Vooral samenwerking rondom educatie
Om invulling te geven aan de kernfuncties uit de wet, werken bibliotheken samen met verschillende soorten organisaties, zowel binnen het publieke als het commerciële domein. Gemiddeld werkten bibliotheken in 2022 samen met 16 verschillende partners om de kernfuncties uit te voeren. Vrijwel alle bibliotheken werkten in 2022 samen met de (lokale) overheid (98%), het onderwijs (96%) en partners uit het domein basisvaardigheden, zoals Stichting Lezen en Schrijven en andere taal- en digitaalaanbieders (91%). De focus ligt daarbij met name op het primair onderwijs en voortgezet onderwijs, maar ook met het beroepsonderwijs wordt relatief veel samengewerkt. Ook met andere educatieve instellingen, zoals de kinderopvang en taal- of cursusaanbieders, wordt veel opgetrokken. Ten opzichte van 2021 is het aandeel bibliotheken dat in 2022 samenwerkte met de overheid, het onderwijs en educatieve partners vrij gelijk gebleven. Als wordt ingezoomd op specifieke soorten samenwerkingspartners, dan zijn er evenwel organisaties waarmee in 2022 minder werd samengewerkt. Zo steeg in de coronaperiode het aandeel bibliotheken dat samenwerkte met zorginstellingen, maar nam dit aandeel na het wegvallen van de coronamaatregelen in 2022 weer af (Van de Burgt & Klaren, 2023).
Samenwerking vaak vanuit landelijke programma’s
Op het gebied van voorschoolse educatie werken bibliotheken samen met kinderopvanginstellingen, gemeenten en consultatiebureaus. Vaak gebeurt dit vanuit het programma BoekStart, waarin opvoeders en instellingen worden ondersteund in het bevorderen van (voor)lezen aan baby’s (Klaren & Van de Burgt, 2023a). In het primair onderwijs leveren bibliotheken in samenwerking met scholen een bijdrage aan leesbevordering en mediawijsheid. Dit gebeurt vaak in landelijke programma’s zoals de Bibliotheek op school, maar ook in zelfontwikkelde programma’s en initiatieven. Uit structureel onderzoek dat wordt uitgevoerd door de KB blijkt dat alle bibliotheken inmiddels samenwerken met het primair onderwijs. In totaal werd in schooljaar 2021-2022 samengewerkt met 5.298 schoollocaties: 80% van alle schoollocaties in het werkgebied van de bibliotheken. Met 4.886 van deze scholen werd samengewerkt op het gebied van leesbevordering en met 1.807 scholen op het gebied van digitale geletterdheid. In vergelijking met schooljaar 2020-2021 is het aandeel scholen waarmee bibliotheken samenwerken op het gebied van leesbevordering constant gebleven. Op het gebied van digitale geletterdheid is er sprake van een daling: het aandeel schoollocaties waarmee bibliotheken samenwerken rondom digitale geletterdheid is gedaald van 32% in 2020-2021 naar 27% in 2021-2022. Deze daling kan deels verklaard worden door de coronaperiode waarin de focus grotendeels kwam te liggen op taal- en leesbevordering (Klaren & Van de Burgt, 2023b).
Samenwerking voortgezet onderwijs neemt toe
Steeds meer bibliotheken werken ook samen met het voortgezet onderwijs. Van alle openbare bibliotheken in Nederland met een schoolvestiging voor het voortgezet onderwijs in het werkgebied werken 119 bibliotheken (88%) samen met het voortgezet onderwijs. In totaal wordt met 829 schoollocaties samengewerkt: 43% van alle schoollocaties in het werkgebied van de bibliotheken (Klaren & van de Burgt, 2023c). Het gaat hierbij om reguliere samenwerking, eigen programma’s en samenwerking via de Bibliotheek op school. De dienstverlening richt zich meestal op leesbevordering, en in mindere mate op digitale geletterdheid.
Taalhuis ondersteunt in verbetering basisvaardigheden
De bibliotheek ondersteunt burgers in het verbeteren van hun basisvaardigheden, zoals hun taalvaardigheid, om volwaardig mee te doen in de samenleving. Vaak krijgt deze dienstverlening vorm in een Taalhuis. Dit is een fysieke plek, meestal gesitueerd in een bibliotheek, waar mensen terechtkunnen als ze bepaalde vaardigheden of informatie willen op doen. Ze kunnen er bijvoorbeeld taal- of sollicitatietrainingen en computercursussen volgen, juridische spreekuren bezoeken en ondersteuning krijgen bij het invullen van formulieren. Om in deze dienstverlening te kunnen voorzien, wordt door veel bibliotheken samengewerkt met gemeenten, Stichting Lezen & Schrijven, het beroepsonderwijs en Welzijnswerk. Ook wordt op vrij grote schaal samengewerkt met andere maatschappelijke of educatieve partners (Van de Burgt & Klaren, 2022).
Sinds 2017 samenwerking met Belastingdienst
Sinds 2017 kunnen burgers voor hulp en ondersteuning bij de (online) belastingaangifte terecht in de openbare bibliotheek. De KB en de Belastingdienst tekenden in 2016 een driejarig convenant over deze onderlinge samenwerking. Hierin stond aangegeven dat bibliotheken werden geacht drie pijlers te implementeren in de lokale dienstverlening: het ter beschikking stellen van computers en printfaciliteiten, het bieden van de mogelijkheid om digivaardigheidscursussen te volgen en het faciliteren van belastinghulp in samenwerking met maatschappelijk dienstverleners, in de vorm van spreekuren, invulcursussen en informatiebijeenkomsten. Om de dienstverlening verder structureel in te bedden, is voor 2023 het convenant met de Belastingdienst – en Toeslagen – verlengd. In het verlengde convenant blijven de voorwaarden gelijk aan het convenant dat gesloten is voor de periode 2019-2022.De partijen werken tegelijkertijd aan een nieuw convenant voor de periode 2024 tot en met 2027.
Ondersteuning kwetsbare burgers dankzij Digitale Inclusie en IDO's
Daarnaast is in 2019 onder de naam Digitale Inclusie een nieuwe samenwerking tussen de bibliotheken en een aantal uitvoeringsorganisaties van de overheid – de zogeheten Manifestgroep – gestart om burgers dicht bij huis te ondersteunen bij het omgaan met de digitale overheid. Het gaat hierbij onder andere om de Belastingdienst, het Centraal Administratie Kantoor (CAK), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Deze partijen verwijzen mensen die moeite hebben met computers en internet naar een bibliotheek bij hen in de buurt. Samen hebben deze partijen de volgende twee hoofddoelen:
- Zij stimuleren meer niet-digivaardige burgers deel te nemen aan digivaardigheidscursussen in bibliotheken. Zo worden steeds meer mensen (digitaal) zelfredzaam;
- Voor mensen die (blijvend) ondersteuning nodig hebben, worden informatiepunten in de bibliotheken ontwikkeld. Hier kunnen burgers terecht voor eerstelijnsinformatievoorziening over de (digitale) overheid, specifiek van de deelnemende Manifestgroep-partijen.
De eerste van deze ‘Informatiepunten Digitale Overheid’ (IDO’s) openden in 2019, waarna hun aantal snel toenam. In 2022 telde iedere bibliotheekorganisatie minimaal één Informatiepunt Digitale Overheid (IDO). Eind 2021 maakte het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bekend extra te investeren in de inrichting en exploitatie van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s). Mede daardoor is de snelle groei van het aantal IDO’s doorgezet: van 433 IDO’s in 2021 naar 664 IDO’s in 2022. Deze locaties met een IDO registreerden in 2022 ruim 52 duizend vragen[1] (Klaren & Van de Burgt, te verschijnen). De meeste vragen werden gesteld over DigiD, gemeentelijke regelingen, toeslagen en Belastingaangifte en het gebruik van computers, tablets en smartphones (KB, 2023).
[1] Dit blijkt uit voorlopige gegevens die in het kader van de Bibliotheekmonitor-meting Basisvaardigheden zijn verzameld. De rapportage met de definitieve aantallen wordt naar verwachting in oktober gepubliceerd.
Negen op de tien bibliotheekorganisaties delen pand
In totaal zijn 730 bibliotheeklocaties, 57% van alle locaties, in een multifunctionele accommodatie (MFA) ondergebracht. Hiermee heeft 90% van de bibliotheekorganisaties één of meerdere locaties met andere instellingen in een gezamenlijk gebouw ondergebracht. Die constructie is soms na een fusie ontstaan, vaak met culturele partners, of is het resultaat van een samenwerking met culturele, maatschappelijke of welzijnsorganisaties. De instellingen waarmee de huisvesting wordt gedeeld, zijn divers. De meeste bibliotheekvestigingen delen het gebouw met maatschappelijk dienstverleners en het primair onderwijs, maar ook kinderopvang, zorginstellingen en theaters zijn vaak in hetzelfde gebouw gevestigd. Met deze instellingen delen bibliotheken met name de publieksruimte, maar ook de programmering wordt relatief vaak gezamenlijk opgepakt. Ook op bestuurlijk niveau wordt samengewerkt met de andere instellingen. Eén op de zes bibliotheekorganisaties werkte in 2022 op bestuurlijk niveau of middels een fusie samen met andere instellingen; dit zijn met name culturele instellingen (Van de Burgt & Klaren, 2023).
- Onderzoek naar gegevenslevering in gecombineerde instellingen
-
Voor bibliotheken die onderdeel uitmaken van gecombineerde instellingen is het lastig de vragenlijsten in het kader van de Gegevenslevering Wsob in te vullen. Dat blijkt uit onderzoek naar dit proces, uitgevoerd in 2022 door Atlas Research in opdracht van de KB. Gecombineerde instellingen herkenden zich onvoldoende in de Wsob-vragenlijsten, bleek uit het onderzoek, waarbij ook stakeholders en focusgroepen, bestaand uit bibliotheken en POI’s, werden geraadpleegd. Voor gecombineerde instellingen is het lang niet altijd duidelijk hoe zij de Wsob-vragenlijsten moeten invullen. De vragenlijsten worden daardoor verschillend geïnterpreteerd. Sommige gecombineerde instellingen geven de cijfers van de bibliotheekfunctie op of maken een zo goed mogelijke inschatting daarvan; andere geven de totalen van de gehele organisatie, terwijl het doel van de Wsob-uitvraag is om inzicht te krijgen in bibliotheekcijfers. Deze onduidelijkheden komen de kwaliteit van de resultaten niet ten goede. Geconcludeerd werd dat er duidelijke richtlijnen nodig zijn, waarin kan worden aangegeven hoe de vragenlijsten door gecombineerde instellingen moeten worden ingevuld (Van den Berg et al., 2022).
De door Atlas Research voorgestelde aanpassingen zijn voorgelegd aan deelnemers van het onderzoek. De reacties waren wisselend. Zo blijft het moeilijk om losse cijfers aan te leveren voor de bibliotheek, omdat die sterk verweven is met de rest van de organisatie. Het onderzoek heeft dan ook niet geleid tot aanpassingen die direct kunnen worden overgenomen in de vragenlijsten over 2022. Hieruit blijkt wederom hoe verschillend gecombineerde instellingen ingericht zijn, zowel qua deelnemende organisaties als qua juridische vorm. Na evaluatie van de uitkomsten van het onderzoek met het Netwerk Gecombineerde Instellingen zijn aanpassingen in de vragenlijsten van de Gegevenslevering Wsob 2022 voorgesteld door de KB en met het Netwerk afgestemd.
In de vier vragenlijsten - bezit, kernfuncties, personeel en financieel - is bibliotheken in gecombineerde instellingen in eerste instantie gevraagd om de gegevens voor de instelling in totaal op te geven. Met een aantal vervolgvragen is vervolgens in kaart gebracht welk deel van de bezoeken, activiteiten, personeel en financiën niet toegewezen kon worden aan de bibliotheekfunctie. Bijvoorbeeld medewerkers die meetellen in de totalen, omdat ze werken binnen dezelfde organisatie of het gedeelde gebouw, maar voornamelijk ingezet worden voor werkzaamheden die niet gerelateerd zijn aan de kernfuncties van de bibliotheek, zoals werkzaamheden rondom commerciële zaalverhuur, bioscoop- en theatervoorstellingen en museumwerk. Uit de gegevens die op deze wijze zijn ingevuld in de vragenlijsten, blijkt dat in totaal van de gecombineerde instellingen circa 95% van de aantallen op de kernposten bezoeken, activiteiten, personeel en financiën gerelateerd kan worden aan de bibliotheekfunctie. In totaal – gebaseerd op de opgave van alle bibliotheekorganisaties – komt dat neer op 97% van de aantallen (Van de Burgt & Klaren, 2023).
Meer samenwerking met commerciële partners
Bibliotheken werken niet alleen samen met maatschappelijke, maar ook steeds meer met commerciële partners. Sinds 2020 werkt ruim de helft van de bibliotheken samen met commerciële partners, in 2019 ging nog slechts één op de drie bibliotheken een dergelijke samenwerking aan (Van de Burgt & Van de Hoek, 2021; Van de Burgt & Klaren 2023). Zo werken bibliotheek en boekhandel regelmatig nauw samen. De boekhandel levert de bibliotheek bijvoorbeeld versneld nieuwe titels, waardoor wordt voldaan aan de wens van leners een populair boek direct te kunnen lezen. Ook tijdens activiteiten nodigen bibliotheken geregeld boekhandels uit een stand te plaatsen, om zo in de grootschalige vraag naar één besproken boek of het werk van één optredende auteur te voorzien (Bibliotheekblad, 2016; Bibliotheekblad, 2019; Verbeek, 2017). Niet alleen de boekhandel is een geliefde partner van de bibliotheek: ook andere commerciële instellingen, zoals horecaexploitanten en workshopgevers, gaan de samenwerking met de bibliotheek aan. Deze tendens past binnen de zoektocht naar andere inkomstenbronnen en verdienmodellen, waarbij de verblijfs- en activiteitenfuncties van de bibliotheek zich sterker laten gelden.
Bronnen
- Berg, N. van den, Blaker, N. & Veldkamp, J. (2022). Gegevenslevering bibliotheken in gecombineerde instellingen Onderzoek naar knelpunten en mogelijkheden tot verbetering. Amsterdam: Atlas Research.
- Bibliotheekblad (2016). OBA verkent samenwerking met boekhandel in het kader van nieuw vestigingenbeleid. Geraadpleegd op 18-11-2019.
- Bibliotheekblad (2019). Bibliotheek Harlingen gaat pand delen met boekhandel en museum. Geraadpleegd op 18-11-2019.
- Burgt, A. van de & Hoek, S. van de (2021). Dienstverlening openbare bibliotheken rondom basisvaardigheden voor volwassenen 2020. Den Haag: KB.
- Burgt, A. van de & Klaren, M. (2022). Dienstverlening openbare bibliotheken rondom basisvaardigheden voor volwassenen 2021. Den Haag: KB.
- Burgt, A. van de & Klaren, M. (2023). Bibliotheekstatistiek 2022. Den Haag: KB.
- Burgt, A. van de & Klaren, M. (te verschijnen). Dienstverlening openbare bibliotheken rondom basisvaardigheden voor volwassenen. Den Haag: KB.
- KB (2023) Dashboard Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). Den Haag: KB.
- Klaren, M. & van de Burgt, A. (2023a) De bibliotheek voor baby’s, dreumesen en peuters, Onderzoeksresultaten enquête Bibliotheekmonitor dienstverlening voorschoolse educatie, schooljaar 2021-2022 Den Haag: KB.
- Klaren & Burgt, A. van de (2023b). Bibliotheken en de samenwerking met het primair onderwijs 2021-2022. Den Haag: KB.
- Klaren, M. & Burgt, A. van de (2023c). Bibliotheken en de samenwerking met het voortgezet onderwijs 2021-2022. Den Haag: KB.
- Verbeek, J. (2017). Boekverkopers en bibliotheken gaan alliantie aan. Geraadpleegd op 18-11-2019.