Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Vrijwilligers in de bibliotheek

Onderzoeksartikel
Laatst bijgewerkt: 27 juli 2023
Steeds meer Nederlanders doen vrijwilligerswerk. Ook het aantal vrijwilligers in de bibliotheekbranche is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Er vallen verschillende typen vrijwilligers te onderscheiden. Ze worden bijvoorbeeld ingezet voor relatief gemakkelijke of kennisspecifieke taken. Met de toename van het aantal vrijwilligers groeit ook de behoefte aan een vrijwilligerscoördinator, evenals naar inzicht in de baten en lasten van vrijwilligers.
Afbeelding
Vrouw pakt boek van plank
Inhoudsblok

Circa 4 op de 10 Nederlanders doet minstens eens per jaar vrijwilligerswerk

Volgens onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zette in het jaar 2021 39% van de bevolking van 15 jaar zich minstens één keer in als vrijwilliger. Dat is een daling ten opzichte van de jaren vóór corona: tussen 2012 en 2019 deed gemiddeld 49% van de bevolking eens per jaar vrijwilligerswerk. 3,7% van de bevolking deed vrijwilligerswerk bij een culturele vereniging (Arends & Tummers, 2022). In de podiumkunstensector waren in 2021 11,6 duizend vrijwilligers actief; voor musea zetten in 2021 25,1 duizend personen zich als vrijwilliger in (CBS 2022a; CBS 2022b).

Drie typen vrijwilligers

Ook naar het type burger dat vooral vrijwilligerswerk doet, is onderzoek gedaan. Het eerste type zijn de gezellige empty nesters: actieve zestigplussers met een rijtjeswoning en uitwonende kinderen. Daarnaast doen veel bescheiden ouderen vrijwilligerswerk; dit zijn gepensioneerde 65-plussers met een beperkt inkomen, appartement en achteruitgaande gezondheid. Tot slot zijn er de zorgeloze actievelingen: hoogopgeleide vijftigplussers met een ruime koopwoning en uitwonende kinderen (Probiblio, 2019a).

Toename vrijwilligers

Uit onderzoek van de KB blijkt dat het aantal vrijwilligers in de bibliotheekbranche sinds 2010 flink is gestegen, tot ruim 22 duizend in 2019. Ook in de jaren daarna bleef het aantal vrijwilligers toenemen, al was de stijging minder groot dan andere jaren. In 2022 werkten bijna alle bibliotheekorganisaties met vrijwilligers: in totaal waren circa 25,1 duizend vrijwilligers werkzaam in de bibliotheek (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023). De verwachting is dat het aantal vrijwilligers de komende jaren verder toeneemt (Von der Fuhr et al., 2017). 

Meer vrijwilligers dan betaalde krachten

Waar het aantal vrijwilligers blijft stijgen, is het aantal betaalde medewerkers in bibliotheken stabieler. Tussen 2010 en 2013 is het aantal personen in vaste dienst zo’n 25% kleiner geworden. Sinds 2013 fluctueert de omvang van de personeelsbestand nog enigszins, maar is zowel het aantal personen als het aantal fte’s relatief stabiel. In 2022 is er sprake van een stijging in het aantal betaalde medewerkers van 7% (Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023). Eerdergenoemde verschuivingen vallen bijvoorbeeld te verklaren door opeenvolgende bezuinigingen en de transitie van uitleenbibliotheek naar maatschappelijk betrokken bibliotheek: door de inzet van vrijwilligers kan worden bespaard op personele kosten en kan ook de aanvullende dienstverlening, die veel bibliotheken sinds de inwerkingtreding van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in 2015 zijn gaan uitvoeren, op een rendabele manier worden uitgevoerd. Ook de recente ontwikkeling van de participatiemaatschappij geeft een belangrijke impuls aan de inzet van vrijwilligers bij bibliotheken (Verhoeven & Mendonça Dias, 2020).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023; CBS, 2023.

Hoe groter de bibliotheek, hoe meer vrijwilligers

De verhouding vaste medewerkers versus vrijwilligers is gemiddeld 1 op 3. In bibliotheken met een klein werkgebied – van minder dan 50 duizend inwoners – is dit zelfs 1 op 6. Hoe groter het werkgebied van de bibliotheek, hoe kleiner de verhouding. Het aantal uur per week dat bibliotheken vrijwilligers inzetten, verschilt sterk per organisatie. Ruim vier op de tien bibliotheekorganisaties maken 150 uur per week of meer gebruik van de hulp van vrijwilligers. Bibliotheken met het grootste werkgebied (van meer dan 200.000 inwoners) zetten de meeste vrijwilligersuren in (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Bron: Van de Burgt & Klaren, 2023.

Typen bibliotheekvrijwilligers volgens Stichting BibliotheekWerk

De term vrijwilliger lijkt eenduidig, maar in de praktijk zijn bij bibliotheken verschillende typen vrijwilligers actief. In het onderzoek van Stichting BibliotheekWerk (SBW) uit 2017 is onderscheid gemaakt tussen 3 soorten vrijwilligers (Von der Fuhr et al., 2017):

  • Type A: vrijwilligers die rechtstreeks onder de bibliotheek vallen;
  • Type B: vrijwilligers die wel voor de bibliotheek werken, maar aan een andere organisatie verbonden zijn, zoals het UWV of een sociale werkplaats, meestal als tegenprestatie voor een uitkering;
  • Type C: vrijwilligers die vanuit een andere organisatie vrijwilligerswerk doen bij de bibliotheek, zoals vanuit een vrijwilligersorganisatie.
Bron: Von der Fuhr et al., 2017.

Typen bibliotheekvrijwilligers volgens Cubiss

  1. Cubiss heeft een model met verschillende typen vrijwilligers ontwikkeld, dat onderscheid maakt tussen:
  2. De ondersteuner (bijvoorbeeld opruimhulp). Deze vrijwilliger heeft een afgebakend takenpakket; hij is niet op zoek naar uitdaging, maar naar sociaal contact. Dit type zet zich vaak voor langere tijd enkele uren per week in;
  3. De publieke dienstverlener (bijvoorbeeld gastheer of -vrouw). Deze vrijwilliger heeft ook een afgebakend takenpakket, maar zoekt meer uitdaging. Dit type zet zich vaak voor langere tijd enkele uren per week in; 
  4. De expertvrijwilliger (bijvoorbeeld taalvrijwilliger). Deze vrijwilliger voert zijn taak uit op basis van zijn specifieke kennis, competenties en wensen. Dit type zet zich vaak voor een kortere, maar intensieve periode in;
  5. De actieve burger (bijvoorbeeld bij burgerinitiatieven). Deze vrijwilliger neemt zelf initiatief om een maatschappelijk gat te dichten. Er is geen directe sturing vanuit de bibliotheek. De actieve burger is dan ook eerder een samenwerkingspartner, wiens belangen matchen met die van de bibliotheek;
  6. De geleide vrijwilliger (bijvoorbeeld als tegenprestatie voor een uitkering). Deze vrijwilliger heeft maatschappelijke activering of participatie als doel. Hij krijgt daarbij specifieke begeleiding. De geleide vrijwilliger kan werken als drie typen: de ondersteuner, de publieke dienstverlener en de expertvrijwilliger (Cubiss, 2017a).

 

Inzet op simpele taken of vanwege specifieke kennis

Bibliotheken zetten vrijwilligers grofweg in op twee verschillende plekken binnen de organisatie. Aan de ene kant krijgen ze simpele taken, zoals de bezorging van materialen aan huis en de verwerking van teruggebrachte materialen. Op die manier kunnen betaalde medewerkers aan nieuwe of andere taken werken. Aan de andere kant zetten bibliotheken vrijwilligers ook in vanwege hun specifieke kennis, bijvoorbeeld als voorlezer bij de VoorleesExpress, als taalvrijwilliger in een (digi)Taalhuis of als hulp bij de organisatie en begeleiding van maakplaatsen en programmeeronderwijs, zoals makerplaatsen, coderdojo’s en fablabs (Probiblio, 2019b). Van de circa 25,1 duizend vrijwilligers die in 2022 in de bibliotheken werkzaam waren, werd het merendeel ingezet voor activiteiten rondom spreekvaardigheid, digivaardigheid of voorlezen (door ruim negen op de tien de bibliotheekorganisaties), het logistieke proces (78%, bijvoorbeeld voor boeken aan huis bezorgen, vervoer tussen vestigingen) en/of als gastheer of gastvrouw (78%) (Van de Burgt & Klaren, 2023).

Groot deel bibliotheken heeft vrijwilligersbeleid

Het merendeel van de bibliotheken (88%) heeft beleid opgesteld rondom de inzet van vrijwilligers. Over het algemeen geldt dat hoe meer vrijwilligers er werkzaam zijn in een bibliotheek, hoe vaker er beleid geformuleerd is. De drie onderdelen die het meest zijn vastgelegd in beleid zijn (Von der Fuhr et al., 2017):

  1. De visie op vrijwilligerswerk;
  2. De positie van vrijwilligers in de organisatie;
  3. De rechten en plichten van vrijwilligers.

Vrijwilligerscoördinator in opkomst

Met de groei van het aantal vrijwilligers lijkt ook de behoefte aan het coördineren van die vrijwilligers en hun taken toe te nemen. Steeds meer bibliotheken hebben daarom een vrijwilligerscoördinator in dienst, die zorgt voor verschillende zaken rondom de werving en begeleiding van vrijwilligers. De coördinator gaat op zoek naar de juiste vrijwilliger voor de juiste plek. Een vrijwilligerscoördinator heeft daarnaast vaak nog andere taken in zijn pakket. Binnen de bibliotheekbranche is het wel altijd een betaalde functie (Cubiss, 2016). Vrijwilligerscoördinatoren geven vaak aan dat hun functie vrij eenzaam is, omdat zij de enige binnen hun bibliotheek zijn die een dergelijke functie uitvoeren (Cubiss, 2016). Ook hebben zij voor deze taak vaak een klein aantal uren beschikbaar. Voor een derde van de coördinatoren gaat het om minder dan 4 uur (Von der Fuhr et al., 2017). De groei van het aantal vrijwilligerscoördinatoren heeft geleid tot meer aandacht voor deze functie en een toename van het aantal trainingen.

Maatschappelijke effecten van vrijwilligerswerk groot

De maatschappelijke waarde van vrijwilligerswerk kan op verschillende vlakken effect hebben. Vrijwilligers zijn waardevolle ambassadeurs van de bibliotheek, die bijdragen aan het versterken van de lokale en regionale verbondenheid tussen de bibliotheek en een wijk, dorp of stad. De bibliotheek draagt bij aan de terugkeer naar betaald werk: soms doen vrijwilligers die afhankelijk zijn van een uitkering vrijwilligerswerk in het kader van re-integratie. Vrijwilligerswerk kan bovendien in hoge mate bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de vrijwilliger. Het zorgt voor sociale samenhang en leefbaarheid. Mensen komen in de bibliotheek bijvoorbeeld in aanraking met culturen waarmee ze in het dagelijks leven weinig te maken hebben. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat vrijwilligerswerk de vrijwilliger gezondheidswinst oplevert (Cubiss, 2017b). Ook gaven taalcoaches in een onderzoek van Probiblio aan winst te behalen door de omgang met een andere taal. Daarnaast vonden zij het prettig het gevoel te hebben de inburgering te stimuleren. Ook het feit dat ze samenwerken met mensen uit andere culturen en dat ze andere mensen iets leren draagt bij aan hun gevoel van voldoening (Probiblio, 2019c). Ook uit onderzoek van het CBS blijkt dat vrijwilligers zich gelukkiger voelen: van de mensen die vrijwilligerswerk doen zegt 91% gelukkig te zijn, tegen 85% van de mensen die geen vrijwilligerswerk doen (CBS, 2020). Zaken als het opdoen van nieuwe vaardigheden en werkervaring of het aanvullen van hun cv spelen nauwelijks een rol in de motivatie voor vrijwilligerswerk voor de bibliotheek, blijkt uit onderzoek. De ondervraagde vrijwilligers geven de bibliotheek als organisatie om voor te werken een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 (Probiblio, 2019c). 

Opbrengsten vrijwilligerswerk lastig te schatten

De veronderstelde maatschappelijke waarde van vrijwilligerswerk is groot. Het is echter moeilijk de werkelijke opbrengsten van vrijwillige inzet te meten of in economische waarde te vangen. De Erasmus Universiteit ontwikkelde drie perspectieven om de baten bij benadering weer te geven. Zo kun je kijken naar de vervangingswaarde: wat kost het als je al het vrijwilligerswerk door een betaalde kracht zou laten uitvoeren? De investeringswaarde meet de inkomsten die een vrijwilliger misloopt omdat hij niet wordt betaald voor zijn inzet. Tot slot heeft de marktwaarde als uitgangspunt dat vrijwilligers hun werk ook op commerciële basis hadden kunnen verrichten (Roza et al., 2012). 

Werken met vrijwilligers kost ook geld en tijd

De kosten van het werken met vrijwilligers zitten grotendeels in het aantal uren dat de vrijwilligerscoördinator wekelijks besteedt aan de begeleiding. Ook tellen de uren mee die het management nodig heeft om beleid op dit onderwerp te maken. Daarnaast worden kosten gemaakt bij de werving en selectie van nieuwe vrijwilligers, verzekeringen, scholing, een periodieke attentie, reiskosten en vergoedingen voor specifieke activiteiten (Cubiss, 2017b).

Medezeggenschap door vrijwilligers niet vanzelfsprekend

Medezeggenschap door vrijwilligers bij bibliotheken is niet vanzelfsprekend of gebruikelijk. Uit onderzoek in opdracht van Stichting BibliotheekWerk blijkt dat 4% van de bibliotheken vrijwilligers betrekt bij medezeggenschap. Bibliotheek Arnhem startte als eerste bibliotheek in Nederland met een vrijwilligersraad. Bij medezeggenschap wordt vaak gedacht aan een formele vorm, zoals een ondernemingsraad (OR) of een raadstructuur. In relatie tot vrijwilligers roept een dergelijke vorm bij directie, medewerkers en vrijwilligers zelf vaak onrust en vragen op: er is weinig enthousiasme om nog een vergaderstructuur aan de organisatie toe te voegen (Cubiss, 2017b).

Directe participatie heeft gunstig effect

Er zijn echter ook andere vormen van medezeggenschap voor vrijwilligers, zoals door de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) uitgewerkt (Blom, z.j.). Het voordeel van directe participatie is dat de kennis en ervaring van de vrijwilligers beter benut worden in de besluitvorming. Dat heeft een gunstig effect op de uitvoering van besluiten. Daarnaast kan deelname van vrijwilligers aan diverse overleggen de samenwerking tussen betaalde krachten en vrijwilligers versterken.

Vrijwilligers brengen ervaringskennis

In de bibliotheekbranche is veel discussie over de toenemende inzet van vrijwilligers. Mensen die met een positieve blik naar deze tendens kijken, zien het als een ontwikkeling die hoort bij een participatiemaatschappij. Het publieke domein wordt steeds meer een zaak van burgers. Vrijwilligerswerk is daarbij een mogelijke oplossing voor verschillende maatschappelijke problemen, zoals bezuinigingen in het culturele veld (Cubiss, 2017b). Bovendien kunnen vrijwilligers een belangrijke meerwaarde geven aan het bibliotheekwerk. Ze brengen bijvoorbeeld bepaalde ervaringskennis met zich mee. Denk aan gepensioneerden met werkervaring in de informatiedienstverlening of het onderwijs. Maar ook aan mensen met een vluchtelingachtergrond, die kunnen meedenken over taalactiviteiten of het beter bereiken van bepaalde doelgroepen (Movisie, 2014).

Vrijwilligers als kostenbesparing

Mensen die kritisch zijn over de toename van het vrijwilligerswerk, zien deze tendens vooral als kostenbesparing of bezuinigingsmiddel. Ze waarschuwen voor het achteruitgaan van de kwaliteit en een devaluatie van het vak. De sterke toename van vrijwilligers geeft het signaal dat veel van het werk geen specifieke deskundigheid vereist en ook niet beloond hoeft te worden (Huysmans, 2017). Nader onderzoek moet laten zien in hoeverre de inzet van vrijwilligers werkelijk geschoold werk verdringt en uitholt of juist een toevoeging op traditionele taken vormt. Stichting BibliotheekWerk heeft hiertoe in 2017 een eerste aanzet gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat vrijwilligers in één op de vier bibliotheekorganisaties taken overnemen van betaalde krachten, zodat die zich kunnen focussen op nieuwe of complexere taken (Von der Fuhr et al., 2017). Ook blijkt uit algemeen onderzoek dat vrijwilligerswerk onder nieuwkomers de doorstroom naar een bepaalde baan belemmert, waardoor deze groep afhankelijk blijft van bijstand (Woutersen, 2019).

Bronnen