Basisschool en bibliotheek helpen laaggeletterdheid voorkomen
Voor de doelgroep jeugd zijn de basisschool en de bibliotheek essentiële voorzieningen om laaggeletterdheid te voorkomen. De scholen bieden leesonderwijs dat ervoor zorgt dat kinderen gemotiveerd raken om te willen lezen en daardoor goed leren lezen. Wie gemotiveerd is om te lezen houdt vanzelf zijn leesvaardigheid op peil, ook nadat de leerling de school heeft verlaten. De bibliotheek ondersteunt zowel kinderen als leerkrachten hierbij door hen wegwijs te maken in de wereld van boeken, en door ondersteuning te bieden bij het vormen van het leesbeleid op scholen. De onderwijstijd alleen is echter vaak te beperkt om de taalresultaten te behalen die scholen nastreven. Scholen kiezen er daarom voor samen met de bibliotheek in te zetten op lezen in de vrije tijd. Op die manier maakt de school gebruik van ‘leertijd’ buiten school om de taalontwikkeling van kinderen een extra impuls te geven (Broekhof, 2017). Om de leescultuur thuis te bevorderen is het belangrijk dat de boeken op school mee mogen naar huis. Kinderen die thuis de beschikking hebben over een breed en gevarieerd aanbod aan boeken, presteren namelijk beter op school (Notten, 2012), en zijn bovendien leesvaardiger. De samenwerking tussen basisscholen en bibliotheken is dus van groot belang om kinderen een extra impuls te geven rondom lezen zowel binnen als buiten het klaslokaal.
Bibliotheek belangrijke partner voor basisonderwijs in leesvaardigheid
De samenwerking tussen bibliotheek en basisschool is belangrijk, zeker gezien de dalende cijfers op het gebied van leesvaardigheid in het basisonderwijs. Zo blijkt uit het internationale onderzoek PIRLS dat Nederlandse tienjarigen in 2021 ten opzichte van 2016 meer moeite hebben om de leesvaardigheidsniveaus ‘midden’ en ‘hoog’ te halen (Swart et al., 2023). In het speciaal basisonderwijs dalen de cijfers nog sterker dan in het regulier onderwijs. Het minimale niveau dat nodig is om te participeren in de maatschappij wordt behaald door slechts 50% van de leerlingen in het basisonderwijs en 7% van de leerlingen in het speciaal basisonderwijs terwijl de ambitie is dat 65% van alle leerlingen aan het einde van het primair onderwijs dit niveau haalt. Om die negatieve trend te keren, zijn volgens de Inspectie van het Onderwijs veranderingen nodig in het leesonderwijs op scholen en in het leesgedrag van de leerlingen thuis. Deze veranderingen vragen om een brede aanpak, waarbij bibliotheken voor scholen belangrijke partners zijn (Inspectie van het Onderwijs, 2022).
- De zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen
-
Zorgen dat kinderen met begrip kunnen lezen is misschien wel een de belangrijkste opdrachten van het onderwijs. Zonder deze vaardigheid zijn kinderen niet in staat te leren van teksten. Daardoor kunnen zij niet alleen onvoldoende meedoen op school, maar kunnen ze ook niet voluit deelnemen aan de huidige informatiesamenleving. Maar wat is leesbegrip eigenlijk? Hoe komt het tot stand? En hoe kunnen leraren het leesbegrip van hun leerlingen bevorderen? Op die vragen geeft de publicatie De zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen van Stichting Lezen antwoord. Belangrijk is bijvoorbeeld om leerlingen kennis van woorden en de opbouw van teksten bij te brengen en lees- en schrijfonderwijs met elkaar te combineren. Ook is het belangrijk te discussiëren over teksten en te zorgen voor een motiverende leesomgeving (Houtveen & Van Steensel, 2022).
Leesplezier betekent meer en beter lezen
Kinderen die plezier hebben in lezen, lezen meer en daardoor ook beter. Zo hebben kinderen die in hun vrije tijd veel lezen 70% kans om gemiddeld tot hoog te scoren op een woordenschattoets. Onder kinderen die weinig lezen is dat slechts 30% (Bus et al., 1994). Ook heeft het regelmatig lezen van (uitdagende) boeken een positief effect op Citoscores (Kortlever & Lemmens, 2012). Een groeiende leesvaardigheid geeft een gevoel van competentie en helpt de leesmotivatie in stand te houden. Daardoor blijven kinderen lezen en hebben ze daar steeds meer profijt van. Ook zwakke lezers hebben profijt van lezen in de vrije tijd. Zij hebben betere basisvaardigheden, zoals alfabetkennis, dan zwakke lezers die in hun vrije tijd niet lezen (Mol, 2022). Zie ook de Leesmonitor voor meer informatie over vrij lezen.
- Leesmonitor
-
De Leesmonitor vertaalt onderzoeken over lezen, leesbevordering en literatuureducatie naar een breder publiek. Aan de hand van zeven thema’s komen de belangrijkste aandachtsgebieden binnen leesbevordering en literatuureducatie aan bod: cultuur, gedrag, motivatie, vaardigheid, leesbevordering, literatuureducatie en digitalisering. De Leesmonitor is een initiatief van Stichting Lezen, het kennis- en expertisecentrum voor leesbevordering en literatuureducatie. Op de Leesmonitor bundelt Stichting Lezen relevante onderzoekskennis om een representatief beeld te schetsen voor Nederlandse kinderen en volwassenen. Deze kennis is afkomstig uit publicaties van Stichting Lezen, maar ook van onderzoeksinstituten, marktonderzoeksbureaus, universiteiten, wetenschappelijke tijdschriften en andere instanties uit het veld die onderzoek initiëren, zoals de KB.
Gratis lidmaatschap en leesbevordering als kernfunctie
Nederland telde op 1 januari 2023 ruim 1,6 miljoen kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar (CBS, 2023). In het schooljaar 2021-2022 was 71% van deze doelgroep lid van de bibliotheek: ruim 1,2 miljoen kinderen. Van het totaal aantal leden is 65% actief lid: zij hebben in het schooljaar 2021-2022 minimaal één keer boeken of andere materialen van de bibliotheek geleend. Het aandeel actieve leden is daarmee gegroeid van 57% in 2020-2021 naar 65% in 2021-2022. Een toename die mogelijk te verklaren is door de afnemende coronamaatregelen in 2021-2022 (Klaren & Van de Burgt, 2023). Om kinderen onder de 18 jaar te stimuleren gebruik te maken van de bibliotheek, konden zij al in de meeste bibliotheken gratis lid worden. Vanaf 1 juli 2022 geldt dat bovendien voor alle bibliotheken (Rijksoverheid, 2022). Dit sluit tevens aan bij het feit dat ‘het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur’ expliciet is opgenomen als kernfunctie van de bibliotheek in de Wet stelsel openbare bibliotheek voorzieningen (Wsob, artikel 5).
Diverse dienstverlening aan jeugd
De dienstverlening van de bibliotheken voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar is divers. Landelijk is het doel gesteld de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de jeugd te versterken door hun vaardigheden op het gebied van taal, lezen en media te ontwikkelen. Daar dragen bibliotheken op verschillende manieren aan bij, zoals met de fysieke jeugdcollectie, e-books voor jeugd en informatie voor werkstukken en spreekbeurten. Daarnaast organiseert de bibliotheek activiteiten, kunnen jonge lezers terecht op Jeugdbibliotheek.nl en wordt er samengewerkt met scholen, bijvoorbeeld via landelijke programma’s als BoekStart en de Bibliotheek op school.
- Masterplan Basisvaardigheden
-
Steeds meer leerlingen verlaten het onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Dit is onder meer te zien in het PISA-onderzoek van 2018: 24% van de leerlingen verlaat de middelbare school met onvoldoende taalvaardigheden. De Staat van het Onderwijs 2023 bevestigt dit beeld. Van de havo- en vwo-leerlingen verlaat circa 20 procent de middelbare school met een onvoldoende voor het centraal examen Nederland, en van de mbo 2- en mbo 3-studenten verlaat respectievelijk 15% en 7% hun opleiding zonder het gewenste taalniveau 2F te halen (Inspectie van het Onderwijs, 2023; Stichting Lezen, 2023). Daarnaast loopt ook de leesmotivatie van leerlingen terug.
Op meerdere van deze vlakken hebben basis- en middelbare scholen nog geen curriculum beschikbaar. Daarom heeft de Rijksoverheid in 2022 het Masterplan Basisvaardigheden ontwikkeld. Met dit plan investeert het kabinet structureel 1 miljard euro per jaar om de basisvaardigheden van leerlingen in het onderwijs te versterken. Het masterplan bestaat uit vijf pijlers (Wiersma, 2022-2023):
- Extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren
- Effectieve leer- en ontwikkelmiddelen, bijvoorbeeld door digitale geletterdheid op te nemen in het curriculum
- Aansluiting bij de school en de omgeving, bijvoorbeeld in de vorm van extra aandacht voor lezen en boeken op school, onder meer via de Bibliotheek op school
- Meer monitoring, onderzoek en scherper toezicht
- Duidelijke opdracht aan het funderend onderwijs
Openbare bibliotheken spelen op verschillende manieren een rol binnen het Masterplan Basisvaardigheden. Scholen die de basisvaardigheden willen verbeteren, kunnen een beroep doen op zogenoemde basisteams. Deze basisteams worden door het ministerie van OCW samengesteld op basis van de specifieke situatie en hulpvraag van een school, en bestaan uit zoveel mogelijke publieke partijen – zoals bibliotheken – die een school concrete hulp kunnen bieden. Daarnaast wordt als onderdeel van het Masterplan extra geïnvesteerd in bewezen effectieve aanpakken van leesbevordering om de school heen, waaronder Boekstart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school (Wiersma, 2023).
Nauwe samenwerking met het onderwijs
De KB brengt jaarlijks de samenwerking met het basisonderwijs in kaart. Alle bibliotheekorganisaties werkten in het schooljaar 2021-2022 samen met het primair onderwijs. Deze bibliotheken verzorgden activiteiten en programma’s op het gebied van leesbevordering (voor 74% van de scholen in het werkgebied) en digitale geletterdheid (voor 27% van de scholen in het werkgebied). In totaal bedienden de bibliotheken in dit schooljaar 5.298 basisscholen (80% van de scholen in het werkgebied van bibliotheken) (Klaren & Van de Burgt, 2023).
- Leesbevordering in het beleid van basisscholen
-
In 2019 was bij iets meer dan de helft van de basisscholen leesbevordering opgenomen in het beleidsplan van de school, liet onderzoek van Stichting Lezen zien. In 2014 gold dit nog voor driekwart van de basisscholen. Verder had anno 2019 ruim een derde van de basisscholen een leesplan en een jaarprogramma, evenals in 2014. Een vijfde van de locaties zonder de Bibliotheek op school heeft geen specifiek beleid voor leesbevordering, tegenover 8% van de locaties met de Bibliotheek op school. Ruim de helft van de scholen beschikt over een leescoördinator; iets minder dan de helft beschikt over een taalcoördinator. Ook hierin is een duidelijk verschil tussen scholen zonder vestiging van de Bibliotheek op school en met. Op de scholen die wel over een lees- en/of taalcoördinator beschikken, is er veelal één coördinator beschikbaar voor alle groepen. De meerderheid van de schoolleiders geeft aan dat er één tot twee uur per week beschikbaar is voor de taken van de leescoördinator (Willemsen & Elphick, 2019).
Samenwerking geprofessionaliseerd
De samenwerking tussen bibliotheken en het primair onderwijs is sterk geprofessionaliseerd. In vergelijking met voorheen is er sprake van een structureler en doelgerichter leesbeleid en hoger geschoold bibliotheekpersoneel: 80% is minimaal hbo-geschoold (Van de Burgt & Van der Hoek, 2022). Ook werken bibliotheken gericht aan de professionalisering van de intermediair. Zo biedt 59% van de bibliotheken in samenwerking met het primair onderwijs informatieavonden en/of workshops over lezen voor ouders aan. Ook organiseert 79% van de bibliotheken workshops en trainingen voor leerkrachten op het gebied van leesbevordering. Daarmee is het aanbod van de bibliotheken voor het primair onderwijs gericht op de ‘gouden driehoek’ voor leesbevordering: de kinderen, de ouders en de leerkrachten (Klaren & Van de Burgt, 2023).
Samenwerking volgens landelijke programmalijn
Naast de reguliere samenwerking werken veel bibliotheken ook samen met het primair onderwijs volgens landelijke programmalijnen, zoals de aanpak de Bibliotheek op school. Deze aanpak maakt deel uit van een doorgaande lijn binnen het OCW-programma Tel mee met Taal. BoekStart vormt het begin van deze beleidslijn, gevolgd door de Bibliotheek op school basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De aanpak is ontwikkeld en ingezet door Stichting Lezen en de KB, als onderdeel van Kunst van Lezen. Het doel is om op basis van een aantal vastgestelde bouwstenen samen met scholen de leesmotivatie, taal- en informatievaardigheden van leerlingen te verbeteren. Bibliotheken, scholen en gemeenten werken op strategisch niveau structureel samen aan de taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid van kinderen en jongeren.
Samenwerking tussen bibliotheken en primair onderwijs volgens de Bibliotheek op school: drie organisatieniveaus
Bron: de Bibliotheek op school, 2018.
De Bibliotheek op school bereikt ruim drieduizend scholen
In totaal werd de aanpak de Bibliotheek op school of een vergelijkbaar programma in het schooljaar 2021-2022 gevolgd door 125 (basis)bibliotheken. Daarmee zijn in totaal 3.317 scholen en circa 650 duizend leerlingen bereikt (Klaren & Van de Burgt, 2023). Van de leerlingen die een Bibliotheek op school hebben en deze weleens bezoeken, komt 60% graag in de schoolbibliotheek. Circa de helft van deze leerlingen die weleens in de schoolbibliotheek komen, vindt dat er genoeg leuke leesboeken en/of informatieboeken te vinden zijn (Hartkamp, 2020). Voor basisscholen die deelnemen aan de Bibliotheek op school zijn het vergroten van het leesplezier en de taal- en leesprestaties de belangrijkste redenen om mee te doen (Van Grinsven et al., 2014; DUO Onderwijsonderzoek & Advies, 2019).
- De Bibliotheek op school voor pabo's
-
In het schooljaar 2017-2018 is gestart met drie pilots om de samenwerking tussen bibliotheken en de pabo te stimuleren. In het schooljaar 2018-2019 zijn daarnaast vier nieuwe pabo-locaties met de aanpak gestart.
Binnen deze pilots wordt aandacht besteed aan de volgende zaken:
- Leesbevordering krijgt een structurele, toonaangevende plek binnen het curriculum van pabo’s. Opleidingsdocenten zijn goed op de hoogte van leesbevorderingsactiviteiten en hoe die in te zetten tijdens hun lessen;
- Toekomstige leerkrachten worden erop voorbereid om tijdens hun lessen te werken met kinderboeken;
- De aanpak van de Bibliotheek op school wordt structureel onder de aandacht gebracht van docenten en studenten op de pabo;
- De fysieke en digitale bibliotheek op de pabo is voorzien van een actuele collectie, die veelvuldig ingezet wordt ten behoeve van het voorbereiden van stagelessen en voor eigen gebruik;
- De pabo en de bibliotheek werken structureel samen en gebruiken daarbij elkaars expertise;
- De Bibliotheek op school en het belang van lezen worden onder de aandacht gebracht van alle opleidingsdocenten van betrokken pabo’s, zodat lezen ook wordt geïntegreerd in andere vakken dan Nederlands (Langendonk & Van Dalen, 2019).
Uit een evaluatie via de Monitor de Bibliotheek op school onder 863 pabo-studenten blijkt echter dat slechts een derde van de studenten minstens één keer per week voor het plezier een boek leest, en dat maar 9% wekelijks over deze boeken praat. Een kwart (24%) weet niet te vertellen of hun pabo over een eigen boekencollectie beschikt waaruit zij kunnen lenen. De studenten geven zichzelf een 6,1 voor hun kennis van kinderboeken en jeugdliteratuur. De helft (48%) zegt niet genoeg te weten over leesbevordering om kinderen enthousiast te maken voor lezen (Monitor de Bibliotheek op school pabo, 2021).
De Bibliotheek op school laat leerlingen hoger scoren op begrijpend lezen
Uit onderzoek naar de effecten van de aanpak van de Bibliotheek op school blijkt dat het landelijke leesbevorderingsprogramma effectief is in de strijd tegen laaggeletterdheid. Kinderen op scholen die de aanpak volgen, lezen meer en hebben een betere leesvaardigheid dan kinderen op scholen waar geen speciale aandacht is voor de boekencollectie. Zo scoren de leerlingen op scholen die deelnemen aan de Bibliotheek op school significant hoger op begrijpend lezen dan leerlingen op andere scholen (Nielen & Bus, 2016). Uit onderzoek naar de effecten van de schoolbibliotheek op het leesgedrag van niet-westerse migrantenleerlingen blijkt dat er een positief effect is op de woordenschat. Daarnaast vonden de leerlingen lezen na verloop van tijd belangrijker dan leerlingen op een school zonder schoolbibliotheek (Kleijnen, 2016).
Boekencollecties en activiteiten op basisscholen
Vrijwel alle basisscholen beschikken over een boekencollectie. Bij de Bibliotheek op school-locaties gaat het vaker om een schoolbibliotheek, terwijl andere scholen vaker leesboeken in de klas hebben staan. Op de meerderheid van de scholen (60%) mogen leerlingen onbeperkt boeken uitkiezen; bij de Bibliotheek op school-locaties beduidend vaker dan bij andere scholen. Op ongeveer een derde van de scholen mogen leerlingen ook boeken uit de collectie mee naar huis nemen. Slechts 4% van alle scholen biedt (ook) digitale boeken aan. Ook besteden leerkrachten op vrijwel alle basisscholen wordt aandacht aan leesbevorderende activiteiten in de les, vaak in de vorm van vrij lezen en voorlezen. Leesgesprekken, boekenkringen en boekintroducties komen wekelijks tot maandelijks voor. Hierin zijn geen significante verschillen gevonden tussen leerkrachten van de Bibliotheek op school-locaties en andersoortige scholen (Willemsen & Elphick, 2019).
- De Bibliotheek op school en leenrecht
-
De afgelopen jaren werd er veel gesproken over leenrechtvergoedingen voor uitleningen via schoolbibliotheken. Door een onderwijsvrijstelling in de Auteurswet moesten er bij deze uitleningen namelijk in sommige gevallen wel leenrechtvergoedingen worden afgedragen (als het uitgeleende boek in bezit was van de bibliotheek) en in andere gevallen niet (als het uitgeleende boek in bezit was van de school). Dit leidde tot onduidelijkheid en een conflict. In juli 2022 hebben alle betrokkenen daarom nieuwe afspraken gemaakt over onder meer een aanpassing van de Auteurswet. Via het ministerie van OCW wordt voortaan jaarlijks 3,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor uitleningen via bibliotheken op school. Daarnaast keert het ministerie eenmalig 6 miljoen euro compensatie uit aan makers voor misgelopen vergoedingen in voorgaande jaren (VOB 2022).
Positieve effecten zichtbaar met Monitor de Bibliotheek op school
Met de Monitor de Bibliotheek op school worden de activiteiten op school en het leesgedrag en leesplezier van leerlingen jaarlijks in kaart gebracht en gevolgd. In de Monitor wordt ook ingegaan op de mate waarin de Bibliotheek op school wordt ingezet en de effecten die dit heeft op de leesvaardigheid van de leerlingen. Zo blijkt dat op scholen met een goed ontwikkeld leesplan, leerlingen met meer plezier lezen in de klas en vaker naar de bibliotheek gaan. Ook leesbevorderende activiteiten hebben een positieve invloed op de leesfrequentie en het leesplezier van leerlingen (Hartkamp, 2022).
Effectiviteit verschilt per doelgroep
Wel verschilt de effectiviteit van de Bibliotheek op school sterk per doelgroep. Zo lezen leerlingen in hogere leerjaren minder, minder graag, halen ze minder boeken bij de bibliotheek op school en zijn minder positief over de schoolbibliotheek. Ook vinden meisjes lezen veel leuker dan jongens en lezen ze ook meer (Kleijnen, 2016; Hartkamp, 2020). Ook lijkt vrij lezen in het basisonderwijs alleen effect te hebben op de leesfrequentie van de kinderen die al lezen. Voor de aarzelende lezers is alleen vrij lezen niet genoeg; zij hebben waarschijnlijk meer begeleiding nodig om hiervan te kunnen profiteren. Voorlezen blijkt in dat kader zeer geschikt: het heeft een positief effect op alle leerlingen (Van der Sande et al., 2019). Meer onderzoeksresultaten over de impact van de Bibliotheek op school zijn te vinden in de Leesmonitor van Stichting Lezen.
Ondersteuning voor zwakke lezers
Met de pilot Aangepast lezen en Makkelijk Lezen Plein in de Bibliotheek op school is nader onderzocht wat er nodig is om het leesplezier van leerlingen met een leesbeperking te bevorderen. Deze pilot is opgezet omdat de reguliere collectie van de Bibliotheek op school niet voldoende aansloot op de behoefte van kinderen met dyslexie of grote leesmoeilijkheden. Kinderen maakten kennis met de gesproken boeken van Stichting Aangepast Lezen op Daisy-rom of via Superboek, karaokelezen met Yoleo en de Makkelijk Lezen Plein-boeken. De start met een luisterboek stimuleert de overstap naar het fysieke boek. Het gebruik van de juiste materialen en manieren geeft zwakke lezers weer plezier in lezen. Ook de leerkrachten zien de materialen als een belangrijke toevoeging om kinderen op een leuke manier te begeleiden in het leesproces (Geevers et al., 2014; Van der Aa et al., 2016).
- Oproep tot leesbevordering: Leesoffensief en Bibliotheekconvenant
-
Leesvordering staat hoog op de agenda. Zo deden de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad in 2019 een oproep tot een heus leesoffensief. Bibliotheken moeten volgens dit document een leescultuur tot stand weten te brengen die wordt gedragen door leesbevorderaars en -specialisten (Raad voor Cultuur & Onderwijsraad, 2019). Hiertoe werden subsidies om deze zaken te bekostigen verhoogd (KB, 2020). Daarnaast neemt leesbevordering een belangrijke plaats in binnen het Bibliotheekconvenant 2020-2023, dat op 1 oktober 2020 werd ondertekend. Daarin wordt leesbevordering genoemd als een van de drie maatschappelijke opgaven waaraan de komende tijd in gezamenlijkheid wordt gewerkt. Zo komt er extra aandacht voor jongens, vmbo'ers en jongeren met een meertalige achtergrond, omdat zij vaak de meeste moeite hebben met lezen. Bibliotheken die hun collecties, expertise en activiteiten voor deze doelgroepen willen uitbreiden, konden hiervoor een financiële bijdrage ontvangen via de subsidieregeling Leesoffensief (VOB et al., 2020). In 2021 hebben 123 bibliotheken subsidie ontvangen om hun dienstverlening uit te breiden (KB, 2022).
Bronnen
- Aa, W. van der, Faber, J. & Geevers, M. (2016). Aangepast lezen en MLP in de Bibliotheek op school. Een vervolgpilot van de KB, uitgevoerd door Bibliotheek Den Bosch en Probiblio.
- Broekhof, K. (2017). Meer lezen, beter in taal. Utrecht: Sardes, in opdracht van Kunst van Lezen.
- Burgt, A. van de & Hoek, S. van de (2022). Bibliotheken en de samenwerking met het primair onderwijs. Onderzoeksresultaten Bibliotheekmonitor-enquête samenwerking primair onderwijs 2020-2021. Den Haag: KB.
- Bus, A.G., IJzendoorn, M.H. van, Pellegrini, A.D. & Terpstra, W. (1994). Van voorlezen naar lezen: een meta-analyse naar intergenerationele overdracht van geletterdheid. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 10(3), p. 157-175.
- Bus, A.G., IJzendoorn, M.H. van, Pellegrini, A.D. & Terpstra, W. (1995). Joint Book Reading Makes for Success in Learning to Read: A Meta-Analysis on Intergenerational Transmission of Literacy. Review of Educational Research, 65(1), p. 1-21.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), StatLine (2023). Bevolking; geslacht, leeftijd en nationaliteit op 1 januari.
- DUO Onderwijsonderzoek & Advies (2019). Leesbevordering basisonderwijs 2019. Stand van zaken. Amsterdam: Stichting Lezen.
- Geevers, M., Aa, W. van der & Faber, J. (2014). Aangepast lezen en MLP in de Bibliotheek op school. Een pilot van het SIOB, uitgevoerd door Bibliotheek Den Bosch en Probiblio.
- Grinsven, V. van, Groothees, A. van & Elphick, E. (2014). Rapportage Omnibusonderzoek Directeuren Primair Onderwijs en Voortgezet onderwijs. Utrecht: DUO Onderwijsonderzoek, in opdracht van Kunst van Lezen.
- Hartkamp, J. (2020). Monitor de Bibliotheek op school. Landelijke analyse basisonderwijs 2019. Amsterdam: DESAN Research Solutions.
- Hartkamp, J. (2022). Monitor de Bibliotheek op school. Landelijke analyse basisonderwijs 2021. Amsterdam: DESAN Research Solutions, in opdracht van Kunst van Lezen.
- Houtveen, T. & Steensel, R. van (2022). De zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen. Utrecht, Eburon in opdracht van Stichting Lezen.
- Inspectie van het Onderwijs (2022). Peil.Leesvaardigheid. Einde (speciaal) basisonderwijs 2020-2021. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
- Inspectie van het Onderwijs (2023). De Staat van het Onderwijs 2023. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
- KB (2019). Dienstverlening openbare bibliotheken aan het primair onderwijs 2017-2018.
- KB (2020). Subsidieregeling Leesoffensief.
- KB (2021). Leesoffensief bij OCW: ‘Hieruit kunnen landelijke initiatieven ontstaan’.
- Klaren, M. & Burgt, A. van de (2023). Bibliotheken en de samenwerking met het primair onderwijs 2021-2022. Den Haag: KB.
- Kleijnen, E. (2016). Route to Reading. Promoting Reading through a school Library: Effects for Non-Western Migrant Students.
- Kortlever, D.M.J. & Lemmens, J.S. (2012). Relaties tussen leesgedrag en Cito-scores van kinderen. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 40(1), p. 87-105.
- Langendonk, A. & Dalen, G. van (2019). Feitenrelaas | Kunst van Lezen.
- Mol, S. (2022). Het belang van voorlezen en zelf lezen voor kinderen en adolescenten. Meta-analyse van het verband tussen (voor)leeservaring en leesvaardigheid. Amsterdam: Stichting Lezen.
- Monitor de Bibliotheek op school pabo (2021). Monitor de Bibliotheek op school pabo 2020-2021. Vragenlijst voor studenten.
- Notten, M. (2012). Over ouders en leesopvoeding. Delft: Eburon.
- Nielen, T. & Bus, A.G. (2016). Onwillige lezers: Onderzoek naar redenen en oplossingen. Delft: Stichting Lezen.
- Raad voor Cultuur & Onderwijsraad (2019). Lees! Een oproep tot een leesoffensief. Den Haag: Raad voor Cultuur & Onderwijsraad.
- Rijksoverheid (2022). Bibliotheek gratis voor iedereen onder 18 jaar. Geraadpleegd op 22-2-2022.
- Sande, L. van der, Wildeman, I., Bus, A & Steensel, R. van (2019). Lezen stimuleren via vrij lezen, boekgesprekken en appberichten. Effecten van leesbevorderingsactiviteiten in het basisonderwijs en vmbo; onderzoek in het kader van een evaluatie van de Bibliotheek op school. Utrecht: Eburon.
- Stichting Lezen (2023). Onderwijsinspectie bezorgd over basisvaardigheden.
- Swart, N. M., Gubbels, J., in ‘t Zandt, M., Wolbers, M. H. J., & Segers, E. (2023). PIRLS-2021: Trends in leesprestaties, leesattitude en leesgedrag van tienjarigen uit Nederland. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.
- Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN), Interprovinciaal Overleg (IPO), KB & ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) (2020). Bibliotheekconvenant 2020-2023. Convenant houdende afspraken over de bijdrage van de bibliotheekvoorziening in Nederland aan maatschappelijke opgaven.
- Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) (2022) Leenrechtvergoeding uitleningen dBos.
- Wiersma, D. (2022). Kamerbrief over Masterplan basisvaardigheden. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
- Wiersma, D. (2023). Kamerbrief over Masterplan basisvaardigheden. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
- Willemsen, A. & Elphick, E. (2019). Leesbevordering basisonderwijs 2019. Stand van zaken. Amsterdam: Stichting Lezen.