Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Personeel en vrijwilligers

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 27 juli 2023
Waar de omvang van het personeelsbestand van bibliotheken de afgelopen jaren afnam, is sinds 2018 weer een lichte stijging te zien. Na een kleine dip in 2020 zet deze stijging in 2022 sterk door. Ook het aantal vrijwilligers nam in 2022 toe. Daarnaast is een verjonging van het personeelsbestand ingezet, als gevolg van de natuurlijke uitstroom van personeel.
Afbeelding
Inhoudsblok

Groei personeelsbestand

De economische recessie, die vanaf 2010 invloed kreeg op de overheidsinkomsten, heeft tot gevolg gehad dat de subsidiebaten van bibliotheken zijn gekrompen. Deze teruggang heeft vooral invloed gehad op het personeelsbestand. Dat werd, uitgedrukt in personen, tussen 2010 en 2013 zo’n 25% kleiner. In fte’s ging het om een teruggang van 23%. Daarna fluctueerde de omvang van de personeelsbestand nog enigszins, maar sinds 2014 is zowel het aantal personen als het aantal fte’s relatief stabiel. In 2021 was een lichte groei in het totale personeelsbestand zichtbaar (+3%) en in 2022 is deze groei fors doorgezet (+7%). De bibliotheken telden 7.535 medewerkers in loondienst ten opzichte van 7.030 in 2021. Deze groei komt met name voort uit een stijging van het aantal personeelsleden met een tijdelijk dienstverband. In 2022 werkten 2.217 medewerkers vanuit een tijdelijk dienstverband in de bibliotheek ten opzichte van 1.715 medewerkers in 2021. De verhouding tussen tijdelijke medewerkers en medewerkers in vaste dienst is in de loop der jaren verschoven. Waar in 2018 nog 18% van de personeelsleden in tijdelijk dienstverband was, waren in 2022 drie op de tien bibliotheekmedewerkers tijdelijk in dienst (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023). Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) is positief over de landelijke werkgelegenheidsontwikkeling en voorziet tot 2024 over alle sectoren een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 0,9% per jaar. Voor bibliothecarissen en conservatoren wordt tot 2024 een uitbreidingsvraag van 14% per jaar verwacht (ROA, 2019).

Merendeel personeel werkt parttime

In 2022 waren bij alle Nederlandse openbare bibliotheken in totaal 8.063 medewerkers in loondienst, waarvan 93% ingezet wordt voor de bibliotheekfunctie. Van het totale personeelsbestand van de bibliotheekorganisaties werkt 7% aan taken die niet aan de bibliotheekfunctie gerelateerd zijn, zoals werkzaamheden rondom commerciële zaalverhuur, theatervoorstellingen en museumwerk bij bibliotheken in gecombineerde instellingen. Van de in totaal 7.535 medewerkers met een bibliotheekfunctie is het merendeel vrouw (83%). Het gemiddeld aantal fte per medewerker bleef in 2022 gelijk en lag net als in voorgaande jaren op 0,6 fte, op basis van een volle werkweek van 36 uur volgens de cao voor bibliotheken. Van de totale fte werd in 2022 een derde ingezet voor functies gericht op de brede maatschappelijke bibliotheek, zoals onderwijsspecialisten, mediaconsulenten en Taalhuis-medewerkers (32%). Een vergelijkbaar aandeel fte werd ingezet voor klassieke bibliotheekfuncties (bijvoorbeeld baliefunctie) (34%). Van alle medewerkers valt 91% onder de CAO Openbare Bibliotheken. Ook bij gecombineerde instellingen vallen vaak alle medewerkers onder de CAO Openbare Bibliotheken, ook de medewerkers die voornamelijk worden ingezet voor werkzaamheden die niet te relateren zijn aan de kernfuncties van de bibliotheek (bijvoorbeeld medewerkers die werkzaam zijn bij het theater of horecagelegenheid). Zowel het aantal parttimers als fulltimers nam toe ten opzichte van 2021. Eén op de tien bibliotheekmedewerkers heeft een contract voor een fulltime dienstverband, negen op de tien medewerkers werken parttime (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023.

*Vanaf 2022 zijn voor bibliotheken die met andere instellingen verenigd zijn in een organisatie of gedeeld gebouw personele cijfers specifiek voor de bibliotheekfunctie opgegeven en gerapporteerd. 

Negen op de tien personeelsleden in loondienst

In 2022 werkt driekwart van de Nederlandse openbare bibliotheken met medewerkers die niet in loondienst zijn, zoals uitzendkrachten, zelfstandigen zonder personeel, gedetacheerden of stagiairs. Dat is een stijging ten opzichte van eerdere jaren. In 2015 was het aandeel bibliotheken met personeel dat niet in loondienst is nog 57%; in 2021 ging het om 65%. Toch zijn nog veruit de meeste medewerkers van de bibliotheek in loondienst: dit geldt voor negen van de tien medewerkers. Dit aandeel is al sinds 2015 ongeveer stabiel. Ter vergelijking: gemiddeld in Nederland is 84% van de beroepsbevolking in loondienst. Dat betekent dat bibliotheken meer personeel in loondienst hebben dan gemiddeld in Nederland (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023).

Personeel van openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden

Vanuit de Nederlandse wetgeving is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) ook op de BES-eilanden – Bonaire, Sint Eustatius en Saba – van toepassing. Vanuit het project Caribisch Nederland werkt de KB samen met de bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden: op Bonaire, Sint Eustatius, Saba (BES-eilanden), Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS-eilanden). Het doel is de samenwerking te verbeteren en uit te breiden, zodat de bibliotheken de inwoners van de eilanden steeds beter van dienst kunnen zijn. Zo kregen inwoners van de eilanden vanuit het project toegang tot meer boeken, via de online Bibliotheek en door het aanvullen van de fysieke collectie, toegang tot BoekStart en het Leesoffensief en wordt er gesproken over de Bibliotheek op school.

In 2018 vroeg de KB als onderdeel van de jaarlijkse Gegevenslevering Wsob voor het eerst ook de 3 openbare bibliotheken op de BES-eilanden om gegevens over het kalenderjaar 2017. Vanaf 2022 zijn de bibliotheken op Curaçao, Aruba en Sint Maarten benaderd om - vrijwillig - deel te nemen aan de gegevenslevering. In 2023 hebben voor het eerst alle BES- en CAS-eilanden deelgenomen aan de Gegevenslevering Wsob 2022. De bibliotheekstatistieken van het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zijn echter beperkter en niet direct te vergelijken met de resultaten voor Europees Nederland. Daarom is het aantal medewerkers van bibliotheken op de BES- en CAS-eilanden niet in dit artikel verwerkt, maar zijn alle resultaten rondom deze bibliotheken gebundeld in een artikel over openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk

Verjonging personeelsbestand

Om de bezuinigingen het hoofd te bieden, is door de bibliotheekorganisaties flink gekort op het personeel. Door de hele branche, over alle functies heen, is bezuinigd, onder andere middels gedwongen ontslagen en de inzet van meer vrijwilligers. Vanwege de relatief hoge leeftijd van het personeel was een groot deel van de uitstroom via natuurlijk verloop te realiseren (Hassel & Kools, 2021). Desondanks ligt de gemiddelde leeftijd van het personeel nog steeds vrij hoog. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bleek in 2017 zelfs dat de groep bibliothecarissen en conservatoren de meest vergrijsde beroepsgroep van Nederland was (CBS, 2017). Destijds was 63% van het bibliotheekpersoneel in loondienst 50 jaar of ouder. Langzaamaan is een verjonging in het personeelsbestand zichtbaar: de groep medewerkers van 50 jaar en ouder wordt kleiner en de groep jonger dan 40 jaar groeit. In 2022 was 51% van de medewerkers 50 jaar of ouder en 29% jonger dan 40 jaar. Bibliotheken met een relatief groot werkgebied – van meer dan 100.000 inwoners – lopen voorop in de verjonging van het personeel (Van de Burgt & Klaren, 2023). Bij 61% van de bibliotheken is diversiteit van de personeelssamenstelling één van de beleidsdoelstellingen van de organisatie. Toch is circa de helft van de bibliotheken (49%) nog van mening dat in hun organisatie op leeftijdsgebied (bijna) geen sprake is van diversiteit in de personeelssamenstelling. (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Toename vrijwilligers

Dat veel vestigingen de afgelopen jaren, ondanks de krimp in het personeelsbestand, open konden blijven, is mede gerealiseerd door de inzet van vrijwilligers. Bijna alle bibliotheekorganisaties maakten in 2022 gebruik van vrijwilligers. Sinds 2010 is het aantal vrijwilligers flink gestegen, van circa 7 duizend tot bijna 22 duizend in 2019. Ook in 2022 bleef het aantal vrijwilligers toenemen, al was de stijging minder groot dan andere jaren. In 2022 waren circa 25,1 duizend vrijwilligers werkzaam in de bibliotheek. De verhouding vaste medewerkers versus vrijwilligers was in 2022 gemiddeld 1 op 3. Bij bibliotheken met een klein werkgebied – van minder dan 50 duizend inwoners – is dit zelfs 1 op 6. Hoe groter het werkgebied van de bibliotheek, hoe kleiner de verhouding (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Vrijwilliger neemt slechts deel personeelstaken over

In welke mate vrijwilligers taken uitvoeren die eerder door betaald personeel werden uitgevoerd, is in de sector onderwerp van discussie. In 2014 en 2017 is op initiatief van de Stichting BibliotheekWerk onderzoek gedaan naar de inzet van vrijwilligers. Ruim een kwart van de bibliotheken die met vrijwilligers werken, laat vrijwilligers taken uitvoeren die eerder in handen waren van een betaald personeelslid. Toch is nog steeds een substantieel deel van de vrijwilligersuren gewijd aan dienstverlening die buiten het normale takenpakket van het personeel ligt (Van den Berg, 2014; Von der Fuhr et al., 2018). Van de circa 25,1 duizend vrijwilligers die in 2022 in de bibliotheken werkzaam waren, werd het merendeel ingezet voor activiteiten rondom spreekvaardigheid (door 93% van de bibliotheekorganisaties), activiteiten rondom voorlezen (90%), digivaardigheid (90%), het logistieke proces (78%, bijvoorbeeld voor boeken aan huis bezorgen, vervoer tussen vestigingen) en/of als gastheer of gastvrouw (78%). Het aantal uur per week dat bibliotheken vrijwilligers inzetten, verschilt sterk per organisatie. Ruim vier op de tien bibliotheekorganisaties maken 150 uur per week of meer gebruik van de hulp van vrijwilligers. Bibliotheken met het grootste werkgebied (van meer dan 200.000 inwoners) zetten de meeste vrijwilligersuren in (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.
Personeel op de agenda

De kwesties die op het gebied van personeel spelen in bibliotheekland, staan hoog op de agenda. Zo kent de sector sinds begin 2019 is een landelijke regiegroep, waarin KB, VOB en SPN vertegenwoordigd zijn. Ook was bij dij de evaluatie van de Wsob eind 2019 nadrukkelijk aandacht voor medewerkers en vrijwilligers. Verder zijn er domeinbeschrijvingen met beroepsprofielen opgesteld voor het opleiden van bibliotheekprofessionals. Daarnaast is de zorg voor voldoende en goed gekwalificeerd personeel als belangrijke stelseltaak opgenomen in het Bibliotheekconvenant. Bij het opstellen van de Netwerkagenda is een apart Netwerkteam samengesteld dat deze stelseltaak uitwerkt in jaarprogramma’s (Stichting BibliotheekWerk et al., 2020).

Bronnen