Lichte groei personeelsbestand
De economische recessie die zich vanaf 2010 in de overheidsinkomsten deed gelden, heeft tot gevolg gehad dat de subsidiebaten van bibliotheken zijn gekrompen. Deze teruggang heeft vooral gevolgen gehad voor het personeelsbestand. Dat werd, uitgedrukt in personen, tussen 2010 en 2013 zo’n 25% kleiner. In fte’s ging het om een teruggang van 23%. Daarna fluctueerde de omvang van de personeelsbestand nog enigszins; sinds 2016 is zowel het aantal personen als het aantal fte’s relatief stabiel. In 2021 is het totale personeelsbestand van de bibliotheken iets gegroeid: de bibliotheken telden 7.042 medewerkers in loondienst (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022). Voor de komende jaren ligt een verdere stabilisatie of lichte krimp in de lijn der verwachting. Zo voorspelt het grootste deel van de bibliotheekdirecteuren dat de personeelsformatie de komende jaren kleiner zal worden, als gevolg van verwachte bezuinigingen (Hassel & Kools, 2021). Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) is positief over de landelijke werkgelegenheidsontwikkeling en voorziet tot 2024 over alle sectoren een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 0,9% per jaar. Voor bibliothecarissen en conservatoren wordt tot 2024 een uitbreidingsvraag van 14% per jaar verwacht (ROA, 2019).
Merendeel personeel werkt parttime
In 2021 waren bij alle Nederlandse openbare bibliotheken in totaal 7.042 medewerkers in loondienst, waarvan het merendeel vrouw (84%). Zowel het aantal parttimers als fulltimers nam licht toe opzichte van 2020. Het gemiddeld aantal fte per medewerker bleef gelijk en lag net als in voorgaande jaren op 0,6 fte, op basis van een volle werkweek van 36 uur volgens de cao voor bibliotheken. Eén op de tien bibliotheekmedewerkers heeft een contract voor een fulltime dienstverband, negen op de tien medewerkers werken parttime (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022).
- Personeel van openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden
-
Vanuit de Nederlandse wetgeving is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) ook op de BES-eilanden – Bonaire, Sint Eustatius en Saba – van toepassing. Vanuit het project Caribisch Nederland werkt de KB samen met de bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden: op Bonaire, Sint Eustatius, Saba (BES-eilanden), Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS-eilanden). Het doel is de samenwerking te verbeteren en uit te breiden, zodat de bibliotheken de inwoners van de eilanden steeds beter van dienst kunnen zijn. Zo kregen inwoners van de eilanden vanuit het project toegang tot meer boeken, via de online Bibliotheek en door het aanvullen van de fysieke collectie, toegang tot BoekStart en het Leesoffensief en wordt er gesproken over de Bibliotheek op school.
In 2018 vroeg de KB als onderdeel van de jaarlijkse Gegevenslevering Wsob voor het eerst ook de 3 openbare bibliotheken op de BES-eilanden om gegevens over het kalenderjaar 2017. In 2022 zijn de bibliotheken op Curaçao, Aruba en Sint Maarten voor het eerst benaderd om - vrijwillig - deel te nemen aan de gegevenslevering over 2021. De resultaten voor de bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zijn echter beperkter en niet direct te vergelijken met de resultaten voor Europees Nederland. Daarom is het aantal medewerkers van bibliotheken op de BES- en CAS-eilanden niet in dit artikel verwerkt, maar zijn alle resultaten rondom deze bibliotheken gebundeld in een artikel over openbare bibliotheken in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Verjonging personeelsbestand
Om de bezuinigingen het hoofd te bieden, is door de bibliotheekorganisaties flink gekort op het personeel. Door de hele branche, over alle functies heen, is bezuinigd, onder andere middels gedwongen ontslagen en de inzet van meer vrijwilligers. Vanwege de relatief hoge leeftijd van het personeel was een groot deel van de uitstroom via natuurlijk verloop te realiseren (Hassel & Kools, 2021). Desondanks ligt de gemiddelde leeftijd van het personeel nog steeds vrij hoog. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bleek in 2017 zelfs dat de groep bibliothecarissen en conservatoren de meest vergrijsde beroepsgroep van Nederland was (CBS, 2017). Destijds was 63% van het bibliotheekpersoneel in loondienst 50 jaar of ouder. Langzaamaan is een verjonging in het personeelsbestand zichtbaar: de groep medewerkers van 50 jaar en ouder wordt kleiner en de groep jonger dan 40 jaar groeit. Toch is circa de helft van de bibliotheken nog van mening dat in hun organisatie op leeftijdsgebied (bijna) geen sprake is van diversiteit in de personeelssamenstelling. In 2021 was 55% van de medewerkers 50 jaar of ouder en 26% jonger dan 40 jaar. Bibliotheken met een relatief groot werkgebied – van meer dan 100.000 inwoners – lopen voorop in de verjonging van het personeel (Van de Burgt & Klaren, 2022).
- Arbeidsomstandigheden in coronatijd
-
In 2020 en 2021 bleven de deuren van bibliotheken vanwege de coronamaatregelen deels gesloten voor bezoekers en personeel. Om de invloed van de coronamaatregelen op het bibliotheekwerk te meten, onderzocht het Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) in opdracht van Stichting BibliotheekWerk (SBW) de vijf A’s van arbeid: arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen, arbeidsorganisatie en arbeidsmarkt. De coronamaatregelen hadden de meeste invloed op de arbeidsomstandigheden en de bibliotheek als arbeidsorganisatie. Het gaat daarbij vooral om veilig en gezond werken en het anders organiseren van de werkzaamheden (CAOP, 2020). Circa één op de vier bibliotheken ervoer in coronajaren 2020 en 2021 een hoger ziekteverzuim dan voorgaande jaren. Het gemiddelde percentage ziekteverzuim was in 2020 en 2021 nagenoeg gelijk aan 2019 (5%) (Van de Burgt & Klaren, 2022).
Vanwege de coronamaatregelen vielen werkzaamheden rondom programmering, activiteiten en cursussen, de dienstverlening aan het onderwijs en de frontoffice in 2020 en 2021 in de meeste bibliotheken stil. Medewerkers bij wie hierdoor tijd vrijkwam, boden veelal klantondersteuning bij de digitale bibliotheek (bij 82% van de bibliotheekorganisaties in 2021), zetten nieuwe activiteiten op (80%) of volgden online cursussen (75%). Veel van deze werkzaamheden werden vanuit huis verricht: bij het merendeel van de bibliotheken werkte het personeel (deels) thuis. Met name personeel met klassieke bibliotheekfunctie, zoals uitlening en collectie, werkte nog in de bibliotheek. Om de medewerkers in deze periode te ondersteunen, werd veel ingezet op technische ondersteuning, zoals Microsoft Teams en Zoom, maar ook op flexibele werktijden, ergonomisch thuiswerken en het psychisch welzijn van de medewerkers (Van de Burgt & Klaren, 2022).
Lichte toename vrijwilligers
Dat veel vestigingen de afgelopen jaren, ondanks de krimp in het personeelsbestand, open konden blijven, is mede gerealiseerd door de inzet van vrijwilligers. Alle bibliotheekorganisaties maakten in 2021 gebruik van vrijwilligers. Sinds 2010 is het aantal vrijwilligers flink gestegen, van circa 7 duizend tot bijna 22 duizend in 2019. Ook in 2021 bleef het aantal vrijwilligers toenemen, al was de stijging beduidend minder groot dan andere jaren. Dit hangt nauw samen met de tijdelijke sluiting en beperkte openingstijden van de bibliotheken. In 2021 waren circa 23,1 duizend vrijwilligers werkzaam in de bibliotheek. Bijna de helft van de bibliotheken werkte in 2020 met minder vrijwilligers dan in 2019, met name omdat er vanuit de bibliotheek minder vrijwilligers werden ingezet, maar ook omdat vrijwilligers zichzelf afmeldden. De verhouding vaste medewerkers versus vrijwilligers was in 2021 gemiddeld 1 op 3. In bibliotheken met een klein werkgebied – van minder dan 50 duizend inwoners – is dit zelfs 1 op 6. Hoe groter het werkgebied van de bibliotheek, hoe kleiner de verhouding (Van de Burgt & Klaren, 2022; CBS, 2022).
Vrijwilliger neemt slechts deel personeelstaken over
In welke mate vrijwilligers taken uitvoeren die eerder door betaald personeel werden uitgevoerd, is in de sector onderwerp van discussie. In 2014 en 2017 is op initiatief van de Stichting BibliotheekWerk onderzoek gedaan naar de inzet van vrijwilligers. Ruim een kwart van de bibliotheken die met vrijwilligers werken, laat vrijwilligers taken uitvoeren die eerder in handen waren van een betaald personeelslid. Toch is nog steeds een substantieel deel van de vrijwilligersuren gewijd aan dienstverlening die buiten het normale takenpakket van het personeel ligt (Van den Berg, 2014; Von der Fuhr et al., 2018). Van de circa 23,1 duizend vrijwilligers die in 2021 in de bibliotheken werkzaam waren, werd het merendeel ingezet voor activiteiten rondom taalvaardigheid (door 94% van de bibliotheekorganisaties), activiteiten rondom voorlezen (91%), digivaardigheid (88%), het logistieke proces (78%, bijvoorbeeld voor boeken aan huis bezorgen, vervoer tussen vestigingen) en/of als gastheer of gastvrouw (78%). Het aantal uur per week dat bibliotheken vrijwilligers inzetten, verschilt sterk per organisatie. Vier op de tien bibliotheekorganisaties maken 150 uur per week of meer gebruik van de hulp van vrijwilligers. Hoe groter het werkgebied van de bibliotheek (in aantal inwoners), hoe meer vrijwilligersuren worden ingezet (Van de Burgt & Klaren, 2022).
- Personeel op de agenda
-
De kwesties die op het gebied van personeel spelen in bibliotheekland, staan hoog op de agenda. Zo kent de sector sinds begin 2019 is een landelijke regiegroep, waarin KB, VOB en SPN vertegenwoordigd zijn. Ook was bij dij de evaluatie van de Wsob eind 2019 nadrukkelijk aandacht voor medewerkers en vrijwilligers. Verder zijn er domeinbeschrijvingen met beroepsprofielen opgesteld voor het opleiden van bibliotheekprofessionals. Daarnaast is de zorg voor voldoende en goed gekwalificeerd personeel als belangrijke stelseltaak opgenomen in het Bibliotheekconvenant. Bij het opstellen van de Netwerkagenda is een apart Netwerkteam samengesteld dat deze stelseltaak uitwerkt in jaarprogramma’s (Stichting BibliotheekWerk et al., 2020).
Bronnen
- Berg, D. van den (2014). Vrijwilligers in de bibliotheek. Een inventarisatie van de inzet van vrijwilligers in de bibliotheekbranche. Den Haag: Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP), in opdracht van Stichting BibliotheekWerk.
- Burgt, A. van de & Klaren, M. (2022). Bibliotheekstatistiek 2021. Den Haag: KB.
- Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) (2020). Invloed coronacrisis op het werken bij openbare bibliotheken. Den Haag: CAOP, in opdracht van Stichting BibliotheekWerk.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2022). Openbare bibliotheken.
- Fuhr, S. von der, Jans, L. & Weert, L. van (2018). Vrijwilligers in de bibliotheek 2017. Den Haag: Cubiss, in opdracht van Stichting BibliotheekWerk.
- Hassel, D. van & Kools, M. (2021). Strategisch personeelsbeleid in openbare bibliotheken. Stand van zaken, (verwachte) ontwikkelingen en ondersteuningsbehoefte. Den Haag: Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP), in opdracht van Stichting BibliotheekWerk.
- Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) (2019). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2024. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt & School of Business and Economics.
- Stichting BibliotheekWerk, KB, Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN) & Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) (2020). Sectorale HRD-aanpak bibliotheken. Zorgen voor voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers en vrijwilligers.