Vanaf 30 september 2020 is het bibliotheekconvenant 2020-2023 van kracht. Met dit convenant leggen het bibliotheekstelsel en de drie overheidslagen vast dat zij zich gezamenlijk gaan focussen op leesbevordering, digitale inclusie en een leven lang leren. Ook zijn er afspraken gemaakt om de toekomst van de bibliotheek te garanderen.
Inhoudsblokken
Aanleiding voor het convenant zijn de aanbevelingen uit de eerste evaluatie van de Wsob en uit het advies van de Raad voor Cultuur: Een bibliotheek voor iedereen.
Maatschappelijke opgaven
In het convenant ligt de focus op drie maatschappelijke opgaven, waarbij er een grote rol is weggelegd voor bibliotheken:
- Leesbevordering. Er zijn grote zorgen rond laaggeletterdheid en de afname van leesvaardigheid en leesplezier bij de jeugd. Daarom wil de minister (OCW) starten met een Leesoffensief. Er komt extra aandacht voor jongens, vmbo'ers en jongeren met een meertalige achtergrond, omdat zij vaak de meeste moeite hebben met lezen. Bibliotheken die hun collecties, expertise en activiteiten voor deze doelgroepen willen uitbreiden, kunnen hiervoor een financiële bijdrage ontvangen via de subsidieregeling Leesoffensief.
- Participatie van de burger in de informatiesamenleving. Digitalisering en technologie hebben een steeds grotere impact op vrijwel alle domeinen van ons leven. De burger die niet in staat is om digitale middelen te gebruiken, kan niet of minder goed meedoen in de samenleving. Eind 2021 heeft iedere bibliotheek een Informatiepunt Digitale overheid. Ook wordt het cursusaanbod uitgebreid.
- Behoefte van burgers om zich een leven lang te blijven ontwikkelen. Het programma Bibliotheek en basisvaardigheden wordt doorontwikkeld en er komt een nieuw programma bij: Een leven lang ontwikkelen. Dit landelijke programma bevat onder andere een interactief leer- en ontwikkelplatform voor gebruikers van bibliotheken.
Toekomst van de bibliotheek
Om deze rol goed te kunnen vervullen, is er een robuust en goed functionerend bibliotheekstelsel nodig. In het convenant staat daarom ook beschreven wat er nodig is om de toekomst van bibliotheekvoorzieningen te garanderen:
- bibliotheken moeten goed bereikbaar en toegankelijk blijven.
- bibliotheken moeten kunnen beschikken over voldoende en goed gekwalificeerd personeel (inclusief vrijwilligers).
- een collectief landelijk bibliotheeksysteem is wenselijk.
- samenwerking, certificering en monitoring en innovatie zijn belangrijke randvoorwaarden.
De 6 partijen
De partijen uit het convenant zijn:
- het ministerie van OCW,
- het Interprovinciaal Overleg (IPO),
- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),
- de Koninklijke Bibliotheek (KB),
- de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en
- de Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN).