenda. Zo kent de sector sinds begin 2019 een landelijke regiegroep, waarin KB, VOB en SPN vertegenwoordigd zijn. Ook was bij de evaluatie van de Wsob eind 2019 nadrukkelijk aandacht voor medewerkers en vrijwilligers. Verder zijn er domeinbeschrijvingen met beroepsprofielen opgesteld voor het opleiden van bibliotheekprofessionals. Daarnaast is de zorg voor voldoende en goed gekwalificeerd personeel als belangrijke stelseltaak opgenomen in het Bibliotheekconvenant. Bij het opstellen van de Netwerkagenda is een apart Netwerkteam samengesteld dat deze stelseltaak uitwerkt in jaarprogramma’s (Stichting BibliotheekWerk et al., 2020).

Bronnen