Informatie voor het bibliotheeknetwerk

MAKERLAB in Oldenzaal: ‘Jongeren laten zien dat we meer zijn dan alleen boeken’

Nieuwsbericht
Vergelijken
20 december 2021
Toen de bibliotheek van Oldenzaal naar een nieuwe locatie verhuisde, moest en zou er een ruimte worden ingericht voor een makerplaats – aanvankelijk voor jongeren, maar later hopelijk voor iedereen. Inmiddels liggen de eerste schetsen klaar, en kan het grote verheugen beginnen. Betrokkenen Dyonne Aberson en Anja Annink aan het woord.
Inhoudsblokken
Makerplaats Oldenzaal

De bibliotheken van Hengelo, Oldenzaal en Hof van Twente werken al een tijdlang nauw met elkaar samen, onder meer in de vorm van een gezamenlijk management. Dat resulteert nu in een nieuwe samenleving: een nieuwe makerplaats in de nieuwe vestiging in Oldenzaal. Dat komt niet helemaal uit de lucht vallen, leggen projectleiders Dyonne Aberson en Anja Annink uit: de bibliotheken houden zich al langere tijd bezig met activiteiten rondom activiteiten rondom technologie, digitalisering en maakprocessen. ‘Al een jaar of drie organiseren we in de schoolvakanties vakantiemaakplaatsen,’ vertelt Annink. ‘Tijdens die bijeenkomsten kunnen jongeren actief aan de slag in de bibliotheek. Het is altijd een succes.’ Toen de bibliotheek van Oldenzaal eind 2020 verhuisde naar een nieuwe locatie, was één ding dus zeker: er moest een makerplaats in komen, waar deze activiteiten een eigen plek konden krijgen. ‘Sindsdien zitten we in een winkelcentrum, waar we veel meer spontane aanloop krijgen,’ aldus Aberson. ‘Ook mensen die normaal gesproken niet zo snel in de bibliotheek komen, weten ons nu makkelijker te vinden.’

Binnentuin

De locatie van de makerplaats in de bibliotheek was snel bedacht: daarvoor was de binnentuin een prachtige plek. ‘Het is een patio in de vorm van een driehoek,’ licht Annink toe. ‘Aanvankelijk was het idee om er een simpel tuinhuis neer te zetten, zoals je het ook bij de bouwmarkt kunt kopen. Het zag er leuk uit, maar was voor de inrichting niet praktisch. Het moest een beleving worden: een open ruimte die uitnodigt om binnen te komen.’

De begeleiding vanuit het project MAKERLAB hielp om de ideeën te slijpen. ‘De architecten die aan het project verbonden zijn, legden ons meerdere ontwerpen voor,’ herinnert Aberson zich. ‘Zij stapten af van de vierkante vorm: het kon bijvoorbeeld ook een driehoek worden, met veel glas, zodat iedereen naar binnen kan kijken wat daar voor spannends gebeurt. Ook zaten we helemaal in ons hoofd met een huisje dat in het midden van de binnentuin zou komen te staan, maar zij openden ons de ogen voor andere opties. Omdat we de binnentuin ook voor andere activiteiten gebruiken, zoals voorlezen of ontspanning, is het juist handig dat het huisje aan de rand van de tuin staat.’

De architecten kwamen met meer goede ideeën, vond Annink. ‘Ze hielden rekening met de inval van het zonlicht, hoe je er vanuit de bibliotheek tegenaan kijkt en hoe je eenheid creëert met de architectuur van het bibliotheekgebouw. Daar hadden wij allemaal nog niet over nagedacht.’

Aan de slag

Inmiddels liggen de eerste schetsen er en kan straks het bouwen beginnen. Alleen: vanwege de coronacrisis zijn bouwvakkers drukker dan ooit en laten materialen lang op zich wachten. ‘We hopen voor de zomer open te kunnen,’ aldus Aberson. ‘In eerste instantie richten we ons vooral op jongeren. We willen ze graag laten zien dat we niet alleen maar boeken hebben. Alleen: hoe krijgen we hen binnen? Daarvoor loopt nu een student bij ons stage, die voor haar afstuderen gesprekken voert met jongeren uit de buurt, bijvoorbeeld via leerlingenraden van scholen. Waar hebben zij behoefte aan? In een volgend stadium willen we uitbreiden naar andere doelgroepen, zoals volwassenen en senioren.’

Om zoveel mogelijk bezoekers van de bibliotheek te enthousiasmeren voor de makerplaats, ontwierp een van de TU-studenten een kar, die bij de ingang van de vestiging kan worden neergezet. ‘Omdat de makerplaats zich achter in de bibliotheek bevindt, hebben we een soort uithangbord nodig,’ legt Annink uit. ‘Deze kar biedt een aankondiging van onze activiteiten, bijvoorbeeld via een tablet, en bevat boxen met opdrachten, die bezoekers kunnen meenemen naar de makerplaats om zelf aan de slag te gaan. Die opdrachten zullen niet te ingewikkeld zijn, zodat ze ze zelfstandig kunnen uitvoeren, zodat begeleiding vanuit ons niet per se nodig is. Ook willen we er een vitrine in plaatsen, als een soort expositieruimte van wat je in ons lab allemaal kunt maken.’

Duurzaam

De eerste apparaten zijn gelukkig al in huis. ‘We hebben al vier VR-brillen, een 3D-printer, een lasersnijder en een snijplotter,’ somt Aberson op. ‘Daarmee kunnen we onze programmering nu al anders invullen. Dat past bij ons beleid rondom de Bibliotheek op school, waarin we digitale geletterdheid meer prioriteit willen geven.’

De makerplaats past bij meer speerpunten van de bibliotheek: teamoverstijgend werken, bijvoorbeeld, maar ook een leven lang leren en ontwikkelen en duurzaamheid. ‘We willen de makerplaats zo inrichten dat die zo onderhoudsarm mogelijk is,’ licht Aberson toe. ‘We willen graag een mosdak en zonnepanelen plaatsen en zoveel mogelijk gebruikmaken van gerecyclede materialen.’

In januari krijgen inwoners een voorproefje van de makerplaats: dan komt het Mobiele Lab van Tetem naar Oldenzaal. ‘We kunnen dan alvast oefenen,’ aldus Annink. ‘Wij nodigen inwoners en schoolklassen uit en bekijken welke apparaten in de smaak vallen. Daar kunnen we de inrichting nog op aanpassen.’

Dat wordt ook het moment dat collega’s meer zicht krijgen op wat er allemaal in de makerplaats gaat gebeuren. Aberson: ‘Ze zien ons vaak sjouwen met materialen, maar weten niet altijd even goed waar we mee bezig zijn. Terwijl we de betrokkenheid van collega’s uit andere teams juist nodig hebben om innovatieve plannen te bedenken. Ook willen we hen voorzichtig laten wennen aan het idee dat we nieuwe doelgroepen naar de bibliotheek willen trekken, die de ruimte op een andere manier gebruiken – niet in stilte, maar door geluid te maken, bijvoorbeeld.’

Stagiairs

Nu worden Annink en Aberson vooral bijgestaan door hun drie stagiairs. ‘Naast het afstudeeronderzoek dat een van hen uitvoert pakken de andere twee concrete klussen op,’ vertelt Aberson. ‘Ze bedenken activiteiten en voeren ze uit, maar maken ook posters en filmpjes voor de communicatie. En als er een nieuw apparaat arriveert, proberen zij het uit, om vervolgens aan ons uit te leggen hoe het werkt.’

Hoewel de begeleiding in het begin om wat tijd vroeg, zou Annink zo’n stageteam aan iedereen aanbevelen. ‘Ze nemen ons veel zorgen uit handen en denken heel goed mee. Binnenkort start hopelijk een nieuwe lichting. Verder hebben we veel aan de andere MAKERLAB-collega’s: sommigen van hen zijn enorm ervaren en overdonderen ons met tips.’

Met deze groep reflecteren ze veel op wat ze doen. ‘We hebben bijvoorbeeld ook manieren aangereikt gekregen om samen met de doelgroep de makerplaats te evalueren. Zo krijgen we een veel beter inzicht in onze effecten.’

Over MAKERLAB

MAKERLAB is een proeftuin voor vernieuwing rondom makerplaatsen in bibliotheken. Binnen dit tweejarige project wordt ontwerpend onderzoek gedaan naar de programmering en inrichting van makerplaatsen in hun specifieke lokale context, en worden nieuwe methodes ontwikkeld voor het monitoren van de impact van makerplaatsen. Het project is een samenwerking van TU Delft, Hogeschool Rotterdam, Fers en de KB. In het eerste jaar zijn  Bibliotheek Hoeksche Waard, Bibliotheek Oldenzaal, Bibliotheek Rivierenland en Bibliotheek Zuidoost Fryslân de pilotbibliotheken. In het tweede jaar worden nieuwe bibliotheken geworven. Het onderzoek loopt van 1 januari 2021 tot 31 december 2022.