Een vervolg op Nederlands voor buitenlanders. Deze methode voor anderstaligen bevat 42 lessen die cursisten van niveau A2 naar B1 brengen. B1 is het vereiste niveau voor het Staatsexamen I. Het materiaal is geschikt voor gebruik in groepsverband én als zelfstudiemethode.
Deze methode voor anderstaligen bevat 42 lessen die cursisten van niveau 0 naar A2 brengen. Deze herziene editie bevat volledig nieuwe teksten en oefeningen, aangepast aan ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. Cursisten kunnen zelfstandig aan de slag.
In 16 lessen brengt deze methode Nederlandse taal cursisten van niveau 0 naar A1. Deze basiscursus bestaat uit een online platform, een papieren tekstboek en woordenlijsten. Cursisten kunnen zelfstandig aan de slag met deze cursus.
Deze methode brengt cursisten die de Nederlandse taal leren In 17 lessen van niveau A1 naar A2. De methode bestaat uit een online platform, een papieren tekstboek en woordenlijsten. Deelnemers kunnen zelfstandig aan de slag met deze cursus.
Statushouders leren in deze cursus werken met de e-overheid. De cursus is gebaseerd op 'Werken met de e-overheid' en zet in op het vergroten van de zelfredzaamheid. Het betreft een cursus van 4-6 bijeenkomsten.
Met deze methode oefenen leerders rekensituaties tot niveau 1F/2A. Het gaat om situaties die voor iedereen herkenbaar zijn. Bijvoorbeeld bij aankopen doen of aflossen van een lening. Aan de orde komen: getallen, verhoudingen, meetkunde en verbanden.
Een uitgebreide zelfsturende digitale methode voor het leren van de Nederlandse taal met automatische feedback. De methode bevat onder andere een taalcursus, toetsen, grammaticatool en een uitspraaktrainer. De thema's sluiten aan bij het dagelijks leven.
Een uitgebreide digitale methode voor het leren van de Nederlandse taal. De methode onder andere een taalcursus, toetsen, grammaticatool en een uitspraaktrainer. Het betreft een zelfsturende methode met automatische feedback.
Een online programma waarmee leerders oefenen met lezen en schrijven. Onderwerpen hebben betrekking op het gewone leven in en om het huis. Hierbij moet de leerder soms taal- en rekendingen doen.