Informatie voor het bibliotheeknetwerk

De bibliotheek en basisvaardigheden

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 7 november 2023
Alle bibliotheken bieden producten of diensten aan waarmee volwassenen één of meer basisvaardigheden kunnen verbeteren. Het landelijke netwerkprogramma de Bibliotheek en basisvaardigheden ondersteunt bibliotheken bij het vormgeven van deze dienstverlening. Bibliotheken hebben hun dienstverlening de laatste jaren zichtbaar geprofessionaliseerd en verbreed: ze bieden nu bijvoorbeeld ook hulp op het gebied van werk, gezin, financiën, inburgering, juridische dienstverlening en gezondheid aan. Uit onderzoek blijkt dat al deze programma’s hun vruchten afwerpen.
Afbeelding
Twee vrouwen in bibliotheek
Inhoudsblok

Deel Nederlanders heeft onvoldoende basisvaardigheden

In Nederland hebben ongeveer 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met taal en/of rekenen (Israël et al., 2016). Zij hebben onvoldoende basisvaardigheden om volwaardig te kunnen meedoen in de samenleving. Een nog grotere groep van circa 4 miljoen burgers is niet digitaal vaardig genoeg om zelfstandig zaken met de overheid te doen (Bommeljé & Keur, 2013). Het gaat bijvoorbeeld om mensen die niet zelf hun (online) belastingformulier kunnen invullen of mensen die toeslagen mislopen omdat ze niet weten hoe ze deze moeten aanvragen. Ook komt het voor dat mensen medicijnen verkeerd innemen omdat ze de bijsluiter niet goed kunnen lezen. Deze kwetsbare volwassenen vormen een moeilijk te bereiken doelgroep. Ook is er vaak sprake van diverse problemen, zoals een combinatie van werkloosheid, gezondheidsproblemen en schulden (o.a. Buisman & Houtkoop, 2014; Christoffels et al., 2016; Keizer, 2019).

Wat verstaan we onder laaggeletterdheid en laaggecijferdheid?

Iemand die laaggeletterd is, heeft moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Daardoor hebben laaggeletterden ook moeite met het omgaan met een computer. Laaggeletterden halen het minimale niveau om volwaardig mee te doen in de Nederlandse samenleving niet. Dit minimum is door de overheid vastgesteld op eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3.
Gecijferdheid is de combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten die iemand nodig heeft om in het dagelijks leven met getallen en cijfers om te kunnen gaan. Dat gaat verder dan alleen rekenen. Gecijferdheid is bijvoorbeeld nodig om je wekker te zetten, een recept te volgen, boodschappen te doen of medicatie in te nemen.

Laaggeletterdheid per doelgroep, regio en gemeente

Op GeletterdheidInZicht.nl is te zien in welke gemeente of arbeidsmarktregio in Nederland meer of juist minder laaggeletterdheid voorkomt. Ook is per regio te zien hoeveel procent van de laaggeletterde inwoners van die regio naar schatting in een bepaalde doelgroep valt, zoals Nederlandse werkenden van 30 tot en met 50 jaar (8% van de laaggeletterden), jongeren van 30 jaar of jonger zonder partner en/of kinderen (11%) en migranten van 30 jaar en ouder met een partner en/of kinderen (31%) (GeletterdheidInZicht.nl, 2021).

Masterplan Basisvaardigheden

Steeds meer leerlingen verlaten het onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Dit is onder meer te zien in het PISA-onderzoek van 2018: 24% van de leerlingen verlaat de middelbare school met onvoldoende taalvaardigheden. De Staat van het Onderwijs 2023 bevestigt dit beeld. Van de havo- en vwo-leerlingen verlaat circa 20 procent de middelbare school met een onvoldoende voor het centraal examen Nederland, en van de mbo 2- en mbo 3-studenten verlaat respectievelijk 15% en 7% hun opleiding zonder het gewenste taalniveau 2F te halen (Inspectie van het Onderwijs, 2023; Stichting Lezen, 2023). Daarnaast loopt ook de leesmotivatie van leerlingen terug.

Op meerdere van deze vlakken hebben basis- en middelbare scholen nog geen curriculum beschikbaar. Daarom heeft de Rijksoverheid in 2022 het Masterplan Basisvaardigheden ontwikkeld. Met dit plan investeert het kabinet structureel 1 miljard euro per jaar om de basisvaardigheden van leerlingen in het onderwijs te versterken. Het masterplan bestaat uit vijf pijlers (Wiersma, 2022-2023):

  1. Extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren
  2. Effectieve leer- en ontwikkelmiddelen, bijvoorbeeld door digitale geletterdheid op te nemen in het curriculum
  3. Aansluiting bij de school en de omgeving, bijvoorbeeld in de vorm van extra aandacht voor lezen en boeken op school, onder meer via de Bibliotheek op school
  4. Meer monitoring, onderzoek en scherper toezicht
  5. Duidelijke opdracht aan het funderend onderwijs

Openbare bibliotheken spelen op verschillende manieren een rol binnen het Masterplan Basisvaardigheden. Scholen die de basisvaardigheden willen verbeteren, kunnen een beroep doen op zogenoemde basisteams. Deze basisteams worden door het ministerie van OCW samengesteld op basis van de specifieke situatie en hulpvraag van een school, en bestaan uit zoveel mogelijke publieke partijen – zoals bibliotheken – die een school concrete hulp kunnen bieden. Daarnaast wordt als onderdeel van het Masterplan extra geïnvesteerd in bewezen effectieve aanpakken van leesbevordering om de school heen, waaronder Boekstart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school (Wiersma, 2023).

De Bibliotheek en basisvaardigheden biedt hulp

Bibliotheken zetten stevig in op de bestrijding van deze problemen. Het landelijke netwerkprogramma de Bibliotheek en basisvaardigheden ondersteunt bibliotheken bij het opzetten en uitvoeren van dienstverlening op het gebied van basisvaardigheden. Met het programma de Bibliotheek en basisvaardigheden sluit de KB aan bij de doelen van Tel mee met Taal en de beleidsprioriteiten van de Agenda Digitale Overheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Extra geld voor taal, rekenen en digitale vaardigheden

Met de Vervolgaanpak Laaggeletterdheid 2020-2024 heeft de Rijksoverheid extra geld uitgetrokken voor de samenhang tussen taal, rekenen en digitale vaardigheden. Daarnaast wordt – nog meer dan voorgaande jaren – de rol van gemeenten benadrukt, met als doel dat aan het eind van het programma (2024) alle gemeenten zelfstandig de regie over de aanpak van laaggeletterdheid voeren (Van Engelshoven et al., 2019).

Ook aandacht voor specifieke thema’s

Ook rondom specifieke thema’s wordt de laatste jaren meer samengewerkt. Zo heeft de KB in samenwerking met SPN en Stichting Lezen het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders in 2021 opgestart. Met dit project legt de bibliotheek in haar activiteiten rond de gezinsaanpak een focus op laagtaalvaardige ouders. Tussen 1 maart 2021 en 1 juli 2022 gingen 110 bibliotheekorganisaties binnen dit project met een eenmalige subsidie aan de slag om hun gezinsaanpak geletterdheid te verbeteren en te versterken. Uit het evaluatieonderzoek naar de Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders van het ITTA UvA blijkt dat maar liefst 83% van de deelnemende bibliotheken de kwaliteit van haar gezinsaanpak zag stijgen (Van den Aker et al., 2022).

Bibliotheken realiseren non-formeel educatieaanbod

In samenwerking met de Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN) en andere stakeholders wordt gewerkt aan de ontwikkeling, ontsluiting en implementatie van een landelijke programmalijn en het ondersteunen van bibliotheken in het vormgeven van beleid en activiteiten op het gebied van basisvaardigheden. Samen met maatschappelijke partners realiseren bibliotheken een breed non-formeel educatieaanbod. Aanvullend op formele taaltrajecten kunnen cursisten in het Taalhuis van de bibliotheek oefenen met taal, bijvoorbeeld met oefenprogramma’s, tijdens taalcafés of samen met een taalmaatje en/of kletsmaatje. Daarnaast bieden de bibliotheken hulp en ondersteuning bij concrete vragen, bijvoorbeeld in de vorm van inloopspreekuren (Klaren & Van Geest, 2023).

Basisvaardigheden in het Bibliotheekconvenant en de Netwerkagenda

Ook in het Bibliotheekconvenant 2020-2023 en de Netwerkagenda hebben basisvaardigheden een belangrijke plaats gekregen. De bibliotheek moet voor iedereen een openbare, veilige en laagdrempelige plek zijn waar men blijvend kan leren en zich kan ontwikkelen. Basisvaardigheden nemen daarin een belangrijke plaats in. In het Bibliotheekconvenant spreken de bibliotheken en de drie overheidslagen – Rijk, provincies en gemeenten – af dat zij het programma de Bibliotheek en basisvaardigheden voortzetten en daarnaast een nieuw landelijk programma opzetten: Leven lang ontwikkelen. Dit landelijk programma bevat onder andere een interactief leer- en ontwikkelplatform voor gebruikers van bibliotheken. De betrokken partijen zorgen gezamenlijk voor doorontwikkeling van landelijke producten en diensten voor deze programma’s, bijvoorbeeld in de vorm van inloopscholen en makerplaatsen. Daarnaast zoeken de partijen hiervoor samenwerking met andere sectoren, zoals het onderwijs (VOB et al., 2020). Het Bibliotheekconvenant kreeg begin 2021 concrete uitwerking in de Netwerkagenda: een samenwerking tussen meer dan honderd professionals uit het bibliotheekveld, verdeeld in twaalf programmateams, gefocust op de thema’s uit het convenant. Deze worden in de komende twee jaar uitgevoerd (KB et al., 2021).

Digitaal en taal vormen kern van aanbod

In het aanbod van de openbare bibliotheken rondom basisvaardigheden komen e-overheid (100%), digitale vaardigheden (99%) en taalvaardigheid (98% voor NT2, 88% voor NT1) het meest voor. Taal maakt al jaren onderdeel uit van het vaste aanbod van de meeste bibliotheken (Klaren & Van Geest, 2023). 

Ook training in andere vaardigheden

Naast taal en digitaal biedt het overgrote deel van de bibliotheken tegenwoordig producten en diensten aan op het gebied van gezin (93%) Verder heeft 67% van de bibliotheken aanbod rondom gezondheid, zorg en welzijn, en 60% rondom werk en inkomen. Rondom inburgering (49%), juridische vaardigheden (41%) en gecijferdheid (39%) is het aanbod van bibliotheken nog relatief kleiner. Over de jaren heen is de grootste groei zichtbaar in het aanbod rondom het gezin en gezondheid, zorg en welzijn. In 2017 bood 52% van de bibliotheken dienstverlening rondom het gezin aan en 36% rondom gezondheid, zorg en welzijn (Klaren & Van Geest, 2023).

Bron: Klaren & Van Geest, 2023.

Verbreding aanbod

Hoewel taal en digitaal nog de kern van het aanbod vormen, is ook in het aanbod binnen de andere domeinen een duidelijke verbreding zichtbaar. Het aantal bibliotheken dat producten en diensten op het gebied van werk/inkomen, gezin, financieel, gezondheid, zorg en welzijn, gecijferheid, juridisch en inburgering aanbiedt stijgt. In het type aanbod is bovendien een professionalisering te zien. Bibliotheken kunnen gebruikmaken van landelijke, provinciale en lokale programma’s om hun aanbod af te stemmen op de doelgroep in hun gemeente(n). Zo hebben de KB en de Belastingdienst in 2018 een nieuw convenant gesloten voor de samenwerking in de periode van 2019-2022. De nadruk van dit convenant ligt op het bestendigen en uitbouwen van de hulp bij belastingzaken. Daarnaast is in 2019 een nieuwe samenwerking gestart onder de naam Digitale inclusie. Met dit programma ondersteunen de bibliotheken en acht uitvoeringsorganisaties van de overheid ('de Manifestgroep') burgers dicht bij huis bij het omgaan met de digitale overheid. Dat gebeurt onder andere door niet-digivaardige burgers te stimuleren digivaardigheidscursussen te volgen en via informatiepunten in de bibliotheken (Klaren & Van Geest, 2023).

Voorbeelden aanbod basisvaardigheden

Aanbod Toelichting
Spreekuur Belasting en toeslagen Inloopspreekuur, georganiseerd in samenwerking met maatschappelijke dienstverleners. Hier kunnen mensen terecht met vragen over de Belastingaangifte, het aanvragen van toeslagen en overige belastingvragen.
DigiVitaler Met het lesprogramma DigiVitaler maken mensen kennis met digitale zorg. Door korte filmpjes en boekjes met uitleg leren ze de mogelijkheden van digitale zorg kennen. Door er vervolgens mee te oefenen, leren ze het ook zelf te gebruiken. Er zijn bijvoorbeeld lessen over Thuisarts.nl, Apotheek.nl, gezondheidsapps, over het videoconsult en het patiëntenportaal van de huisarts en van het ziekenhuis.
Voorleestraject+ Het Voorleestraject+ is er voor laagtaalvaardige ouders met kinderen van 2 tot en met 8 jaar die ondersteuning willen bij de taalontwikkeling van hun kind.
Taalcafé In het Taalcafé kunnen anderstaligen op een laagdrempelige manier oefenen met Nederlands spreken en luisteren en elkaar beter leren kennen.
Tel je geld Oefenprogramma voor mensen om minder geld uit te geven en om overzicht/inzicht te krijgen in inkomsten en uitgaven.
Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) Wie informatie en hulp zoekt bij het omgaan met de (digitale) overheid, kan terecht bij lokale bibliotheken. Bijvoorbeeld met vragen over toeslagen, belastingen, DigiD, AOW, werk, uitkering, Donorregistratie, Coronacheck, rijbewijs en zorg. De medewerkers van het Informatiepunt helpen hen zoeken naar de juiste informatie op de sites van de overheid.

Bron: Klaren & Van Geest, 2023.

Toenemend belang digitale vaardigheden

Digitale vaardigheden worden steeds belangrijker, ook omdat de overheid digitaliseert. Mensen die niet met een computer kunnen werken, hebben bijvoorbeeld minder mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Op sociaal vlak kan een gebrek aan ICT-vaardigheden leiden tot minder contacten. In 2021 beschikte circa één op de vijf Nederlanders tussen 16 en 75 jaar niet over digitale basisvaardigheden (CBS, 2022).

Nederlanders hebben veelvuldig digitaal contact met de overheid. In 2021 maakte 87% van de Nederlandse burgers tussen de 16 en 75 jaar minstens één keer gebruik van een overheidswebsite (Arends et al. 2022). Via DigiD werd in dat jaar 557 miljoen keer ingelogd bij de digitale overheid (Logius, 2022). Bibliotheken bieden een breed scala van programma’s, trainingen en activiteiten op het gebied van digitale vaardigheden en de e-overheid. Twee daarvan zijn de landelijke programma’s Klik & Tik van Oefenen.nl en de cursus ‘Werken met de e-overheid’ van Digisterker. Dit aanbod wordt gestimuleerd door de KB, onder andere door de landelijke inkoopregeling en het convenant met de Belastingdienst. In 2022 werden deze programma’s door bijna alle bibliotheken aangeboden (96% en 88%) (Klaren & Van Geest, 2023). Sinds 2015 is een duidelijke toename zichtbaar in het aanbod: Klik & Tik werd in 2015 door 63% van de bibliotheken aangeboden en ‘Werken met de e-overheid’ door 32% van de bibliotheken (KB, 2018). 

Bron: Klaren & Van Geest, 2023.
Wat is Klik & Tik?

Met Klik & Tik, een programmaserie van Oefenen.nl, ondersteunen bibliotheken mensen bij het ontwikkelen van digitale vaardigheden. Bibliotheken stellen Klik & Tik beschikbaar op hun computers. Bezoekers kunnen hiervan zelfstandig gebruikmaken of deelnemen aan een ondersteunende cursus, bijeenkomst, workshop of inloopspreekuur. Bibliotheken werven de deelnemers zelf of ze worden doorgestuurd door organisaties als het UWV.

Wat is ‘Werken met de e-overheid’?

Bibliotheken kunnen het programma ‘Werken met de e-overheid’ van Digisterker aanbieden om burgers wegwijs te maken in het werken met de elektronische overheid. Op die manier leren zij zelfstandig gebruik te maken van de elektronische dienstverlening van bijvoorbeeld de gemeente, het UWV en de Belastingdienst.

Aandacht voor gecijferdheid

Naast geletterdheid is ook gecijferdheid belangrijk om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Als je gecijferd bent, kun je goed omgaan met de kwantitatieve kanten van ons bestaan. Denk bijvoorbeeld aan getallen, maar ook aan het gebruik van apps en het lezen van grafieken. Gecijferdheid is een voorwaarde om je wekker te kunnen zetten, een recept te volgen, boodschappen te doen of de juiste hoeveelheid medicatie in te nemen (Hoogland & Stelwagen, 2021). Het belang van gecijferd zijn in de digitaliserende wereld groeit. Van de 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland zijn 2,1 miljoen mensen ook laaggecijferd (Israël et al, 2016). Daarom besteden bibliotheken in toenemende mate aandacht aan vaardigheden rondom gecijferdheid. Vanuit het project Gecijferdheid telt mee en met subsidie van Tel mee met Taal experimenteren bibliotheken en de Hogeschool Utrecht met het beter bereiken en ondersteunen van laaggecijferden. Daarnaast worden kennisdagen georganiseerd om bibliotheken te ondersteunen, bijvoorbeeld de landelijke dag Gecijferdheid Telt Mee!.

Opbrengsten landelijke programma’s positief

De effecten van digitale cursussen als ‘Werken met de e-overheid’ en Klik & Tik worden landelijk in kaart gebracht. De Monitor Digitale Basisvaardigheden is in 2019 opgegaan in de Effectenmonitor, die sinds 2020 de naam Impactmonitor had. Vanaf medio 2023 is de Impactmonitor opgegaan in de nieuwe Bibliotheekmonitor. Het impactonderdeel van de Bibliotheekmonitor biedt een verzameling van onderzoeksinstrumenten waarmee bibliotheken de effecten van cursussen kunnen meten. De resultaten uit de monitor helpen bij de evaluatie van educatieve programma’s en bij de verantwoording aan externe stakeholders. Het impactonderdeel van de Bibliotheekmonitor omvat momenteel drie modules waarmee bibliotheken waarmee bibliotheken de effecten van hun educatieve cursussen kunnen meten: computer en internet (digitale basisvaardigheden, zoals Klik & Tik), e-overheid (Digisterker) en Nederlandse taal. Vragenlijsten om de impact van andere activiteiten te meten worden later toegevoegd. Analyses van de monitor Digisterker tonen aan dat deelnemers over het algemeen erg positief zijn over deze cursus. Men heeft voldoende geleerd om zelfstandig met de e-overheid te kunnen werken, kan het geleerde in het dagelijks leven toepassen en is van plan dat ook te gaan doen (Stichting Digisterker, 2017). Ook de geaggregeerde resultaten van de Impactmonitor laten zien dat deelnemers na afloop van een cursus het gebruik van computer, internet en/of e-overheid leuker vinden, zich veiliger voelen bij het gebruik ervan, minder vaak hulp nodig hebben, minder vaak stress ervaren en minder vaak bang zijn om iets verkeerd te doen. Bovendien lijken de cursussen aan te zetten tot meer oefenen, doorgaan met leren en meer gebruik van de bibliotheek (Oomes & Hermans, 2022).

Grootste deel bibliotheken biedt taalvaardigheidscursussen of -advies aan

Ook op het gebied van taalvaardigheid worden de effecten gemeten. Bij 9 op de 10 bibliotheken bestaat het aanbod op het gebied van taalvaardigheid onder andere uit het gebruik van de fysieke en digitale collectie (98%) en/of gebruik van computers (95%). Daarnaast verzorgt 93% van de bibliotheken advies, doorverwijzing en intakes, en biedt 74% inloopspreekuren aan. Bij negen op de tien bibliotheken kunnen burgers terecht in een Taalcafé (92%) en voor één op één oefenen met taalvaardigheid, bijvoorbeeld met een Taalmaatje en/of Kletsmaatje (85%). Ook bieden veel bibliotheken landelijk ingekochte programma’s, zoals de taalprogramma’s van Oefenen.nl (87%). Een veel kleiner percentage van de bibliotheken leidt bezoekers naar formele cursussen en opleidingen (6%).

Bron: Klaren & Van Geest, 2023.

Aanbod basisvaardigheden voor anderstaligen bereikt niet iedereen

Op 1 januari 2022 trad de nieuwe inburgeringswet in werking. De regie voor de inburgering komt daarmee weer te liggen bij de gemeente. Deze nieuwe wet biedt kansen voor bibliotheken en taalcoachorganisaties om nieuwe doelgroepen te bereiken. Om deze kansen in kaart te brengen, heeft kennisinstituut voor taalontwikkeling ITTA in opdracht van de KB en Stichting Het Begint met Taal onderzoek gedaan naar het brede aanbod basisvaardigheden voor anderstaligen bij bibliotheken en taalcoachingsorganisaties. Dat aanbod blijkt divers, en wordt al door een deel van de beoogde doelgroep gevonden. Met name mensen met een inburgeringsplicht en burgers die dit traject hebben voltooid weten hun weg naar de bibliotheek te vinden. Andere groepen anderstaligen met een leervraag worden minder goed bereikt. Bibliotheken en taalcoachorganisaties zijn zich niet altijd bewust van de diversiteit binnen de groepen anderstaligen in hun werkgebied. Ook sluiten vraag en aanbod niet overal even goed op elkaar aan. Meer kennis over de verschillende doelgroepen en hun leervragen, maar ook over de verschillende financieringsmogelijkheden en beleidsprioriteiten binnen hun werkgebied kunnen bibliotheken en taalcoachorganisaties helpen om het aanbod dat ze al in huis hebben te verstevigen en goed te positioneren (Elderenbosch et al., 2021).

Openbare bibliotheken als spin in het web

Bibliotheken werken samen met veel en diverse partnerorganisaties op het gebied van basisvaardigheden voor volwassenen. De meeste bibliotheken maken (formele) afspraken met partners als gemeenten en Stichting Lezen en Schrijven. Daarnaast wordt relatief veel samengewerkt met welzijnswerk of vergelijkbare organisaties en met  instellingen voor beroepsonderwijs. In totaal waren er in 2018 424 (digi)Taalhuizen in Nederland (Stichting Lezen en Schrijven, 2019). Van alle bibliotheken die aan de meting de Bibliotheek en basisvaardigheden hebben deelgenomen, had 96% in 2022 minimaal één Taalhuis in haar werkgebied. Dat komt gemiddeld neer op 1 (digi)Taalhuis per 48 duizend (volwassen) inwoners in het werkgebied. In 84% van alle (digi)Taalhuizen in het werkgebied had de bibliotheek een coördinerende rol. Hoe meer inwoners in het werkgebied van de bibliotheek, hoe meer (digi)Taalhuizen zich in het werkgebied bevinden. De meeste bibliotheken bieden in de bibliotheek zelf een (digi)Taalhuis aan: 98% van de bibliotheekorganisaties huisvestte in 2022 minimaal één (digi)Taalhuis (Klaren & Van Geest, 2023).

Wat is een (digi)Taalhuis?

Een (digi)Taalhuis is een herkenbare, fysieke plek waar volwassenen terechtkunnen om beter te leren lezen, schrijven, rekenen en omgaan met de computer. Burgers kunnen daar relevante cursussen volgen of zo nodig worden doorverwezen naar andere instellingen. Lokale partners zetten een (digi)Taalhuis op en onderhouden dat met professionals en vrijwilligers.

Bronnen