Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Leesplatforms en leesclubs

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 23 maart 2019
Veel lezers willen ervaringen uitwisselen binnen een leesclub of online via verschillende sociale platforms. Bibliotheken spelen op die behoefte in door het organiseren of faciliteren van leesclubs. Ook organiseren bibliotheken schrijfateliers om amateurschrijvers een platform te bieden om feedback te geven en ontvangen van elkaar. Naast deze fysieke bijeenkomsten vinden lezers en amateurschrijvers elkaar steeds vaker op online platforms.
Afbeelding
Inhoudsblok

Soorten online leesplatforms

De websites waarop ze elkaar treffen, vallen grofweg onder te verdelen in drie soorten (Stichting Lezen, 2020):

  • Toegangsplatforms (bijvoorbeeld Bol.com, Kobo en de online Bibliotheek), die gericht zijn op het verschaffen van toegang tot boeken of e-books;
  • Aanbevelingsplatforms (bijvoorbeeld Goodreads en Lezen voor de Lijst), waar bezoekers terechtkunnen voor recensies of tips van medelezers;
  • Sociale platforms (bijvoorbeeld Wattpad en Hebban), waar lezers contact met elkaar kunnen leggen gericht op lezen en schrijven.

Meerderheid Nederlanders bezoekt online leesplatform

Lezers zijn in toenemende mate online. De meerderheid van de Nederlanders maakt weleens gebruik van een online platform voor lezen of schrijven: in 2018 bezocht 64% een platform, 27% nam een kijkje op een aanbevelingsplatform en 4% bezocht een sociaal platform. Met name dat laatste type platforms is populair: bezoekers laten zich er zo’n 40 keer per jaar zien, tegenover 25 bezoeken op platforms gericht op toegang en aanbeveling (GfK & KB, 2019).

Bron: GfK & KB, 2019.

Online leesplatforms trekken jong publiek

Toegangs- en aanbevelingsplatforms worden vaker door mannen dan door vrouwen bezocht. Dat geldt ook voor platforms voor sociaal lezen en schrijven. De bezoekers van toegangs- en aanbevelingsplatforms zijn veelal jonger dan 50 jaar. Op platforms voor sociaal lezen en schrijven zijn 13- tot 17-jarigen sterk oververtegenwoordigd: een derde tot de helft van bezoekers is een jongere. Dit valt deels te verklaren door het verplichte lezen tijdens de middelbareschoolperiode, waarbij scholieren online hulp van medelezers zoeken bij het kiezen van een geschikt boek en verwerken van de gelezen literatuur. Ook zijn deze platforms in het bijzonder in trek onder mensen met een lager dan gemiddeld opleidingsniveau. Hiermee wijken de bezoekers van online platforms af van de gemiddelde boekenlezer, die overwegend hoogopgeleid en vijftigplus is (GfK & KB, 2019). Ook op internationaal niveau hebben online leesplatforms een groot bereik. Zo heeft Goodreads 90 miljoen leden, die samen evenveel recensies hebben geplaatst en meer dan 2,6 miljard boeken aan hun leeslijsten hebben toegevoegd. LibraryThing heeft bijna 2,5 miljoen leden. Deze platforms kunnen zo van grote invloed zijn op het leesgedrag van zowel jongeren als volwassenen.

Senia: externe bibliotheekpartner voor leesclubs

Bibliotheken kunnen zelf hun leesclubs organiseren, maar het wordt ook wel gedaan door externe partners, zoals Senia. Senia stelt voor ieder seizoen een literatuurlijst samen, waaruit leesclubs zeven titels kiezen. Ze ontvangen thuis een leeswijzer met informatie en discussievragen. De leesclubs komen samen in de bibliotheek, bij een van de deelnemers thuis of op een andere locatie naar keuze. Sommige bibliotheken bieden een leesclubabonnement aan, waarmee een leesclub als groep meerdere keren hetzelfde boek kan aanvragen. Zo hoeven niet alle leesclubleden lid te worden van de bibliotheek.

Aantal leesclubs lastig te schatten

Naar schatting zijn er in Nederland zo’n 3.000 tot 5.000 leesclubs (Van Herten, 2015a). Het precieze aantal leesclubs is lastig vast te stellen, omdat lang niet alle leesclubs zijn aangesloten bij een stichting of vereniging. Meer dan de helft van de geregistreerde leesclubs (58%) is aangesloten bij een organisatie of bibliotheek. 94% van de geregistreerde leesclubdeelnemers is vrouw. 65% is hoogopgeleid. De gemiddelde leeftijd van de leesclublezer is 65 jaar. Gemiddeld bestaat een geregistreerde groep 13 jaar. Een minderheid van deze groepen (30%) heeft de beschikking over een professionele begeleider (Van Herten, 2015b). Het is echter lastig te bepalen of deze cijfers representatief zijn voor alle leesclubs in Nederland.


Bron: Van Herten, 2015b.

Soorten leesclubs: online en offline, georganiseerd en wild

Van Herten definieerde een leesclub in 2015 als ‘een vaste groep van niet-professionele lezers die fysiek bij elkaar komen om te discussiëren over boeken (fictie of non-fictie) die zij allen vooraf gelezen hebben, of die zij samen lezen’ (Van Herten, 2015b). Nu hoeven de lezers niet per se fysiek bij elkaar te komen; ook online kunnen leesclubs geformeerd worden en plaatsvinden, zoals op platforms. Verder valt er onderscheid te maken tussen een georganiseerde of ‘wilde’ groep, die respectievelijk wel of niet door een begeleider wordt ondersteund in het lees- of discussieproces.

Wilde leesclublezer is ouder en wil meer leren

Er is een onderscheid te maken tussen georganiseerde leesclubs met begeleiding, en ‘wilde’ leesclubs die zelfstandig te werk gaan. Lezers in een georganiseerde leesclub zijn doorgaans ouder en lager opgeleid. Deze leden willen graag in gezamenlijkheid leren over literatuur. Wilde leesclubs hebben doorgaans jongere en hoger opgeleide leden, waarvan een groter percentage man is. Deze lezers zijn gemotiveerder om ook individueel te lezen. Ook zien ze de leesclub meer als een vorm van vermaak.

Grote leesclubs: Stichting Literatuurclubs Drenthe (SLD) en Nederland Leest

Sommige leesclubs zijn groter dan andere. Zo vertegenwoordigt Stichting Literatuurclubs Drenthe (SLD) ruim 250 leesgroepen in Drenthe, met in totaal zo'n 1840 deelnemers. Ieder jaar maakt het bestuur een zorgvuldige selectie van vier literaire boeken. Deze worden in alle leesgroepen gelezen en besproken. De leden kunnen deze vier boeken via de SLD tegen een redelijke prijs aanschaffen. Minstens even grootschalig is Nederland Leest, de jaarlijkse leesbevorderingscampagne van de bibliotheek die in het teken staat van een specifiek thema. Leners kunnen een gratis boek ophalen bij de bibliotheek en worden uitgenodigd dit boek samen te lezen en te bediscussiëren.

Functies van leesclubs voor bibliotheek en lezer

Lezers hebben verschillende motieven om lid te zijn van een leesclub. Zo vinden ze het lezen prettig, willen ze graag kennis opdoen en genieten ze van het sociale aspect (Hertens, 2015b). Een motief voor bibliotheken om leesclubs te organiseren is hun taak lezen te bevorderen en ontmoetingen te bewerkstelligen, zoals vastgesteld in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob). Leesclubs zijn een prettige informele manier om sociale cohesie te bevorderen, en vormen daarmee ook mogelijke bestrijding van eenzaamheid. Het feit dat veelal oudere vrouwen lid zijn van een leesclub, bevestigt de potentie van die functie (Van den Berg et al., 2011). Ook in hun onderwijsprogramma passen bibliotheken met regelmaat leesclubs als didactische werkvorm toe, omdat daarmee ook direct de discussievaardigheden van de leerlingen worden getraind (Dietz et al., 2018).

Leesclubs hebben brede smaak

Leesclubs blijken heel breed te lezen, ondanks dat in de meerderheid van de groepen de leden samen de boeken uitkiezen zonder tussenkomst van een begeleider of organisatie, en dus niet door een externe partij op bijzondere titels gewezen worden. De meeste groepen lezen moderne, Nederlandstalige romans. Ook zijn prijswinnaars populair. Naast deze boeken, die ook het gewone leespubliek in Nederland aanspreken, blijken leesclubs een brede interesse te hebben: de diversiteit in titels die gelezen worden, is opvallend (Van Herten, 2015b).

Leesclubcriteria Stichting Literatuurclubs Drenthe (SLD)

Wat maakt een boek nu geschikt als leesclubboek? Stichting Literatuurclubs Drenthe (SLD), dat voor ruim 250 leesgroepen in Drenthe de te bespreken boeken kiest, hanteert de volgende criteria:

  • Literaire criteria: er moet een goede samenhang bestaan tussen structuur en inhoud. Ook moet het boek vernieuwend en origineel zijn en van een zeker taalkundig en stilistisch niveau. Indien het gaat om een vertaling, moet ook de kwaliteit daarvan in orde zijn;
  • Geschiktheid voor leesgroepen: het boek moet voldoende gespreksstof bieden, leesplezier opwekken en niet te dun of te dik zijn. Ook moeten de thema’s van de boeken onderling voldoende verschillen;
  • Beschikbaarheid: het boek moet leverbaar zijn.
     
 

 

Bronnen