Achterstand werkt lang door
Al voordat kinderen naar de basisschool gaan, zijn er significante verschillen in vaardigheden tussen de verschillende sociaaleconomische groepen in Nederland. Kinderen van ouders met een lager inkomen of opleidingsniveau presteren minder goed op het gebied van taal en rekenen dan kinderen van ouders met een hoger inkomen of opleidingsniveau. Een vroege achterstand in vaardigheden heeft negatieve gevolgen voor de langere termijn: ze zijn mede bepalend voor iemands latere arbeidsmarktkansen. Als bepaalde groepen kinderen minder gestimuleerd worden in hun ontwikkeling en er minder geïnvesteerd wordt in hun vaardigheden, kan dit lang doorwerken. Voor- en vroegschoolse educatie en het onderwijs kunnen bijdragen aan het verkleinen van de ongelijkheid in de vroege jeugd, mits de programma’s van goede kwaliteit en voldoende omvang zijn (Zumbuehl & Dillingh, 2020).
Voorlezen startpunt van taalontwikkeling
Voor de doelgroep jeugd zijn de basisschool en de bibliotheek essentiële voorzieningen om laaggeletterdheid te voorkomen. Door goed leesonderwijs te bieden en kinderen wegwijs te maken in de wereld van boeken, zorgen zij ervoor dat kinderen kunnen en willen lezen. Goede lezers die gemotiveerd zijn om te lezen, houden vanzelf hun leesvaardigheid op peil, ook nadat zij de school hebben verlaten. In de periode voorafgaand aan de basisschool kunnen ouders en de kinderopvang al een grote bijdrage aan de taalontwikkeling leveren. Het helpt bijvoorbeeld als zij kinderen voorlezen uit (prenten)boeken (Broekhof, 2017).
- Voorleesklimaat in kindcentra
-
Kindcentra zijn over het algemeen tevreden over hun eigen voorleesklimaat. Men is met name positief over de mogelijkheid voor kinderen om zelf boeken te pakken, de variëteit van het boekenaanbod en de aansluiting van het boekenaanbod op het niveau van de kinderen. Kritischer zijn de kindcentra over de deelname van de instelling aan een lokaal leesbevorderingsnetwerk, het coördineren en budgetteren van leesbevordering en het stimuleren van ouderbetrokkenheid. Managers van BoekStartinstellingen beoordelen hun centrum op alle deelaspecten van het voorleesklimaat positiever dan managers van niet-BoekStartinstellingen (Hazeleger & Kaal, 2020).
Effect voorlezen zichtbaar op basisschool en in latere leven
Kinderen die worden voorgelezen, hebben een grotere woordenschat. Ook hebben ze een grotere kans om goede lezers te worden dan kinderen die niet worden voorgelezen (Bus et al., 1994). Peuters die dagelijks 15 minuten worden voorgelezen, presteren later op school beter in taal en rekenen. Daarnaast hebben kinderen die van jongs af aan worden voorgelezen een voorsprong op andere kinderen in hun cognitieve, sociaal-emotionele, lichamelijke en creatieve ontwikkeling (o.a. Murray & Egan, 2014; Hansen et al., 2010). Deze effecten van voorlezen zijn het beste merkbaar in de eerste jaren op de basisschool. Bij het leren lezen helpt het als kinderen thuis bezig zijn geweest met letters en woorden (Bus et al., 1994). Aan het eind van de basisschool hebben kinderen die als kleuter zijn voorgelezen nog altijd een voorsprong op andere kinderen, zowel op het gebied van leesvaardigheid als bij bredere cognitieve vaardigheden (Kalb & Ours, 2013). Kinderen die op kleuterleeftijd veel zijn voorgelezen, lezen als adolescent beter. Ook zijn ze meer gemotiveerd om te lezen en bereiken ze als volwassene uiteindelijk een hoger opleidingsniveau (Gottfried et al., 2015). Zie ook de Leesmonitor voor meer informatie over voorlezen.
Lezende ouders stimuleren kinderen meer
Van de ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 5 jaar leest 81% minimaal één keer per maand voor uit een fysiek of een digitaal boek. Onder ouders met kinderen van 6 tot en met 12 jaar doet 59% dit. Ouders met kinderen van 6 tot en met 12 jaar hebben daarnaast ook vaak een stimulerende rol: 56% van hen probeert hun kinderen tijdens de schoolvakanties meer te laten lezen. Hoe meer ouders zelf lezen, hoe vaker ze aan leesbevorderende activiteiten doen. Ze lezen bijvoorbeeld vaker samen een boek en geven vaker boekentips. Ook geven ze vaker het goede voorbeeld door zelf een boek te lezen en gaan ze vaker naar een boekwinkel of bibliotheek (Nagelhout et al. 2022). 80% van de ouders van kinderen tot en met 12 jaar vindt het belangrijk om aandacht te geven aan leesbevordering, en het grote merendeel ziet daarin ook een taak voor zichzelf weggelegd. Slechts 11% van de ouders vindt dat leesbevordering vooral een taak van scholen is (Nagelhout et al. 2023).
Voorlezen vergroot volgens ouders taalgevoel, woordenschat en fantasie
Ouders ervaren de positieve effecten van voorlezen. Van hen heeft 86% het gevoel dat door deze activiteit de woordenschat van hun kind wordt vergroot. Ook is voorlezen in hun ogen goed voor het taalgevoel en taalbegrip van hun kind (86%). Daarnaast vergroot voorlezen de vaardigheid om verhalen te begrijpen (82%) en prikkelt het de fantasie (81%). Verder is het een goede voorbereiding op het zelf leren lezen (81%) en versterkt het de band tussen voorlezer en kind (77%) (Nagelhout & Richards, 2020).
Breed aanbod bibliotheken voor 0 tot 4 jaar
Nederland telt bijna 700 duizend kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar (CBS, 2021). De bibliotheken tellen in het schooljaar 2021-2022 circa 169 duizend leden van 0 tot 4 jaar. Het aantal leden is daarmee met 14% toegenomen ten opzichte van het vorig schooljaar. Gemiddeld is één op de vier kinderen van 0 tot 4 jaar in het werkgebied van de bibliotheken die meewerkten aan dit onderzoek lid van de bibliotheek. In schooljaar 2021-2022 werden circa 89 duizend nieuwe leden tussen 0 en 4 jaar ingeschreven. Daarmee is een duidelijke inhaalslag gemaakt: het door corona getekende schooljaar 2020-2021 telde circa 55 duizend nieuwe leden. Bibliotheken bieden niet alleen de mogelijkheid boeken te lezen en te lenen; ze organiseren tal van leesmediabevorderende activiteiten en programma’s voor 0- tot 4-jarigen en hun ouders en andere intermediairs. Zo doen alle responderende bibliotheken mee aan De Nationale Voorleesdagen en BoekStart voor baby’s, en drie op de vier bibliotheken aan BoekStart in de kinderopvang. Ook is er veel aandacht voor training en ondersteuning van bijvoorbeeld vrijwilligers, pedagogisch medewerkers en ouders.
Bibliotheken organiseren verschillende activiteiten en programma’s voor 2- tot 4-jarigen in het leren omgaan met verschillende media, waaronder de Media Ukkie Dagen waar ouders, verzorgers en pedagogische medewerkers tips krijgen om hun kinderen te begeleiden in de digitale wereld. De deelname van bibliotheken aan dit evenement nam een grote sprong vooruit: van 54% in 2020-2021 naar 78% in 2021-2022 (Klaren & van de Burgt, 2023).
- Wat is BoekStart?
-
BoekStart is een leesbevorderingsprogramma uitgevoerd door de bibliotheek voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Het doel is ouders aan te moedigen hun kinderen zo vroeg mogelijk boeken en de bibliotheek te laten ontdekken. Het programma omvat twee onderdelen: BoekStart voor baby’s (gericht op ouders) en BoekStart in de kinderopvang (gericht op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen). De bibliotheek heeft binnen BoekStart een coördinerende rol en maakt afspraken met de gemeente, de jeugdgezondheidszorg en kinderopvang over de uitvoering. Met de BoekStartcoach op het consultatiebureau is een derde onderdeel van BoekStart vanaf 2017 gerealiseerd. De BoekStartcoach richt zich met name op taalarme gezinnen.
- Wat doet Stichting VoorleesExpress?
-
Stichting VoorleesExpress zorgt ervoor dat kinderen met een taalachterstand extra aandacht krijgen. Gedurende een halfjaar komt er een vrijwilliger bij hen thuis om voor te lezen. Zo wordt er samen met de ouders aan gewerkt om taal en leesplezier een vaste plek in het gezin geven. Sinds 2006 is de VoorleesExpress uitgegroeid tot een landelijk netwerk in meer dan 100 Nederlandse gemeenten. In de afgelopen jaren zijn meer dan 30 duizend gezinnen begeleid. Door heel Nederland zijn zo’n 40 organisaties verantwoordelijk voor de lokale coördinatie in hun regio. Dit zijn welzijnsorganisaties, bibliotheken en andere organisaties die actief zijn in het sociaal domein. Deze lokale samenwerkingspartners zijn het aanspreekpunt voor gezinnen, vrijwilligers en lokale partijen. Zij zorgen ervoor dat de VoorleesExpress aansluit bij lokaal beleid en dat er een nauwe samenwerking is met lokale partners.
- Wat zijn de Nationale Voorleesdagen?
-
Sinds 2003 organiseert de CPNB jaarlijks op initiatief van Stichting Lezen de campagne De Nationale Voorleesdagen. Deze campagne heeft als doel om het voorlezen aan jonge kinderen in de kinderopvang en het basisonderwijs te stimuleren. Het Voorleesontbijt vormt de belangrijkste activiteit. Tijdens deze activiteit wordt voorgelezen uit het Prentenboek van het Jaar. Dit vindt veelal plaats in bibliotheken, op kinderdagverblijven en in het basisonderwijs. Uit onderzoek blijkt dat deze campagne en de bijbehorende attributen, zoals handpoppen, zeer worden gewaardeerd (Plantinga & Van Zon, 2019).
- Wat is BoekStart-BoekenPret?
-
BoekenPret is een van de leesbevorderingsinitiatieven die een plek hebben gekregen binnen het overkoepelende programma BoekStart in de kinderopvang. Waar BoekStart zich richt op alle kinderen, waarbij bewustwording en stimulering centraal staan, neemt de vraag toe naar intensivering en verdieping van het programma voor gezinnen waar geen voorleestraditie is. BoekenPret sluit hiermee goed aan bij BoekStart: deze twee programma’s vullen elkaar aan en versterken elkaar. Daarom zijn beide programma’s geïntegreerd en wordt vanaf 2015 de programmanaam BoekStart-BoekenPret gehanteerd.
Voortdurende groei in tien jaar BoekStart
BoekStart is van start gegaan in 2008. Sindsdien is er veel vooruitgang geboekt. De naambekendheid van BoekStart stijgt en er worden steeds meer ouders en baby’s met het programma bereikt (Kaal et al., 2018; Langendonk & Van Dalen, 2019).
Sinds juni 2022 bieden alle bibliotheken BoekStart voor baby’s aan. In het schooljaar 2021-2022 hebben de bibliotheken samen bijna 69 duizend koffertjes ontvangen om uit te delen (Kunst van Lezen, 2022). Niet elke bibliotheek registreert het aantal uitgedeelde koffertjes. Bibliotheken schatten het aantal uitgedeelde koffertjes in op minimaal 39 duizend: ruim 36 duizend uitgedeeld door bibliotheken en 3 duizend door instellingen zoals consultatiebureaus.
Het aantal BoekStartcoaches blijft over de jaren heen stijgen. In schooljaar 2021-2022 werkten bibliotheken samen met 149 BoekStartcoaches. Dit is een stijging van 7% ten opzichte van voorgaand schooljaar, toen bibliotheken met 139 coaches werkten.
Collectie babyboekjes beschikbaar in bijna alle bibliotheken
De dienstverlening in het kader van BoekStart voor baby’s bestaat in vrijwel alle bibliotheken minimaal uit een collectie babyboekjes van 0 tot 18 maanden (93%). Circa acht op de tien bibliotheken organiseren ouder-kindactiviteiten (79%) en/of hebben een boekenhoek speciaal voor baby’s ingericht (76%). De meerderheid van de bibliotheken geeft voorlichting aan ouders (59%).
Boeken- en leesbeleid bij kindcentra
De babyboekjescollectie bestaat bij de meeste kindcentra uit maximaal 20 boekjes; de prentenboekencollectie is bijna twee keer zo groot. De meerderheid van de pedagogisch medewerkers is tevreden over de omvang en diversiteit van de collectie. In driekwart van de gevallen kunnen kinderen zelf een boekje pakken en staat minstens een deel van de boekjes op ooghoogte van de kinderen. Ruim de helft van de instellingen koopt een paar keer per jaar nieuwe boeken. Het boekenbudget is vaak niet geoormerkt, maar is onderdeel van het materialenbudget. BoekStartlocaties kopen wat nieuwe boeken dan locaties zonder BoekStart. Daarnaast wordt regelmatig – al dan niet interactief – voorgelezen; de hoeveelheid tijd die hieraan wordt besteed, stijgt naarmate de kinderen ouder worden. Hierin worden de pedagogisch medewerkers ook bijgeschoold. Op BoekStartinstellingen gebeurt dit vaker dan op niet-BoekStartinstellingen. Gevraagd naar hun behoeften qua scholing geven de medewerkers aan vooral behoefte te hebben aan ondersteuning bij het stimuleren van ouders om thuis te lezen, het signaleren van laagtaalvaardige gezinnen en het rekening houden met taalverschillen tussen kinderen. (Hazeleger & Kaal, 2020)
Aandacht voor gezinsaanpak
Kinderen van laagtaalvaardige ouders hebben een grotere kans om laaggeletterd te worden. Om dat te voorkomen, wordt steeds meer ingezet op de gezinsaanpak richting taalarme gezinnen. Met het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders bijvoorbeeld, legt de bibliotheek in haar activiteiten rond de gezinsaanpak een focus op laagtaalvaardige ouders. Tussen 1 maart 2021 en 1 juli 2022 gingen 110 bibliotheekorganisaties binnen het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders aan de slag om hun gezinsaanpak rondom geletterdheid voor ouder en kind te verbeteren. Dit kon met een eenmalige subsidie. Maar liefst 83% van de deelnemende bibliotheken zag de kwaliteit van haar gezinsaanpak stijgen (Van den Aker et al., 2022; Klaren & van de Burgt, 2023)
Positief effect BoekStart op taalontwikkeling en bibliotheekbezoek
In het tienjarig bestaan van BoekStart in 2018 zijn er meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de effecten van deze interventie. Zo blijkt dat de kinderen van ouders die hun baby al voordat deze 8 maanden oud is, voorlezen en meedoen aan BoekStart, hoger scoren op taal. Al op de leeftijd van vijftien maanden waren er positieve effecten op de woordenschat merkbaar. Ook op latere leeftijd heeft BoekStart een positief effect: op vijf- à zesjarige leeftijd scoren deelnemers hoger op taal (De Bondt & Bus, 2019). Daarnaast beginnen ouders onder invloed van BoekStart eerder met voorlezen, bezoeken BoekStartouders vaker de bibliotheek en zijn zij meer bekend met babyboekjes (Van den Berg & Bus, 2015). Onderzoek van Kantar Public in opdracht van Stichting Lezen/Kunst van Lezen toont ook aan dat BoekStartouders zeer tevreden zijn over het BoekStartkoffertje dat zij bij de geboorte van hun kind aangeboden krijgen. Zij gebruiken de boekjes uit het koffertje redelijk vaak tot heel vaak. BoekStart heeft een positieve uitwerking op de ouders. Zij hechten meer waarde aan voorlezen, beginnen daar eerder mee en bezoeken de bibliotheek vaker dan ouders die het koffertje niet hebben opgehaald (Kaal et al., 2018). Recenter onderzoek laat zien dat BoekStart de taalontwikkeling van kinderen ook op de lange termijn ten goede komt. BoekStartbaby’s scoren substantieel beter op de toets Taal voor kleuters, die in groep twee bij kinderen van 5 à 6 jaar wordt afgenomen, dan kinderen die niet meededen met BoekStart (Bus & De Bondt, 2022).
VoorleesExpress stimuleert leesplezier en ontwikkeling
Ook naar de effecten van de VoorleesExpress zijn veel onderzoeken uitgevoerd. Daaruit blijkt onder andere dat kinderen die gebruikgemaakt hebben van dit programma beter presteren op taalvaardigheid, zoals boekoriëntatie, begrijpend lezen en verhaalbegrip. Ouders hebben bovendien meer plezier in het voorlezen, gaan intensiever voorlezen en zien het belang van lezen meer in (o.a. Broens & van Steensel, 2019; Van Buuren & Lucassen, 2010). Ook komen zij vaker naar de bibliotheek en kijken kinderen vaker en langer in boeken (Van Buuren & Lucassen, 2010). Daarnaast wordt vijf jaar na deelname aan de VoorleesExpress door het grootste deel van de gezinnen nog steeds regelmatig (voor)gelezen. De taalomgeving thuis is verrijkt met (kinder)boeken, schrijfmateriaal en taalspelletjes. Meer dan de helft van de gezinnen ervaart vijf jaar na de VoorleesExpress meer leesplezier en een vooruitgang in het lezen (Van Doesburg, 2014).
Grote waardering BoekStartcoach
Iets meer dan de helft van de bibliotheekorganisaties werkt met een BoekStartcoach (55%)(Klaren & van de Burgt, 2023). Zij benaderen ouders op een laagdrempelige manier om hen te informeren over het belang van voorlezen. Dankzij de persoonlijke laagdrempelige aanpak en het lokale karakter lukt het de BoekStartcoach om vrijwel met alle ouders in contact te komen. Ouders waarderen de BoekStartcoach: ze ervaren diens aanwezigheid op het consultatiebureau als plezierig. Ook hebben assistenten, artsen en verpleegkundigen het gevoel dat hen werk uit handen wordt genomen. Toch zijn er ook nog verbeterpunten: wegens het grote verloop en het beperkte aantal uren dat zij tot hun beschikking hebben, kunnen BoekStartcoaches niet altijd de structurele impact maken die ze voor ogen hebben (Sikkema, 2019).
Resultaten zichtbaar dankzij Monitor BoekStart in de kinderopvang
De resultaten van BoekStart in de kinderopvang worden inzichtelijk gemaakt met de Monitor BoekStart in de kinderopvang. In de landelijke analyse worden de ontwikkelingen, de verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven en de verbanden tussen data van bibliotheekmedewerkers, voorleescoördinatoren/locatiemanagers en pedagogisch medewerkers besproken. De Monitor wordt uitgevoerd in opdracht van Stichting Lezen, vanuit het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen. De resultaten laten een hechte samenwerking tussen deelnemende bibliotheken en de kinderopvang zien. Bij zowel de dagopvang als de peuteropvang wordt vaker structureel voorgelezen als er een voorleescoördinator en/of een voorleesplan aanwezig is. Aan de meting over 2021 namen 65 bibliotheekmedewerkers, 947 locaties en 2.566 pedagogisch medewerkers deel (Heesterbeek & Hartkamp, 2022).
BoekStartmedewerker in alle bibliotheken
Bij de meeste bibliotheken die in 2021 deelnamen aan de Monitor BoekStart is BoekStart in de kinderopvang opgenomen in het beleid van de bibliotheek, en bij alle bibliotheken is een medewerker hier specifiek verantwoordelijk voor. Bij twee derde van de bibliotheken zijn er expliciet voor BoekStart bestemde personeelsuren. Om de leesbevordering van 0 tot 4-jarigen te stimuleren, werken bijna alle bibliotheken samen met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, gemeentes en gezondheidszorg. Van de deelnemende locaties heeft 81 procent een voorleescoördinator (Heesterbeek & Hartkamp, 2022).
Bronnen
- Berg, H. van den & Bus, A. (2015). BoekStart maakt baby’s slimmer. Delft: Stichting Lezen.
- Bondt, M. de & Bus, A. (2019). Lekker lezen. Over het belang van leesmotivatie. Utrecht: Eburon, in opdracht van Kunst van Lezen.
- Broekhof, K. (2017). Meer lezen, beter in taal. Utrecht: Sardes, in opdracht van Kunst van Lezen.
- Broens, A. & Steensel, R. van (2019). Werkt de VoorleesExpress? Effecten op woordenschat, verhaalbegrip en de geletterde thuisomgeving. Utrecht: Eburon, in opdracht van Stichting Lezen/Kunst van Lezen.
- Burgt, A. van de & Hoek, S. van de (2022). De bibliotheek voor baby’s, dreumesen en peuters. Onderzoeksresultaten enquête Bibliotheekmonitor dienstverlening voorschoolse educatie, 2020-2021. Den Haag: KB.
- Bus, A.G., IJzendoorn, M.H. van, Pellegrini, A.D. & Terpstra, W. (1994). Van voorlezen naar lezen: een meta-analyse naar intergenerationele overdracht van geletterdheid. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 10(3), p. 157-175.
- Bus, A.G. & Bondt, M. (2022). Vroeg begonnen, veel gewonnen. Een onderzoek naar de langetermijneffecten van BoekStart. Utrecht: Eburon, in opdracht van Stichting Lezen.
- Buuren, K. van & Lucassen, G. (2010). Effectiviteit van de VoorleesExpress. Utrecht: Platform VoorleesExpress.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2021). Bevolking: geslacht, leeftijd en burgerlijke staat, 1 januari.
- Doesburg, M. van (2014). VoorleesExpress, vijf jaar later… Utrecht: SodaProducties, in opdracht van VoorleesExpress Utrecht.
- Gottfried, A.W., Schlackman, J., Gottfried, A.E. & Boutin-Martinez, A.S. (2015). Parental Provision of Early Literacy Environment as Related to Reading and Educational Outcomes Across the Academic Lifespan. Parenting Science and Practice, 15(1), p. 24-38.
- Hansen, K., Josh, H. & Dex, S. (red.) (2010). Children of the 21st Century (Volume 2): The First Five Years. Bristol: The Policy Press - University of Bristol.
- Hazeleger, E. & Kaal, M. (2020). Voorlezen in de kinderopvang. Onderzoeksrapport 2020. Amsterdam: Stichting Lezen.
- Heesterbeek, J. & Hartkamp, J. (2022). Monitor BoekStart in de kinderopvang. Landelijke analyse 2021. Amsterdam: DESAN Research Solutions.
- Kalb, G. & Ours, J.C. van (2013). Reading to Young Children: A Head-Start in Life? IZA Discussion Paper No. 7416.
- Kaal, M., Plantinga, S. & Bemer, E. (2018). Het BoekStartkoffertje: bekendheid, bereik en waardering. Amsterdam: Kantar Public in opdracht van Stichting Lezen/Kunst van Lezen.
- Klaren, M. & van de Burgt, A. (2023) De bibliotheek voor baby’s, dreumesen en peuters, Onderzoeksresultaten enquête Bibliotheekmonitor dienstverlening voorschoolse educatie, schooljaar 2021-2022 Den Haag: KB.
- Kunst van Lezen (2022). Aantal uitgereikte BoekStartkoffertjes 2021-2022. Amsterdam/Den Haag: Kunst van Lezen.
- Langendonk, A. & Dalen, G. van (2019). Feitenrelaas | Kunst van Lezen.
- Murray, A. & Egan, S.M. (2014). Does Reading to Infants Benefit their Cognitive Development at 9-Months-Old? An Investigation Using a Large Birth Cohort. Child Language Teaching and Therapy 30(3), p. 303-315.
- Nagelhout, E. & Richards, C. (2020). Rapportage Boekenbranche Meting 53. 2e reguliere meting van 2020. Amstelveen: GfK, in opdracht van Stichting Marktonderzoek Boekenvak (Koninklijke Boekverkopersbond, de Groep Algemene Uitgevers, Stichting Lezen, CPNB, KB).
- Nagelhout, E., Qing, L. & Richards, C. (2022). Hoe kun je lezen het beste stimuleren? Rapportage Boekenbranche Meting 62. Themameting. Amstelveen: GfK, in opdracht van Stichting Marktonderzoek Boekenvak (Koninklijke Boekverkopersbond, de Groep Algemene Uitgevers, Stichting Lezen, CPNB, KB).
- Nagelhout, E., Richards, C. & Qing, L. (2023). Boeken lezen, lenen en kopen. Rapportage Boekenbranche Meting 63. Reguliere meting. Amstelveen: GfK, in opdracht van Stichting Marktonderzoek Boekenvak (Koninklijke Boekverkopersbond, de Groep Algemene Uitgevers, Stichting Lezen, CPNB, KB).
- Plantinga, S. & Zon, M. van (2019). Nóg meer plezier van De Nationale Voorleesdagen. Onderzoek naar de bekendheid, het gebruik en de waardering van de Nationale Voorleesdagen onder pedagogisch medewerkers en leerkrachten. Amsterdam: Kantar Public, in opdracht van Stichting Lezen.
- Sikkema, P. (2019). Eerste evaluatie van de inzet van BoekStartcoaches. Amsterdam: Qrius.
- Zumbuehl, M. & Dillingh, R. (2020). Ongelijkheid van het jonge kind. Den Haag: Centraal Planbureau.