Informatie voor het bibliotheeknetwerk

Samenwerking met voorschoolse educatie 2021-2022

  1. Samenvatting

Samenvatting van dit onderzoek

Voor baby’s, peuters en kleuters is voorschoolse educatie in de bibliotheek een essentiële voorziening om laaggeletterdheid te voorkomen. BoekStart, het begin van de doorlopende leeslijn, vormt voor kinderen van 0 tot 4 jaar het startpunt van de lees- en taalontwikkeling. In deze rapportage is de stand van zaken omtrent de product- en dienstverlening van openbare bibliotheken voor 0- tot 4-jarigen via de Bibliotheekmonitor in kaart gebracht. 

Breed aanbod voorschoolse educatie in bibliotheken 

Gemiddeld is één op de vier kinderen van 0 tot 4 jaar in het werkgebied van de bibliotheken die meewerkten aan dit onderzoek lid van de bibliotheek. In schooljaar 2021-2022 werden circa 89 duizend nieuwe leden tussen 0 en 4 jaar ingeschreven. Daarmee is een duidelijke inhaalslag gemaakt: het door corona getekende schooljaar 2020-2021 telde circa 55 duizend nieuwe leden. Bibliotheken bieden niet alleen de mogelijkheid boeken te lezen en te lenen; ze organiseren tal van leesmediabevorderende activiteiten en programma’s voor 0- tot 4-jarigen en hun ouders en andere intermediairs. Zo doen alle responderende bibliotheken mee aan De Nationale Voorleesdagen en BoekStart voor baby’s, en drie op de vier bibliotheken aan BoekStart in de kinderopvang. Ook is er veel aandacht voor training en ondersteuning van bijvoorbeeld vrijwilligers, pedagogisch medewerkers en ouders. 

Bibliotheken organiseren verschillende activiteiten en programma’s voor 2- tot 4-jarigen in het leren omgaan met verschillende media, waaronder de Media Ukkie Dagen waar ouders, verzorgers en pedagogische medewerkers tips krijgen om hun kinderen te begeleiden in de digitale wereld. De deelname van bibliotheken aan dit evenement nam een grote sprong vooruit: van 54% in 2020-2021 naar 78% in 2021-2022. 

Afnemende invloed coronamaatregelen op dienstverlening

De dienstverlening rondom voorschoolse educatie werd net als vorig schooljaar ook in 2021-2022 beïnvloed door de coronamaatregelen. Bijna alle bibliotheken boden in deze periode alternatieve dienstverlening voor 0- tot 4-jarigen. Wel in beduidend mindere mate dan in schooljaar 2020-2021, toen de bibliotheeksector te kampen had met strengere coronamaatregelen en lockdowns. Zodra de coronamaatregelen nauwelijks tot geen belemmeringen meer vormden, pakten bibliotheken de draad weer op, en pasten hun dienstverlening op de veranderende omstandigheden aan. Het aantal BoekStartkoffertjes dat bibliotheken ontvingen om uit te delen nam toe, net als het aantal bibliotheken dat BoekStartcoaches, voorleesconsulenten en front-officemedewerkers inzette voor de dienstverlening. Mede als gevolg van de afnemende coronamaatregelen is de populariteit van de landelijke BoekStartdag onder bibliotheken verder toegenomen van 52% in 2020-2021 naar 75% in 2021-2022. 

De impact van corona op de dienstverlening voor 0- tot 4-jarigen is naar verwachting ook in de coronavrije toekomst zichtbaar. Vrijwel alle bibliotheken zeggen immers van plan te zijn de alternatieven opgestart in de coronatijd te blijven aanbieden, zoals de promotie van Jeugdbibliotheek.nl, het aanbieden van voorleesfilmpjes en online voorleessessies.

Blijvende focus op taalarme gezinnen

Ook in 2021-2022 besteedden bibliotheken speciale aandacht aan taalarme gezinnen. Naast het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders is de meest voorkomende manier voor bibliotheken om taalarme gezinnen te bereiken via de coördinatie van de VoorleesExpress (63%). Bij de VoorleesExpress is een blijvend stijgende lijn te zien: in 2017 coördineerde 38% van de bibliotheken dit programma. Daarnaast werken zes op de tien bibliotheken samen met partners die zich richten op taalarme gezinnen, zoals consultatiebureaus, (digi)Taalhuizen, gemeenten en maatschappelijk dienstverleners (61%). Ook het volgende schooljaar zijn vier op de vijf bibliotheken (79%) van plan in te zetten op taalarme gezinnen.

Samenwerking met meer partners 

Bibliotheken werken met veel en diverse partnerorganisaties samen op het gebied van voorschoolse educatie. Het aantal partners dat de bibliotheek bij de dienstverlening voor 0- tot 4-jarigen betrekt, is de afgelopen jaren toegenomen: in 2016 werkten bibliotheken met gemiddeld drie verschillende partners samen, in het schooljaar 2021-2022 waren dat er zes. Het gaat met name om gemeente(n) (98%), consultatiebureaus, CJG en jeugdgezondheidszorg (96%) en/of kinderopvanginstellingen (94%). Maar ook met basisscholen (inclusief brede scholen, voorscholen en integrale kindcentra) (80%) en de VoorleesExpress (74%) wordt door de ruime meerderheid structureel samengewerkt. In bijna alle gevallen gaat het om stijgingen ten opzichte van vorige schooljaren; met name met de VoorleesExpress, Taalhuis, Welzijnsorganisaties en Onderwijsinstellingen wordt vaker samengewerkt.

Aanbevelingen vanuit het kernteam voorschoolse educatie

Het kernteam voorschoolse educatie heeft bewondering voor het aanpassingsvermogen van bibliotheken tijdens, en na een periode van wisselende coronamaatregelen. Op basis van de bovengenoemde resultaten doet het kernteam enkele aanbevelingen:

  • Met het oog op de doelgroep taalarme gezinnen, blijft speciale aandacht voor de gezinsaanpak van cruciaal belang. Blijf daarom inzetten op deze kwetsbare doelgroep met programma’s zoals de VoorleesExpress en de BoekStartcoach. Beide focussen zich op het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid in taalarme gezinnen. 
  • De samenwerking tussen bibliotheken en verschillende partners is van groot belang bij het stimuleren van de lees(media)- en taalontwikkeling van 0- tot 4-jarigen. Focus daarom op een integrale aanpak met verbindingen binnen en buiten de bibliotheek. Ook in het kader van het vinden en bereiken van laagtaalvaardigen binnen de doelgroep (kinderen van) ouders met Nederlands als moedertaal (NT1) is in gesprek blijven met verschillende partners belangrijk;
  • Blijf vanuit de bibliotheek de e-learningmodule Taalstimulering door voorlezen – voor zowel jeugdartsen en -verpleegkundigen als kraamverzorgenden - onder beide doelgroepen promoten. Deze modules blijken vaak nog niet bij de doelgroep bekend en  helpen de deskundigheid op het gebied van leesbevordering te vergroten. 
  • De personele bezetting in de bibliotheek blijft een aandachtspunt. Ondanks de inzet van meer verschillende type functies, blijft het aantal fte beschikbaar voor de dienstverlening stabiel. Bij veel bibliotheken is meer tijd nodig om de dienstverlening naar een hoger plan te kunnen tillen; maak ook daarvoor personeelsuren vrij. Bekostig de dienstverlening niet enkel met een startsubsidie, maar zet in op structurele middelen. Draag zorg voor structurele inzet van personeel, duurzame plannen en meerjarenbegrotingen en leg dit vast in lokale (samenwerkings)overeenkomsten met de partners waarin de afgestemde taken, rollen en verantwoordelijkheden staan beschreven. 

Aan de slag met KB-instrumenten

Twee op de drie bibliotheken (67%) maken voor de evaluatie van hun dienstverlening rondom voorschoolse educatie gebruik van de instrumenten die door de KB worden aangeboden, zoals: rapportages, dashboards en infographics. De lokale infographic wordt door 37% van de bibliotheken geraadpleegd; in het geval van de provinciale en landelijke infographic gaat het om respectievelijk 26% en 36%. Bibliotheken gebruiken de resultaten bijvoorbeeld om het gesprek met de gemeente en andere samenwerkingspartners aan te gaan, om het beleid vorm te geven, nieuwe samenwerkingen te starten en het aanbod te optimaliseren.

Landelijke resultaten lokaal inzetten

De helft van de bibliotheken (48%) evalueert de samenwerking met partners. Rondom de Bibliotheek-monitormeting met betrekking tot voorschoolse educatie worden diverse hulpmiddelen gepubliceerd die bibliotheken hierbij kunnen helpen. Daarnaast zijn op Bnetwerk meer landelijke inzichten over de effectiviteit van de dienstverlening terug te vinden. De jaarlijkse Monitor BoekStart in de kinderopvang laat zien hoe het gesteld is met het voorleesklimaat en activiteiten in de kinderopvang en het beleid daaromtrent. 

Deze landelijke rapportage biedt diverse aanknopingspunten om het gesprek aan te gaan, zowel intern als met de gemeente en andere samenwerkingspartners. Naast deze rapportage zijn de resultaten van de Bibliotheekmonitor-meting verwerkt in een landelijke infographic – te downloaden via de pagina Resultaten op Bnetwerk – en zijn voor de provinciale ondersteuningsinstellingen (POI’s) per provincie infographics beschikbaar. De bibliotheken die hebben deelgenomen aan de Bibliotheekmonitor-meting beschikken tevens over een individuele infographic, waarmee de dienstverlening rondom voorschoolse educatie ook op lokaal niveau in kaart is gebracht. Zowel de landelijke en provinciale, als de lokale resultaten zijn nader te analyseren via het dashboard Voorschoolse educatie op Bnetwerk. Dit dashboard biedt de bibliotheken de mogelijkheid hun individuele resultaten af te zetten tegen de landelijke cijfers, de resultaten van de provincie en bibliotheken van vergelijkbare grootte.