Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Terugblik proeftuin digitaal burgerschap dbieb: Jonge Nieuwkomers

Nieuwsbericht
Vergelijken
15 maart 2022
Het afgelopen halfjaar doorliepen vijf bibliotheken door het hele land een traject als proeftuin digitaal burgerschap. Bij dbieb lag de focus op het laten meedoen en weerbaarder maken van jonge nieuwkomers op digitaal gebied. Projectleider Arjen Nijboer blikt terug op het proces.
Inhoudsblokken
Arjen Nijboer

Toen vorig jaar de oproep voor deelname aan het proeftuintraject op het gebied van digitaal burgerschap werd gelanceerd, twijfelden ze bij dbieb geen moment over de doelgroep waarmee ze aan de slag wilden: jonge nieuwkomers. Deze groep jongeren en adolescenten kampt ongetwijfeld met specifieke vragen op het gebied van digitaal burgerschap, was het idee. De zoektocht naar welke vragen precies zou onderdeel worden van de proeftuin.

‘We hebben continu een onderzoekende houding aangenomen,’ vertelt projectleider Arjen Nijboer. ‘Ons proeftuintraject begon met het ophalen van de vraag uit de omgeving. We hebben gesproken met mensen uit het werkveld, maar vooral met jonge nieuwkomers zelf. Vier van hen zijn zelfs onderdeel geworden van ons projectteam, als mede-eigenaars. Daar worden ze ook voor betaald.’

Daarnaast liet dbieb een bureauonderzoek uitvoeren: hoe ziet het veld van jonge nieuwkomers eruit? Wat betekent digitaal burgerschap voor hen? ‘Uit die twee vormen van input hebben we vervolgens een model gefiltreerd: onze eigen Theory of Change,’ legt Nijboer uit. ‘Daarin staat welk doel wij met dit project willen bereiken. Die werkwijze was best spannend: omdat we ons zo sterk baseerden op de uitkomsten van het onderzoek, wisten we van tevoren niet welke kant ons project op zou gaan.’

Sterk team

Voorafgaand aan die spannende tocht breidde Nijboer zijn team uit met krachten van buitenaf, onder meer op het gebied van onderzoek en projectmanagement. ‘Het samenstellen van het team was voor mij een belangrijk onderdeel van het proces,’ vertelt hij. ‘Daar heb ik een aantal maanden voor uitgetrokken voordat we goed van start konden.’

Samen besloten ze aan de slag te gaan om de participatie en weerbaarheid van jonge nieuwkomers in de omgeving te vergroten. Samen met de doelgroep gaven ze twaalf opdrachten vorm, stuk voor stuk toegespitst op de uitkomsten van het vooronderzoek. ‘Uit dat onderzoek bleek bijvoorbeeld dat begeleiders van jonge nieuwkomers vaak namens hen inloggen met hun DigiD,’ aldus Nijboer. ‘Ook hebben jonge nieuwkomers niet altijd goed zicht op de abonnementen die ze afsluiten, bijvoorbeeld op het gebied van internet en telefonie. Ook sexting komt onder deze doelgroep veel voor. Die uitkomsten vormden uitgangspunten voor de opdrachten.’

Die opdrachten krijgen de vorm van een speurtocht door de stad. Met behulp van geocaching worden de nieuwkomers langs de verschillende plaatsen geleid die hen met hun vragen kunnen helpen, zoals de gemeente of het zorgkantoor. ‘Die opdrachten hebben we in cocreatie met de doelgroep gemaakt,’ legt Nijboer uit. ‘We werkten vooral samen met jongeren met een technische achtergrond. Dat hielp bij het maken van de opdrachten, waar ook augmented reality bij komt kijken. We zijn benieuwd hoe de jongeren die de opdrachten gaan uitvoeren die ervaring vinden.’

Goede match

De opdrachten zijn inmiddels ontwikkeld; binnenkort gaan de eerste speurtochten van start. ‘Natuurlijk is dat spannend, maar het voordeel van zo’n nauwe samenwerking met de doelgroep is dat we hopelijk al weten dat het een goede match zal zijn. Hopelijk kunnen we met dit aanbod zelfs een bredere doelgroep blij maken: niet alleen nieuwkomers, maar ook andere jongeren, bijvoorbeeld, of zelfs volwassenen.’

Zo’n nauwe samenwerking met de doelgroep vraagt meer tijd, merkte Nijboer. ‘Tegelijkertijd levert het veel extra informatie en betrokkenheid van de doelgroep op. Ik hoop natuurlijk van harte dat andere bibliotheken en instellingen ook met dit product aan de slag willen, toegespitst op hun eigen omgeving. Ook zij zouden de gebruikers in het ideale geval moeten betrekken bij de vormgeving van hun eigen product, bijvoorbeeld door te kijken welke opdrachten wel werken en welke niet, of door de routes aan te passen aan de omgeving.’

Tijdsintensief

Ook de samenwerking met zoveel partners in de stad vraagt tijd. ‘We moeten alle locaties die we tijdens de opdrachten aandoen goed informeren over de jongeren die bij hen op de stoep kunnen staan. Ook het maken en uitzetten van de routes in de stad kost tijd.’

Verder realiseert Nijboer zich dat de waarden die ze de jongeren met dit project proberen bij behoorlijk westers zijn. ‘Wij bepalen vanuit ons perspectief dat ze bepaalde vaardigheden moeten opdoen. We willen dat ze individuele keuzes maken, terwijl dat binnen hun cultuur niet altijd gebruikelijk is. We zagen daarin ook verschillen tussen de gemeenschappen waarmee we samenwerkten. De Syrische gemeenschap was bijvoorbeeld veel minder bezig met de mening van vrienden en familie dan de Eritrese.’

Nijboer kijkt ernaar uit de jongeren met de opdrachten aan de slag te zien gaan. ‘Net als bij de andere proeftuinen zie ik in dit project zeker de mogelijkheid het verder uit te bouwen. Dan draag ik het niet alleen met mijn team, maar met de hele organisatie, bijvoorbeeld met de collega’s van educatie of programmering. Op die manier kunnen we een zo groot mogelijk publiek vaardiger maken op het gebied van digitaal burgerschap.’

Over de programmalijn digitaal burgerschap

Digitaal burgerschap betekent dat mensen zich actief, vaardig en weerbaar kunnen bewegen in de online informatiesamenleving. De programmalijn digitaal burgerschap ondersteunt bibliotheken hun rol in dit landschap te verstevigen en uit te breiden. Van september 2021 tot en met maart 2022 gingen vijf bibliotheken aan de slag als proeftuin digitaal burgerschap. De geleerde lessen worden meegenomen in de verdere uitrol van het programma.